Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Achterblijvende voorzieningen
Hoe de wipkip het aflegt tegen de woningbouw

Op de transformatielocaties NDSM-werf West en Amstel III blijven voorzieningen achter. BNSP-voorzitter Eric van der Kooij ziet een gemeentelijk gebrek aan regie. De gemeente zelf meldt: 'We doen het inmiddels anders'.

Tekst
Hans Fuchs

Het achterblijven van voorzieningen op transformatielocaties, volgens Eric van der Kooij is het een beetje het kip-eiverhaal: "Voorzieningen vragen draagvlak; je hebt er bewoners voor nodig en mensen die op een transformatielocatie gaan werken. Andersom willen ontwikkelaars, toekomstige bewoners en werkgevers graag al voorzieningen als ze zich in een gebied vestigen." 
Van der Kooij is voorzitter van de BNSP, de Beroepsvereniging van Nederlandse Stedebouwkundigen en Planologen en werkte dertien jaar bij de Amsterdamse Dienst Ruimte en Duurzaamheid. Hij was als ontwerper onder meer betrokken bij de IJ-oevers, Havenstad, Amstelkwartier en de Westelijke Tuinsteden. Is het erg als voorzieningen ontbreken? Ja, zegt Van der Kooij: "Kijk naar de Vinexwijken; het leidt tot verschraling."

Image
Spot-locatie Hondsrugpark. Foto: Shutterstock

De BNSP verhuist op 1 januari naar de Baanderij op de NDSM-werf West – een van de twee transformatiegebieden waar volgens de Rekenkamer Amsterdam-Zaanstad voorzieningen achterblijven. De rekenkamer publiceerde eerder dit jaar het rapport 'Bouwen aan de complete stad'. Dat stelt dat maatschappelijke en commerciële voorzieningen, ruimte voor sport, spelen en groen in NDSM-werf West en Amstel III onder druk staan. 
Volgens Jurriaan Kooij zijn daar twee oorzaken voor. Kooij was de projectleider van het bewuste rekenkamerrapport: "Het bouwen van een complete stad zoals de gemeente voor ogen staat is in transformatiegebieden kostbaar en complex. Je hebt er als gemeente minder grip, er zijn meer afhankelijkheden. Er wonen al mensen, er zijn al bedrijven, grond is in erfpacht. Je kunt er niet zomaar iets opleggen. Je moet mensen meekrijgen, onderhandelen. Dat is ingewikkeld. Je kunt niet alles voor elkaar krijgen."

"Maatschappelijke voorzieningen, groen; het neemt ruimte in. Daar kun je dus geen woningen bouwen"

Daarnaast speelt de exploitatie in transformatiegebieden een rol, aldus Kooij: "Maatschappelijke voorzieningen, groen; het neemt ruimte in. Daar kun je dus geen woningen bouwen. Ook dat zet druk op voorzieningen." Reden voor de rekenkamer om in 'Bouwen aan de complete stad' de gemeente op te roepen een betere balans te vinden tussen ambities en budget.
Een van de gemeentelijke ambities is om jaarlijks 7.500 nieuwe woningen te bouwen. Veel van die woningen moeten ‘betaalbaar’ zijn. In de praktijk mondt dat op transformatielocaties uit in een grote voorraad kleine woningen. Ook die eenzijdige voorraad speelt het voorzieningenniveau parten, stelt Eric van der Kooij: "Een gezonde wijk heeft een flexibele woningvoorraad die een wooncarrière in de eigen wijk mogelijk maakt – en een goede basis is voor brede voorzieningen. Op een transformatielocatie met veel kleine woningen verhuizen mensen noodgedwongen zodra ze gaan samenwonen of aan een gezin beginnen. Dat verloop is niet duurzaam – en niet goed voor het voorzieningenniveau; maatschappelijke voorzieningen zijn bij een exploitatie- en haalbaarheidsvraagstuk kwetsbaar."

Gewoon Goed

De gemeente stelt dat ze het nu anders doet: "Wat de rekenkamer constateert zien wij ook. De eerste plannen voor de gebiedsontwikkeling van bijvoorbeeld NDSM-werf West ontstonden in de jaren tien. Er was een ander idee over het gebied, een ander beeld van de woningopbouw, van voorzieningen. In de eerdere plannen zouden groen en voorzieningen in NDSM-werf West vanuit de bestaande stad worden benut, in Noord. Maar mensen zijn gewoontedieren, willen een supermarkt om de hoek. Daar hebben we van geleerd."
Ook over het stapelen van wensen en ambities is de gemeente anders gaan denken: "Transformatie is ingewikkelder dan nieuwe gebieden ontwikkelen waarin we als gemeente de regie hebben, ambities kunnen opleggen. Er is op de transformatielocaties minder grip maar wel sturing, ook in ruimtelijke kaders. En inmiddels ligt er het Impulsprogramma Gewoon Goed, waarin we als gemeente bij woningbouwprojecten kijken: 'Wat is realiseerbaar, wat is haalbaar? – met behoud van kwaliteit'."

Flexibel maar standvastig

Minder grip in NDSM-werf West, Eric van der Kooij noemt het onzin: "Bij NDSM had de gemeente vanaf het begin de touwtjes in handen. De veronderstelling dat een ontwikkeling van deze omvang geen voorzieningen nodig heeft, heeft gefaald. Natuurlijk kan de gemeente dat sturen. De gemeente bepaalt het beleid, voert regie. Goede stedenbouw vereist ook dat je weet waar je welke voorzieningen aanlegt. Wat zijn in een plan eerste, tweede, derde orde plekken en welke voorziening hoort daar bij? Het kan zijn dat een plek lang leeg blijft en je als gemeente de zenuwen krijgt. Maar het kan niet zo zijn dat je dan op een gegeven moment zegt: 'Laten we er dan maar woningen bouwen'. Een goed stedenbouwkundig plan is flexibel in zijn invulling, maar standvastig als het gaat om het type stad dat je wilt maken."

Image
Amsterdam Noord - Detailopname woontoren TT Vasumweg, NDSM-buurt. Foto: Hans van der Vliet

Transformatieprojecten bewegen bovendien mee op de economische wind, aldus Jurriaan Kooij: "Als je ambities loslaat, ook in voorzieningen, is het lastig om weer op te schalen wanneer de economie aantrekt. Daar moet je als gemeente anders mee omgaan." Investeer eerder in voorzieningen, stelt het Rekenkamerrapport. Kooij: "Dominante gedachte bij de gemeente is dat je pas in voorzieningen investeert als partijen investeren in het gebied. Maar groen en openbare ruimte moeten op orde zijn. De rekenkamer pleit ervoor dat de gemeente in transformatiegebieden eerder dan nu investeert." 

"Dominante gedachte bij de gemeente is dat je pas in voorzieningen investeert als partijen investeren in het gebied"

Wat de financiering betreft, stelt Eric van der Kooij de vraag: "Wie is sterker bij de gemeente: Grond en Ontwikkeling of de Dienst Ruimte en Duurzaamheid?" Van der Kooij haalt de plannen voor een speelveld van de buurt in de Westelijke Tuinsteden aan: "Iedereen vond het een goed idee. Maar in de  exploitatiefase bleek het toch niet door te gaan. Het is het traditionele gevecht tussen de rekenaars – de planeconomen – en de tekenaars – de ontwerpers. In het belang van de stad en de lange termijn zal je soms keuzes moeten maken die het belang van de stad dienen en niet het belang van het project en de korte termijn."