Overslaan en naar de inhoud gaan

'In 2027 ligt de bouw van 100.000 woningen binnen handbereik’

Image

De woningbouwproductie loopt in 2027 op richting de zo vurig gewenste honderdduizend woningen, meldt minister Keijzer aan de Tweede Kamer. Deze positieve verwachting ontleent zij aan de jaarlijkse productierapportage van ABF Research. Maar, zo onderstreept het rapport, alle partijen zullen zich onverminderd moeten inzetten voor verhoging van de bouwproductie. Vanaf 2028 komt de productie wat lager uit: rond de 90.000 woningen per jaar. Aandachtspunt is dat een groot deel van de woningbouwplannen tot 2030 nog vergund moet worden. Provincies moeten bovendien plannen maken om na 2030 het realisatietempo van zo’n  honderdduizend woningen per jaar vol te kunnen houden.

Volgens ABF Research laat de huidige vergunningverlening laat zien, dat de potentie er is om honderdduizend woningen te bouwen. In 2024 werden 94.000 vergunningen voor nieuwbouw verleend en nog eens tienduizend voor overige toevoegingen, zoals transformaties. Het duurt gemiddeld twee jaar voor een vergunde woning is gebouwd en niet alle vergunningen worden gerealiseerd. In 2024 werden 82.000 woningen gerealiseerd, voor dit jaar wordt een vergelijkbaar aantal verwacht.

“Het is van groot belang om te zorgen voor stabiliteit en continuïteit in de woningbouw”, verklaart minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. “De net aangenomen Wet versterking regie op de volkshuisvesting gaat hierbij helpen. Daarnaast werken alle betrokken partijen verder aan de Woontopafspraken. En het wegnemen van belemmerende regelgeving helpt om de woningbouw te versnellen. De komende tijd maken we het ook makkelijker om de bestaande voorraad woningen beter te benutten. Zo kunnen we jaarlijks vele tienduizenden woningzoekenden aan een huis helpen.” 

Daling plancapaciteit

De zogeheten plancapaciteit ligt landelijk op 127%. Voor de looptijd van de huidige woondeals - 2025 tot en met 2030 - is de geraamde bruto plancapaciteit 930.400 woningen; punt van zorg is dat een groot deel van deze plannen nog niet vergund zijn. Na 2030 daalt de plancapaciteit. Voor de periode 2025 tot en met 2044 is de totale bruto plancapaciteit bijna 1,7 miljoen woningen. Tegelijkertijd wijst ABF Research Bevolkingsgroei op groei van het aantal huishoudens. In de trendprognose neemt het aantal huishoudens de komende vijftien jaar toe met 822.000, tot bijna 9,3 miljoen in 2040. De huishoudenstoename bestaat voor een belangrijk deel uit oudere alleenstaanden en oudere paren. Dat betekent dat er meer vraag komt naar (zorg)woningen voor ouderen. Ook neemt het aantal alleenstaande huishoudens toe. Dat zijn er momenteel zo’n 3,4 miljoen.