Overslaan en naar de inhoud gaan
De ogen en oren van de corporaties
Deze wijkbeheerders weten wat er speelt in hun buurt

Wijkbeheerders zijn het gezicht van de corporaties in turbulente tijden. Wat komen ze zoal tegen? NUL20 liep met twee van hen mee. “Je komt niet met een vraag, maar tijdens het praatje merk je pas op wat er speelt.”

Tekst
Bono Siebelink
Fotografie
Hans van der Vliet
Image
Wijkbeheerder Mohammed El Messaoudi voor het buurtpunt van Rochdale in Slotermeer. 

Voor het buurtpunt de Leeuw aan de Lodewijk van Deysselstraat staat wijkbeheerder Mohammed El Messaoudi op een maandagochtend klaar om een rondje door de wijk te maken. Op het buurtpunt van Rochdale in Slotermeer is hij vaak te vinden; bewoners kunnen hem er vinden voor vragen over hun woning of de ontwikkelingen in de Lodewijk van Deysselbuurt. Maar enkel afwachten tot bewoners naar hem toe komen, doet hij niet. El Massaoudi gaat zelf de wijk in om met bewoners te spreken.
En dat is nodig: de verhouding tussen sociale huurders en woningcorporaties staat op scherp. Achterstallige verduurzaming, huurverhogingen en sloop-nieuwbouwprojecten zorgen voor onvrede, terwijl woningcorporaties met hun rug tegen de muur staan door de vele ambities die zij hoog moeten houden met beperkte middelen. Als gezicht van de corporatie zorgen wijkbeheerders voor goede relaties met huurders.

Afval en grofvuil

Bijna anderhalf jaar geleden begon El Messaoudi als wijkbeheerder. Hij had de behoefte zich in te zetten voor de buurt; buurtbewoners helpen en de buurt netjes houden. Tijdens een rondje als vandaag gaat hij langs de woningen, houdt hij de gedeelde ruimtes schoon en haalt hij af en toe spullen weg. Hij staat bewoners te woord die vragen hebben over het onderhoud van hun woning. Bij afval en grofvuil op straat tipt hij de gemeente om het weg te halen.
Al lopend door de buurt laat El Messaoudi zien dat zijn werk om meer draait. Hij noemt het belang van ‘het praatje’, waarbij hij een gesprek met de bewoner aangaat zonder specifiek doel: “Ik maak gewoon een praatje, vraag hoe het gaat. Soms lijkt het dat bewoners niet willen praten, maar door alleen te luisteren komt ineens van alles naar boven. Je komt niet met een vraag, maar tijdens het praatje merk je pas of er meer speelt.”

Molenwijk

Wijkbeheerder Kiki Dinkgreve van Eigen Haard heeft een melding gehad van bewoner Hans aan de Stellingwegflat in de Molenwijk in Amsterdam Noord. Zijn nieuwe internetverbinding heeft kuren en door de balkondeur tocht het in zijn woning en hij heeft er geen vertrouwen in dat het goedkomt als hij de corporatie belt. Hans: “Als ik de corporatie bel, dan weet ik niet hoelang het duurt tot ze antwoorden en of ze me wel kunnen helpen. Maar Kiki kan ik direct bereiken.” Meermaals zijn er reparateurs voor zijn deur gekomen, maar toch blijft het probleem bestaan. “Ik ga even rondbellen om te kijken of we het kunnen oplossen”, zegt Dinkgreve.

Image
Wijkbeheerder Kiki Dinkgreve van Eigen Haard met oude bekende Freek.

Vanuit het nieuw opgeleverde wijkkantoor in de plint van de gerenoveerde Stellingwegflat trekt Dinkgreve vaker de Molenwijk, Tuindorp Oostzaan of Tuttifruttibuurt in. Zo’n zes jaar geleden begon zij na een stage met haar functie als wijkbeheerder bij Eigen Haard. Een gemiddelde dag bestaat volgens haar niet: de ene dag is zij vooral bezig met onderhoud en reparatieverzoeken, de andere dag krijgt zij een melding van een burenruzie.
Na het bezoek aan Hans, wipt Dinkgreve nog even langs bij bewoner Freek aan het einde van de gang. De twee kennen elkaar goed, inmiddels al ruim tweeëneenhalf jaar. Freek weet haar  te vinden wanneer er weer een initiatief vanuit de bewoners komt. Ook hij benadrukt het belang van het laagdrempelige contact: “Als ik nu iemand daar [bij Eigen Haard, Red.] bel of e-mail, dan kan ik een antwoord wel vergeten. Ik weet uit ervaring, met Kiki gaat het allemaal veel sneller.”
Het goede contact bouwt Dinkgreve op door een luisterend oor te bieden. Wanneer bewoners nieuw in de buurt komen wonen, spreekt zij ze aan, geeft haar 06-nummer en raadt zij plekken aan in de buurt, zoals activiteiten bij de OBA, zodat bewoners een lokaal netwerk kunnen opbouwen. Ook moedigt ze de bewoners aan het contact te leggen met de buren. “Dat voorkomt later overlast.”

