Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Verdichting in de binnenstad in drie voorbeelden
Archiefterrein, Oostpoort en Westerdokseiland

In ontwikkeling: Archiefterrein
In aanbouw: Oostpoort
Gebouwd: Westerdokseiland

 

In ontwikkeling

Archiefterrein Amsterdam: nieuwbouw past nu wel in omgeving

Wonen, werken en vertier. Woningcorporatie Ymere geeft samen met ontwikkelaar Fortress het voormalig archiefterrein aan de Amsteldijk in Amsterdam Oud-Zuid een nieuwe bestemming. Het historische raadhuis van het voormalige  Nieuwer Amstel wordt een hotel. Het monumentale Asschergebouw krijgt een gemengde woon/werkbestemming. Bovendien komen er honderd nieuwbouwwoningen.
Architect Andries Laane van Villanova Architecten restaureert de monumenten op het terrein. De eerste twee etages van het Asschergebouw krijgen een bedrijfsbestemming. De bovenste etage biedt onderdak aan appartementen.  Ook bouwt hij het oude raadhuis om tot cultuurhotel. Tussen de historische gebouwen komen drie pleintjes. Daar is ruimte gevonden voor de bouw van een ondergrondse parkeergarage,  een nieuw onderkomen voor het Ostadetheater en honderd grondgebonden nieuwbouwwoningen, inclusief een complex met 23 woningen speciaal voor conservatoriumstudenten. Vera Yanovshtchinsky architecten ontwerpt de nieuwbouw. 
De combinatie van woningen en voorzieningen is voor Ymere een goed voorbeeld voor de toekomstige stad.  “Stedelijk leven vraagt ook de aanwezigheid van voorzieningen. Juist het oostelijke deel van de Pijp heeft behoefte aan meer levendigheid,” zo zegt Emile Spek, directeur projectontwikkeling  van Ymere. De omvang van de nieuwbouw lijkt bescheiden, maar er is volgens hem geen sprake van een dun bebouwd terrein. “We hadden door hoger te bouwen het gebied kunnen intensiveren.  Dat paste alleen niet in de voorwaarden zoals gesteld door het stadsdeel. De buurt was toegezegd dat de bouwhoogte zou worden beperkt; het omliggende weefsel  bepaalt de maatvoering. ”
Spek begrijpt dat wel. “Statements met meer hoogte passen beter op de grote nieuwbouwlocaties. In het Amstelkwartier, aan de IJ-oever, of aan de Zuidas. Daar is de omliggende bebouwing minder maatgevend.” Blijkt daaruit  niet een groot dilemma? De stad wil verdichten, maar de bewoners hebben daarin niet altijd  trek.
“Dit is daar een voorbeeld van. Aan de andere kant geldt; het terrein krijgt in vergelijking met het verleden wel een  intensiever gebruik.”
De nieuwbouw  - in de koopsector - acht Spek aantrekkelijk  voor gezinnen. “Voor de stad is het enorm belangrijk dit soort woningen te creëren. Ook in de Pijp waar zoveel jonge huishoudens hun start hebben gevonden op een kleine bovenverdieping. En die willen graag doorgroeien.”


