De Wet collectieve warmte (Wcw), die consumenten moet beschermen tegen hoge prijsstijgingen en voorschrijft dat warmtebedrijven voor 51 procent publiek bezit moeten zijn, is 3 juli door de Tweede Kamer aangenomen. Eindelijk, zullen velen zeggen. Omdat het wetsvoorstel alweer ruim een jaar geleden werd ingediend en vooral ook omdat de aanleg van warmtenetten al langer vrijwel stil ligt.
Die impasse had een aantal oorzaken. Consumenten voelden er niets voor om zich over te leveren aan de grillen van bijna-monopolisten, zeker niet nadat in 2024 de tarieven van stadswarmte omhoogschoten. De energiebedrijven verhoogden de tarieven, omdat ze de hoge aanlegkosten moesten omslaan over relatief weinig gebruikers. En dat zorgde er dus voor dat er weinig animo was onder consumenten. Daardoor zagen de bedrijven weinig heil in het aanleggen van nieuwe warmtenetten, al helemaal niet omdat de Warmtewet die boven de markt hing ervoor zou zorgen dat ze daarvan niet meer de baas zouden zijn.
Impasse doorbroken
Met die impasse was ook de verduurzaming van de binnensteden vastgelopen. Warmtenetten, die hun energie uit water en bodem halen, zijn een duurzaam en betaalbaar alternatief voor gas, maar alleen als er genoeg gebruikers zijn en als de overheid er geld bij legt – want de aanlegkosten blijven natuurlijk hoog. Dat het Rijk moet bijspringen, staat voor de Amsterdamse wethouder Zita Pels al een paal boven water, zo zei ze niet zo lang geleden tegen NUL20.
Nu de Warmtewet door de Kamer is, lijkt de loper uit te liggen voor warmtenetten. Dat stadsverwarming in overheidshanden komt, zou gebruikers over de streep moeten trekken. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) gaat bepalen wat een redelijke prijs is voor het leveren van warmte. Energie Beheer Nederland (EBN – eigendom van de Nederlandse Staat) gaat gemeenten helpen bij het oprichten van warmtebedrijven. In Amsterdam tekenden het daarvoor afgelopen mei al een overeenkomst. Ook bijvoorbeeld Lelystad, dat vorige week besloot voor het stadscentrum een warmtenet aan te leggen, kan vaart gaan maken nu de randvoorwaarden duidelijk zijn. (ND)
| Vattenfall levert stadswarmte in verscheidene buurten in Amsterdam, Almere en Lelystad. Het gaat omgerekend (er zijn ook bedrijven en andere gebouwen aangesloten) om respectievelijk 101.929, 69.214 en 6.603 huishoudens. In Amsterdam Noord en West gebeurt dat via de joint-venture Westpoort Wamte met de Gemeente Amsterdam. De warmte komt van restwarmte van vuilverbranding door het Amsterdams Energie Bedrijf (AEB). Op het warmtenetwerk in Amstelveen Noord van Eneco zijn 3.000 locaties aangesloten (de warmte komt van de gasgestookte Vattenfall-centrale in Diemen). Amstelveen is aangesloten op een bestaand warmtenet van Eneco. In Amsterdam en Diemen komt de warmte voornamelijk uit WKO's met een warmtepomp. |