Overslaan en naar de inhoud gaan

Grote vertraging dreigt bij aanleg warmtenetten

Image

Veel projecten voor stadsverwarming liggen stil, aldus de Stichting Warmtenetwerk. Dat komt omdat de betrokken energiebedrijven hun investeringen hebben bevroren vanwege de nieuwe warmtenet. Die maakt het onzeker of ze hun investeringen terug kunnen verdienen. Minister Rob Jetten stelt in de wet namelijk de eis dat nieuwe en bestaande warmtenetten op termijn in meerderheid in publieke handen (lees: gemeenten) moeten komen. De nieuwe warmtewet die dit regelt moet in 2025 ingaan. Door de huidige onzekerheid is het voor de warmtebedrijven onduidelijk of het verantwoord is om nu te investeren, aldus de Stichting in een brandbrief.

Die stichting ziet in de hele warmteketen projecten stilvallen en investeringen afnemen. De doelen voor verduurzaming en het behalen van de klimaatdoelen in 2030 raken daardoor uit zicht. Op dit moment hebben ongeveer een half miljoen Nederlandse huizen stadsverwarming, slechts 6 procent van alle woningen.

Publieke infrastructuur?

Na de bekendmaking van de 'nationalisatie' kondigden energiebedrijven als Vattenfall direct een investeringsstop aan tot er meer duidelijkheid komt. Vorige week stond in Den Haag een commissiedebat over de Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw) op de agenda. Deze week overleggen energiebedrijven en gemeenten met de minister. Volgens Ernst Japikse van Stichting Warmtenetwerk - 'we zijn geen lobbyclub' - moet het kabinet de energiebedrijven meer investeringszekerheden bieden.

Gemeenten hebben eerder zelf aangedrongen bij het kabinet op meer publieke controle over de warmtenetten. Dit omdat de warmteleverancier een monopolist is; gebruikers niet kunnen overstappen. Een warmtebedrijf in overheidshanden zou meer tariefzekerheid geven en minder weerstand oproepen om over te stappen. "Een gemeente vergist zich als ze denkt dat ze een warmtenet zomaar kan aanleggen. Het is een vak, zeker in de huidige volatiele markt. Commerciële partijen zijn nodig," aldus Japikse in het FD. Bovendien zou de overheid, net als destijds bij het gasnetwerk, ook de aanleg (mede) moeten gaan financieren.

Vertraging

In grote steden zijn plannen in uitvoering of liggen ze klaar om veel meer sociale huurwoningen aan te sluiten op stadsverwarming. Woningcorporaties maken zich zorgen. In Amsterdam dreigt bijvoorbeeld uitstel van verduurzaming van bijna 600 woningen in de K-torens van Lieven de Key in Zuidoost. De corporatie heeft net een uitgebreid participatietraject achter de rug waarin de bewoners hebben gekozen voor een renovatie in combinatie met de aanleg van stadsverwarming. Vattenfall is daarbij betrokken.

In andere gevallen zijn contracten wel al getekend en zal op termijn moeten worden heronderhandeld over een nieuwe eigendomsverhouding. Zo sloot Amsterdam met Eneco een contract voor de aanleg van een laagtemperatuur warmtenet in de nieuwbouwwijken Amstelkwartier 3e fase, het Kauwgomballenkwartier en Werkstad Overamstel (bij elkaar ook wel het 'WAD-kwartier' genoemd). De energiebron is daar koelwater van een datacenter in combinatie met warmte- en koude-opslag. Volgens de huidige afspraken financiert, onderhoudt en exploiteert Eneco het systeem voor de komende dertig jaar.


Van wie zijn de Amsterdamse warmtenetten?

Image
Warmtenetwerk Amsterdam - stadsverwarming

In Amsterdam zijn alle warmtenetwerken nu volledig in handen van private partijen, uitgezonderd Westpoort Warmte:

- Vattenfall bezit het grote netwerk in het zuiden en oosten van de stad.

- Vattenfall bezit ook het netwerk in het westen en noorden van de stad.

- Eneco heeft (ingeplande) warmtenetten in het WAD-kwartier en Strandeiland.

- Eteck bezit het warmtenet op Centrumeiland.

- Westpoort Warmte is 50/50-deelneming van gemeente Amsterdam en Vattenfall.

Geen van deze warmtenetwerken voldoet kortom aan het voornemen van het kabinet dat op termijn een meerderheid van de aandelen in publieke handen moet zijn. Het Zweedse staatsbedrijf Vattenfall nam in 2009 NUON, een voormalig Nederlands overheidsbedrijf, over voor tien miljard euro. Dat bleek een financiële miskleun en de Zweedse belastingbetaler draaide er voor op.