Overslaan en naar de inhoud gaan

‘Betrek onderwijs bij stedelijke vernieuwingsopgave’

Image

Ondanks de grootschalige opknapbeurt gaapt in de Indische buurt een groeiende kloof tussen arm en rijk. Het onderwijs moet daarom nauwer bij de komende vernieuwing van Slotermeer worden betrokken, vonden bestuurders en corporatiemanagers tijdens de jongste editie van Pakhuis NUL20.

De Indische buurt heeft in de afgelopen vijftien jaar een metamorfose ondergaan. Jeroen Slot van OIS toonde een volgepakt Pakhuis de Zwijger met statistieken hoe vooral het noordwestelijk deel van de wijk heeft geprofiteerd van de grootschalige vernieuwingsoperatie van de afgelopen twee decennia. Het aandeel koopwoningen ligt er inmiddels boven het Amsterdams gemiddelde. Dat geldt ook voor het aandeel nieuwe stedelingen. Zij kwamen af op de gerenoveerde en deels samengevoegde en verkochte vooroorlogse woningen die zich in dit deel van de buurt concentreren. In de rest van de wijk domineert nog altijd de sociale huurvoorraad en zijn de leefbaarheidsscores minder sterk gestegen dan in het noordwesten. De Indische buurt lijkt zo een wijk van twee snelheden te worden met groeiende verschillen in leefstijlen en inkomen, waarschuwde Slot. Gentrificatie en precariaat bestaan er pal naast elkaar.

In het daaropvolgende tafelgesprek domineerde het ongemak over deze groeiende kloof en het onvermogen van corporaties en stadsbestuur om die aan te pakken. Faroez Azarhoosh, die al dertig jaar in de wijk woont, loofde de inspanningen van alle betrokkenen om de buurt veiliger en aantrekkelijker te maken. Maar nog altijd gaat in de Indische Buurt één op de vier kinderen met honger naar school. “Achteraf gezien had er veel meer moeten gebeuren in de wijk.” De deelnemers waren het met elkaar eens dat de huidige sociale woningvoorraad in ieder geval niet kleiner mag worden. Zo kan de buurt toegankelijk blijven voor Amsterdammers met een bescheiden inkomen. Voormalig wethouder Arjan Vliegenthart vroeg zich wel af hoe deze groep het gevoel kan houden dat de wijk ook van hen is. “Niet iedere bewoner kan en wil vier euro voor een cappuccino neerleggen. De buurt wordt steeds meer gedomineerd door voorzieningen die zich richten op een koopkrachtige groep.”

Driehoeksverhouding

De zorgen over de ontwikkelingen in de Indische buurt sijpelden ook door in de vooruitblik op de vernieuwing van Slotermeer. Procesmanager Guido Wallagh van INBO legde uit dat door het verdichten van de wijk de sociale huurvoorraad de komende jaren op peil kan blijven. Maar om de sociale problemen in de Dichters-, Couperus- en Lodewijk van Deysselbuurt aan te pakken moet er meer gebeuren. Zo pleitte hij er hartstochtelijk voor om het onderwijs nauwer bij de fysieke vernieuwing te betrekken. “Er moet een hechte driehoeksverhouding ontstaan tussen thuis, school en de buurt.” Wallagh maande de partijen ook tot heldere keuzen en een hoger tempo. “We hebben al vijftien jaar verloren. We moeten nu doorpakken en pragmatisch aan de slag met arrangementen op maat per ontwikkelbuurt.”

Corporatiedirecteur Hester van Buren van Rochdale sloot zich daar van harte bij aan. “Bewoners hebben te lang in de kou gestaan. Daarom gaan we in januari in de Lodewijk van Deysselbuurt met de vernieuwing beginnen.” Ze maakt zich wel zorgen over de effecten van de stapeling aan ambities van het huidige stadsbestuur en de groeiende verkokering in het gemeentelijk apparaat. “Ik moet dadelijk 180.000 euro in een woning investeren waar ik de plattegrond niet mag veranderen, omdat het cultureel erfgoed is. Bewoners zijn daar helemaal niet mee bezig. Voor hen staat de betaalbaarheid van hun woning op de eerste plaats.”