Overslaan en naar de inhoud gaan

Stadgenoot oneens met bedrijfslasten-oordeel CFV

Stadgenoot oneens met bedrijfslasten-oordeel CFV

De Amsterdamse corporatie Stadgenoot heeft bezwaren tegen de wijze waarop het Centraal Fonds Volkshuisvesting de bedrijfslasten van corporaties berekent en vergelijkt. Het CFV vroeg Stadgenoot eind november jaar opheldering over de hoge bedrijfslasten. Stadgenoot presenteerde volgens het CFV over 2009 de hoogste bedrijfslasten van alle Amsterdamse corporaties met 1969 euro per verhuureenheid (VHE), inclusief 89 euro aan leefbaarheidsuitgaven. Stadgenoot komt zelf echter op enkele honderden euro’s lager uit.

Volgens de corporatie kloppen de cijfers van het CFV niet. In werkelijkheid zou Stadgenoot 325 euro per VHE lager uitkomen, of 236 euro lager inclusief de 89 euro leefbaarheidsuitgaven. Financieel directeur Rogier Doomen: “Dat scheelt nogal wat. Hoewel Centraal Fonds zijn rapportage baseert op feiten en gegevens die door ons zijn aangeleverd, wordt door de enkelvoudige benadering, de onjuiste correcties, de vermenging van zeer verschillende lastensoorten, het hoge abstractieniveau en de wijze van presentatie een beeld geschetst van de bedrijfslasten dat geen recht doet aan de werkelijke situatie.”
Ook na de gewenste correctie heeft Stadgenoot volgens het CFV overigens nog steeds de hoogste bedrijfslasten van de Amsterdamse corporaties. De corporatie zit nog steeds boven het landelijk gemiddelde en die van de referentiegroep.
Doomen erkent dat de bedrijfslasten van Stadgenoot te hoog waren. Daar is volgens hem sindsdien hard aan gewerkt. Als onderdeel daarvan is in 2010 het efficiëntieprogramma De Nieuwe Koers gestart. Sindsdien is bijna tien procent van het personeel afgevloeid. Bovendien is er een traject gestart van normexploitatie, waarbij per onderscheiden vastgoedtype een exploitatie wordt vastgesteld gebaseerd op externe benchmarks. Doomen: “Ik durf nu vast te melden dat we over 2010 met een goed resultaat komen.”

Afgezien van de discussie over de precieze cijfers kun je volgens Doomen bedrijfslasten van corporaties in het land niet zomaar naast elkaar leggen. Dat is appels en peren vergelijken vanwege de enorme verschillen in het type woningbezit. Daarbij is het volgens hem belangrijk onderscheid te maken tussen vastgoedgebonden en organisatiegebonden bedrijfslasten. “Als je de efficiëntie van een organisatie wilt beoordelen, moet je naar die laatste kijken. En onze organisatiegebonden bedrijfslasten zijn in 2009 met tien procent gedaald ten opzichte van het jaar ervoor.”
Daar staat tegenover dat de vastgoedgebonden bedrijfslasten van Stadgenoot zeer fors zijn gestegen in 2009. Dat komt volgens Doomen vooral door de economische crisis en de nasleep van de fusie. Vanwege het annuleren van tal van projecten is in 2009 voor 2,3 miljoen euro aan acquisitie- en voorbereidingskosten in de boeken opgenomen. Daarnaast worstelde Stadgenoot in 2009 nog met het doorberekenen van alle servicekosten aan de huurders. Omdat een accurate administratie ontbrak, mede door de fusie van AWV en Het Oosten, nam de corporatie 2 miljoen euro aan servicekosten voor eigen rekening.

Zie voor vergelijking bedrijfslasten: Eigen Haard, niet sexy, wel slank (NUL20, maart 2011)

Trefwoorden