Melanie van der Horst foto: Tom Feenstra
In Amsterdam moeten de komende vijftien jaar in totaal 125.000 extra woningen worden gebouwd. D66 Amsterdam kiest in het conceptverkiezingsprogramma voor de komende gemeenteraadsverkiezingen voor een bouwproductie van 7.500 woningen in 2026 oplopend tot ruim 9.000 woningen in 2030. Bovendien moet die bouwproductie voor een groot deel uit betaalbare woningen bestaan. Dat doet een optimistische Melanie van der Horst, lijsttrekker van D66 Amsterdam, ‘voor Amsterdammers die op zoek zijn naar een eigen plek om hun dromen na te jagen’. Ook wil D66 investeren in de bestaande stad, zodat geen enkel kind meer in een schimmelwoning hoeft op te groeien.
D66 pleit op een thema als wonen voor een actieve gemeente. De stad dreigt namelijk haar diversiteit te verliezen; Amsterdam dreigt volgens de Democraten een stad te worden voor degenen met een sociale huurwoning of een dikke portemonnee. Zij maken zich sterk voor een stad waar ook leraren, verpleegkundigen, politieagenten, studenten en starters een fijne betaalbare plek kunnen vinden; vitale beroepsgroepen verdienen dus ook voorrang op een sociale huurwoning of een huurwoning in het middensegment. “Daarnaast zitten velen door de wooncrisis vast in een woning die niet past bij hun situatie; zoals ouderen op driehoog in een gezinswoning en gezinnen in te krappe woningen. Ook studenten vinden nauwelijks een plek. Dat kan en moet anders”, aldus het verkiezingsprogramma.
Passend bouwen
Passend bouwen is daarbij van cruciaal belang, menen de Democraten. Meer aandacht voor elke levensfase kan er volgens de opstellers van het programma voor zorgen dat iedereen in Amsterdam een passende woning kan vinden. Voor studenten is dat een huis met gedeelde woonkamer, terwijl jonge tweepersoonshuishoudens, gezinnen of ouderen weer heel andere eisen stellen. Juist gericht bouwen kan de doorstroming bevorderen, menen ze bij D66.
Meer, veel meer bouwen is de belangrijkste ambitie. Door verdichting van bestaande wijken en door woningbouw aan de randen van de stad, zoals de verdere ontwikkeling van Haven-Stad. De huidige ambitie van 7.500 nieuwe woningen vormt voor 2026 het startpunt. Daarna moet jaarlijks sprake zijn van groei naar meer dan negenduizend woningen in 2030 en daarna. Daarvan zijn 17.500 woningen speciaal bestemd voor ouderen. En 7.500 woningen krijgen het label studentenwoning. D66 denkt voor studenten aan ‘doorbraaklocaties’; grote aantallen studentenwoningen met gedeelde voorzieningen bij de Rai of het AMC. Bij een kwart van de bouwprojecten in Noord, Zuidoost en Nieuw-West verdienen jonge buurtbewoners voorrang op een nieuwe woning.
D66 denkt niet op de eerste plaats aan sociale woningbouw, maar vooral aan betaalbare huur- en koopwoningen. De bouwproductie moet voor veertig procent bestaan uit huurwoningen in het middensegment. De oude 40-40-20 verdeling wordt door D66 dan ook veranderd in dertig procent sociale woningbouw, veertig procent voor het middensegment en dertig procent in het dure segment, zowel koop- als huurwoningen. D66 spreekt in dit verband van een flexibele mix, die als richtlijn dient. De partij is tegenstander van een strenge richtlijn per project. Extra dure huur- en koopwoningen zijn nodig om de bouw van goedkopere woningen financieel haalbaar te maken. “De huidige verdeling van slechts twintig procent vrije sector leidt tot de bouw van voornamelijk grote en dure koophuizen, omdat een paar huizen een project financieel moeten dragen. Door meer in de vrije sector te bouwen, kunnen we meer betaalbare koopwoningen bouwen in de prijsklasse tussen 400.000 euro en 600.000 euro. Aan deze woningen is een enorme behoefte, zeker onder starters en middeninkomens.” Ook is D66 voorstander van snellere vergunningprocedures en meer houtbouw. De betrokkenheid van woningzoekenden bij het toekomstige woningaanbod kan worden vergroot door de instelling van een Raad van Woningzoekenden.
Gemengde stad
Wijken met alleen rijken vindt D66 niet wenselijk. En dat geldt evengoed ook voor wijken waar geen hogere inkomens wonen. Daarom wil de partij van voormalig wethouder Reinier van Dantzig diverse wijken. Geen wijken met minder van dertig procent corporatiewoningen, maar ook niet met meer dan vijftig procent sociale huur. D66 ziet corporaties bij de bouw van betaalbare huurwoningen als belangrijke partners. Wel met een aantekening; D66 is voorstander van middensegment-plus tot een huurniveau van 1.550 euro in de maand.
Extra woningbouw dient bij te dragen aan de hele stad. De inkomsten van woningbouw kunnen, aldus D66, worden gebruikt voor de aankoop van panden in de binnenstad voor de transformatie naar woningen, voldoende voorzieningen (scholen, sportvelden, culturele voorzieningen en betere ov-verbindingen) te realiseren, achterstallig onderhoud van de openbare ruimte weg te werken, meer groen, een schonere stad en door Amsterdam binnen vijf jaar schimmelvrij te maken. “Want als er nieuwe woontorens verrijzen terwijl de buren in oude woningen met schimmel, tocht en achterstallig onderhoud zitten, leidt dat begrijpelijkerwijs tot frustratie en vervreemding.”
Woningdelen
Verder bindt D66 de strijd aan met speculanten en malafide beleggers door de zelfbewoningsplicht uit te breiden en strikte handhaving van de opkoopbescherming. Tegelijkertijd moet woningdelen weer mogelijk zijn zonder vergunning. “Veel huizen worden door de huidige regels door maximaal twee personen gebruikt, terwijl ze geschikt zijn voor meer. Dat is on-uitlegbaar. Het toestaan van woningdelen met drie personen geeft duizenden Amsterdammers meer kans op een huis”, aldus het programma. Bovendien hecht D66 aan meer flexwoningen voor dak- en thuislozen. Zij omarmen Housing First: snel een woning en dan begeleiding. En statushouders houden voorrang op een sociale huurwoning, ook als de landelijke overheid dat verbiedt.