Overslaan en naar de inhoud gaan

Huurverlaging voor lage inkomens krijgt brede steun in de Kamer

Image

Het leek een formaliteit en dat was het ook. Gisteren nam de Tweede Kamer met brede meerderheid het voorstel aan tot huurverlaging voor arme huurders van corporatiewoningen. Per 1 juli wordt de huur voor huurders met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum verlaagd tot 575 euro. Althans als ook de Eerste Kamer instemt. Huurders in de particuliere sector kunnen geen aanspraak maken op deze verlaging.

Deze huurverlaging was afgesproken in de Nationale Prestatieafspraken voor de corporatiesector. De opstellers daarvan zijn Aedes, de Woonbond, de VNG en de Minister voor VRO. De Raad van State was in zijn advies niet erg positief over de regeling, met name omdat huishoudens die niet van woningcorporaties huren zo niet worden bereikt. Dat zou met een verruiming van de huurtoeslag bijvoorbeeld wel het geval zijn. 

Volgens het onderzoek WoON2021 dreigen bij zo'n 230.000 huurders mogelijke betalingsproblemen. De maatregel is onderdeel van een programma om de woonlasten voor huurders met een laag inkomen terug te dringen. Daartoe hoort ook de eerdere huurbevriezing en de regeling voor het 'passend toewijzen'. Er is uiteraard ook een keerzijde: de maatregelen hebben een permanente doorwerking in de huurinkomsten van de corporaties en verminderen dus hun investeringsruimte in onderhoud, verduurzaming en nieuwbouw. 

Wie heeft recht op deze huurverlaging?
De huurverlaging per 1 juli geldt voor huurders met een inkomen lager dan 120 procent van het sociaal minimum. De inkomensgrenzen zijn:
  • Eenpersoonshuishoudens tot AOW-leeftijd: € 23.250 per jaar
  • Meerpersoonshuishoudens tot AOW-leeftijd: € 30.270 per jaar
  • Eenpersoonshuishoudens vanaf AOW-leeftijd: € 24.600 per jaar
  • Meerpersoonshuishoudens vanaf AOW-leeftijd: € 32.730 per jaar

De huur van corporatiewoningen wordt voor deze huishoudens verlaagd naar maximaal € 575.