In aanbouw

Oostpoort: winkelrondje en smalle straten

Wonen, winkelen, leren, werken, sporten, muziek maken, dansen, trouwen, eten en drinken. In het  centrumgebied van Amsterdam-Oost worden bestaande voorzieningen, zoals het Sportfondsenbad, gecombineerd met een nieuw stadsdeelkantoor, een groot winkelgebied, allerlei culturele voorzieningen en scholen. Ook komen er veel woningen. In alle soorten en maten.
Sjoerd Soeters ontwierp het stedenbouwkundig plan voor Oostpoort, voorheen ook wel aangeduid als het Polderweggebied. Ook bewaakt hij als supervisor de te realiseren architectonische kwaliteit. Het ontwerp was volgens hem geen gemakkelijke opgave. “Het gebied grenst aan een vaart, een spoordijk en een winkelstraat. Hoe krijg je mensen vanuit de Linnaeusstraat het gebied in.  Niemand wil op een doodlopend spoor belanden.  We hebben speciaal voor het winkelend publiek een rondje gemaakt. Dat doen we de laatste tijd eigenlijk in al onze winkelplannen.”
In  stijl met zijn planopvattingen is de openbare ruimte maximaal gekrompen. ”Ruimte mag nooit anoniem zijn. We hebben daarom gekozen voor supersmalle straten. Die worden afgewisseld met een aantal pleinen. Het stadsdeelkantoor ligt aan een plein. Bij het voormalige politiebureau komt een plein. En midden in het gebied hebben we een ovaal plein gesitueerd. Die afwisseling is van het grootste belang. Zo creëren we afwisseling tussen zon en schaduw. En vanaf het plein bij het stadsdeelkantoor bieden we uitzicht op het water. Speciaal daarvoor is een deel van de kade verlaagd.”
Tijdens de planontwikkeling moest het bouwvolume opgepompt. “We hebben geworsteld met grondopbrengsten.  Op een gegeven moment zei de wethouder: er is een tekort van 50 miljoen. Kunnen er woningen bij? Daar hebben we hard aan gewerkt.”
Wonen krijgt een eigen identiteit in een ronde drum, in de contour van de gashouder die daar ooit heeft gestaan, kade georiënteerde stadswoningen, patioachtige woningen aan een straatje en een groot woningblok inclusief een woontoren aan de spoordijk. ‘De compacte manier van het bij elkaar brengen van verschillende typologieën,  samen met behoorlijke aantallen leidt tot de aanwezigheid van meer mensen in het openbaar gebied. En tot meer levendigheid.’ Meest enthousiast is Soeters  over de drie bouwblokken aan het ovale plein. Een intieme plek. Door gebruik van ver uitstekende kroonlijsten raken de drie gebouwen elkaar bijna. Voor alle woningen geldt dat ze nauwkeurig verbonden zijn met de openbare ruimte. ”We willen geen gebouwen die daar als een ijzeren Hein staan.”


Gebouwd

Westerdok: Metropolis-gevoel aan het IJ

Het Westerdokseiland heeft een bebouwing van 120 woningen per hectare; zo zien hoge dichtheden er dus uit. De hoogstedelijke omgeving wordt gekenmerkt door de torens die op de binnenterreinen zijn gebouwd en die boven de andere hoogbouw uitsteken. En natuurlijk door de ‘periscopen’ van La Grande Cour, het gedeelte het dichtst bij het Centraal Station, dat in 2007 als eerste werd opgeleverd. De architecten wilden met de deels overhangende constructies ervoor zorgen dat zoveel mogelijk woningen uitzicht op het IJ zouden hebben. Een lovenswaardig streven, maar is La Grande Cour een leefbaar complex?
“Ja zeker,” zegt bewoonster Claudia Terpstra volmondig. Terpstra heeft enige tijd in Diemen gewoond en is blij dat ze weer midden in de stad zit. Het is ook een goede buurt voor haar kinderen van veertien en zestien, meent Terpstra.
Je zit wel heel dicht op elkaar. “Er zijn hier heel grote ramen, waardoor je veel inkijk hebt. We hebben daarom ‘s avonds altijd de gordijnen dicht.”
Jody van den Boogert woont met zijn gezin aan de binnenzijde van de Westerdok-kant. Op de zesde verdieping, want het was voor hem een voorwaarde dat hij nog wat lucht zou zien. “Dat opeengepakte en dat overhangende gedeelte geven het gevoel alsof je in Hongkong zit, of in de film Metropolis van Fritz Lang.”
Van den Boogert, die huurt van Eigen Haard, heeft nu nog via een smalle strook tussen de bebouwing door uitzicht op het IJ. Dat wordt straks weggenomen door het nieuwe gerechtsgebouw. “Dat hadden we kunnen weten, maar wij moesten binnen een dag beslissen of we de woning namen, en dan zoek je dat soort dingen niet uit.”
De dakterrassen, met hun adembenemende uitzicht en vrije toegankelijkheid voor alle bewoners, hadden het gebrek aan buitenruimte en uitzicht goed moeten maken. Helaas gooiden hangjongeren er steentjes naar beneden en in de ventilatieschachten. “Enkele terrassen zijn nu tot ‘werkterrassen’ verklaard en afgesloten. We moeten nu via de berging naar een ander deel om een terras te bereiken. Een vreemde maatregel, waarbij wij als huurders niets hadden in te brengen.”
Daarbij hangt sinds kort in de open binnenruimte een bord met de mededeling dat kinderen daar niet mogen spelen. Terwijl Van den Boogert die ruimte juist zag als een veilige speelplek voor zijn koters van vier en zeven. Navraag leerde dat ook deze maatregel vooral tegen hangjeugd is gericht, maar Jody is er niet gerust op. “In de brochure stonden juist plaatjes van spelende kindertjes in levendige gemeenschappelijke ruimten. Heel jammer als dat niet kan. De locatie en de bonte verscheidenheid van bewoners – huurders en kopers uit alle culturen en van alle leeftijden – ervaar ik nog steeds als zeer positief.”

Jaco Boer