"Ik zoek naar dingen die ik kan oplossen in plaats van te wachten tot er iets aan de hand is"

In de Van Deysselbuurt loopt El Messaoudi langs Cascoland, het kunstenaarscollectief dat sociale projecten in de buurt doet. Oprichter Roel Schoenmakers vindt het contact met El Messaoudi prettig vanwege zijn heldere communicatie met bewoners. Het contact met maatschappelijke organisaties zoals de jongerenwerkers of de buurtkamer is voor El Massaoudi belangrijk, want via hen weet hij wat er speelt in de buurt. “Mijn tactiek is om niet te afwachtend te zijn. Ik zoek naar dingen die ik kan oplossen in plaats van te wachten tot er iets aan de hand is.”

Image
Wijkbeheerder Mohammed El Messaoudi en oprichter Roel Schoenmakers van kunstenaarscollectief Cascoland.

Hij haalt zich een moment voor de geest waarop hij een bewoner sprak die hij meermaals alleen binnen zag zitten. Hij stelde zich proactief op raadde de bewoner een aantal activiteiten in de buurt aan. “Er was veel twijfel: ‘Waar is dat dan en hoeveel kost het?’ Met het persoonlijke contact kon ik al deze zorgen wegnemen. Even later kom ik zo iemand tegen en doet de bewoner van alles bij het buurtcentrum, zoals computerles of breien. Deze bewoner had een gezellige groep mensen ontmoet.”
Even verderop staat El Massaoudi aan het eind van een straat die door de wijkvernieuwing in de Van Deysselbuurt volledig op de schop gaat. Volgens hem kan de wijkbeheerder maatwerk leveren in de benadering van bewoners: “Als de corporatie een flyer [in het Nederlands] maakt voor een bijeenkomst over de stadsvernieuwing terwijl er in deze straat tachtig procent Arabisch wordt gesproken, dan komt er niemand. De corporatie kan ook niet alles weten; maar ik weet precies wie waar woont. Ik kan dan meedenken, door meer plaatjes en talen toe te voegen.”

Achter de voordeur

Dinkgreve helpt bewoners uit de brand en koppelt wat er speelt in de buurt ook terug tijdens overleggen met gemeente, wijkagent en maatschappelijke organisaties. Bijvoorbeeld in een ‘samen-op-straat-overleg’, dat gaat over wat er zich in de wijk en achter de voordeur afspeelt. Zo zet zij de verhalen die ze opvangt in om de leefbaarheid in de wijk te bevorderen.

Image
In Tuttifruttidorp spreekt een bewoner Dinkgreve aan vanaf haar balkon: “Kiki, ik heb je gemist in de buurtkamer.” 

Daarbij is verwachtingsmanagement essentieel. Al lopend in Tuttifruttidorp spreekt een bewoner Dinkgreve aan vanaf haar balkon: “Kiki, ik heb je gemist in de buurtkamer.” Dinkgreve kreeg een verzoek over de lange wachttijd voor het installeren van straatverlichting. Dinkgreve belooft erachter aan te gaan, maar maakt duidelijk dat het nog even gaat duren. “Je moet nooit iets zeggen wat je niet kunt beloven”, zegt Dinkgreve. “Je kan beter zeggen dat je over een maand pas wat hoort dan dat je je belofte niet nakomt.”

220 wijkbeheerders
Uit een rondvraag onder zes woningcorporaties De Alliantie, Eigen Haard, Lieven de Key, Rochdale, Stadgenoot en Ymere blijkt dat zij samen rond de 220 wijkbeheerders in dienst hebben in de Metropoolregio Amsterdam. In het algemeen worden zij ingezet om de buurt schoon, heel en veilig te houden, door bijvoorbeeld bewoners aan te spreken op rondslingerende eigendommen of reparatieverzoeken door te geven. Voornamelijk hebben ze een signalerende functie, zowel binnen de corporatie, waar huurdersvragen via de wijkbeheerder bij de juiste afdeling terechtkomen, alsook op sociaal vlak, waarbij wijkbeheerders wijkagenten en welzijnsorganisaties wijzen op sociale problemen onder bewoners.