Overslaan en naar de inhoud gaan

Corporaties staken verzet tegen verhuurderheffing

update 12 september

Aedes, de branchevereninging van woningcorporaties, heeft een akkoord gesloten met het kabinet. Ze staken hun verzet tegen de verhuurderheffing. In ruil daarvoor mogen zij ook in de toekomst - beperkt - commerciële activiteiten blijven ontplooien en krijgen zij via het Energieakkoord 400 miljoen om te investeren in energiebesparing. In het 'woonakkoord' dat kabinet en Aedes, de vereniging van woningcorporaties, op 30 augustus bekend maakten, staan ook toezeggingen over het verdienvermogen van de corporaties en over de rol van het waarborgfonds WSW bij saneringen.

Dankzij het akkoord komt de 400 miljoen euro uit het Energieakkoord voor energiebesparende investeringen volledig beschikbaar voor de verhuurders in de sociale huursector. Verder vervalt voor de sector de zogeheten integratieheffing BTW. Voor de corporaties levert dit een voordeel op van 60 miljoen euro per jaar.

Het akkoord is in corporatiekringen met gemengde gevoelens ontvangen. De leden stemmen er 3 oktober over. 'De corporatiesector beschouwt de verhuurderheffing als een 'voldongen feit'. Ik vind dit een nare, maar tegelijk pragmatische conclusie", reageert Jim Schuyt van De Alliantie. De Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) heeft een zuiniger oordeel. Directeur Albert Kerssies: "Feitelijk heeft Aedes maar weinig binnengehaald. De verhouding tussen 1,7 miljard aan heffing en de binnengehaalde punten is scheef. Ook is nu de onderhandelingspositie wat betreft de verhuurderheffing richting de politiek – met name de Eerste Kamer – opgegeven. Bovendien vind ik dat als de heffing alleen voor deze kabinetsperiode geldt, dat dan ook in de wet moet worden vastgelegd.”

De Woonbond spreekt van een “onacceptabele deal”. Directeur Ronald Paping: "De huurder betaalt het gelag van dit akkoord. De betaalbaarheid en beschikbaarheid van huurwoningen komt hiermee verder onder druk te staan, ondanks mooie woorden van Aedes over betaalbaarheid als voorwaarde voor het akkoord."

Voorzitter Frans Ligtvoet van de Huurdersvereniging Amsterdam roepen de Amsterdamse corporaties bij Aedes op tegen te stemmen: “De heffing wordt door de verhuurders betaald, en zij verhalen dit op de huurders met huurverhogingen. De Amsterdamse corporaties mogen hier niet mee akkoord gaan. Verzet tegen dit belabberde beleid mag je niet laten afkopen met een fooi." 

Vastgoed Belang, de koepel van particuliere beleggers, keurt de afspraken om heel andere redenen af. De vastgoedeigenaren vinden dat de afspraken tot oneerlijke concurrentie leiden. Ze zijn bovendien dat Aedes de volledige 400 miljoen subsidie voor energiebesparende maatregelen heeft 'binnengehengeld'. 

 

DAEB versus Niet-DAEB

Minister Blok komt terug van zijn voornemen om het werkdomein van de corporaties te beperken tot het bouwen en beheren van sociale huurwoningen (DAEB= Diensten van Algemeen Economisch Belang). Corporaties mogen ook middeldure huurwoningen (niet-DAEB) blijven bouwen als het volkshuisvestelijk beleid van een gemeente daarom vraagt en als daarvoor geen commerciële partijen te vinden zijn. Om marktverstoring te voorkomen, dienen deze activiteiten met ongeborgde leningen te worden gefinancierd. Ook het bouwen van koopwoningen en commercieel vastgoed (bv winkels in plinten) blijft mogelijk: "Niet-Daeb activiteiten zijn toegestaan voor zover ze ten dienste staan van Daeb-activiteiten, zoals het realiseren van herstructurering in achterstandswijken en stads- en dorpsvernieuwing," staat er in het akkoord van Aedes en kabinet.

Minister Blok komt ook terug op de verplichte juridische scheiding van 'maatschappelijke'(DAEB) en 'commerciële' (niet-DAEB) activiteiten. Corporaties moeten die taken wel binnen de organisatie scheiden, omdat ze alleen voor sociale huurwoningen voordeel hebben in de vorm van garanties op leningen. Maar elke corporatie kan zelf kiezen of zij die taken administratief of juridisch scheidt. Corporaties die voor een administratieve splitsing kiezen, krijgen wel met zwaarder toezicht te maken. Ook zijn er minder niet-DAEB activiteiten toegestaan en wat wel geoorloofd is moet ten dienste staan van de kerntaak. Zowel bij een juridische als administratieve scheiding geldt, dat op termijn de nieuwe niet-DAEB activiteiten tegen marktvoorwaarden moeten worden gefinancierd zodat er een gelijk speelveld ontstaat. Het voorkomen van marktverstoring blijft het uitgangspunt.

Het kabinet en Aedes zijn het verder eens over een grotere rol van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw bij saneringen. Randvoorwaarde van het kabinet is daarbij wel dat de risico’s voor de staat als achtervanger van dit fonds niet toenemen.