Overslaan en naar de inhoud gaan

‘Helft minder nieuwe sociale huurwoningen door verhuurderheffing’

Image

De verhuurderheffing heeft tot gevolg dat woningcorporaties tienduizenden huizen minder kunnen bouwen. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van Aedes, Woonbond en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Steeds meer gezinnen zitten met smart op een betaalbare woning te wachten. Zij vinden het dan ook ongelooflijk, dat het kabinet ondanks de wooncrisis vasthoudt aan deze heffing.

De verhuurderheffing is nu 1,7 miljard euro per jaar. Zo’n 95 procent daarvan wordt betaald door woningcorporaties. De rest komt van andere eigenaren van sociale huurwoningen. Onderzoeksbureaus Companen en Thésor hebben zowel naar de aanleiding van de heffing, als naar de financiële en volkshuisvestelijke effecten gekeken. De onderzoekers concluderen dat de verhuurderheffing een substantieel negatief effect heeft op investeringen van corporaties. De verhuurderheffing roomt de inkomsten van corporaties fors af. Dat gaat rechtstreeks ten koste van hun mogelijkheden om te investeren in bijvoorbeeld nieuwbouw en verduurzaming. De onderzoekers becijferden dat corporaties zonder de verhuurderheffing hun nieuwbouwproductie zouden kunnen verdubbelen.

De onderzoekers maakten ook een analyse van de belastingdruk voor verschillende typen verhuurders. Het beeld is vaak dat financieringsvoorwaarden corporaties een voordeel geven op commerciële verhuurders. Door de verhuurderheffing en de stapeling met vennootschapsbelasting en ATAD liggen de verhoudingen juist tegenovergesteld. Corporaties hebben een fors hogere belastingdruk dan institutionele beleggers en particuliere verhuurders, terwijl ze voor grote maatschappelijke opgaven staan.

De beoordeling van de effecten van de verhuurderheffing loopt vooruit op een evaluatie door het Rijk. En komt op het moment dat politieke partijen zijn begonnen aan het formuleren van hun verkiezingsprogramma’s. Companen en Thésor hebben geen rekening gehouden met mogelijke effecten van de coronacrisis en de snel oplopende staatsschuld.