Overslaan en naar de inhoud gaan

'Groeiende behoefte aan medehuurderschap inwonende mantelzorgers'

Image

Amsterdamse corporaties bieden onvoldoende ruimte aan medehuurderschap voor inwonende mantelzorgers, dat schrijft !Woon in een bericht aan de gemeente. Steeds vaker willen inwonende kinderen in hun ouderlijk huis blijven, maar dergelijke aanvragen worden door corporaties vaker niet dan wel gehonoreerd.

De lokale teams van !Woon krijgen in toenemende mate te maken met hulpvragen van thuiswonende volwassen kinderen die medehuurderschap willen aanvragen op het huurcontract van de ouders. Ouderen moeten zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen. Met als gevolg dat meer kinderen in een mantelzorgrelatie met hun ouders groeien. De reden dat deze kinderen formeel medehuurderschap willen regelen is, dat zij moeten denken aan hun woonzekerheid na overlijden of uithuisplaatsing van de hoofdhuurder naar een verpleeghuis of hospice. Op dat moment wordt de huur opgezegd en moet de achterblijvende bewoner binnen zes maanden de woning verlaten.

Het gaat volgens !Woon om mantelzorgsituaties van gemiddeld tussen de vijf en twintig jaar. Corporaties verlangen voor medehuurderschap bewijzen in de vorm van bijvoorbeeld gemeenschappelijke verzekeringen of een gezamenlijke bankrekening. Andere bewijzen, zoals een PGB-contract tellen niet. Daardoor kan het voorkomen dat een dochter, die al tien jaar een formele zorgrelatie heeft met haar moeder, haar aanvraag ziet afgewezen. Formeel is mantelzorg wel een urgentiegrond, maar dat gaat om het vinden van een woning in de buurt. In deze gevallen gaat het om mensen die kunnen en willen inwonen.

!Woon vraagt corporaties de eisen voor medehuurderschap te heroverwegen, vaker maatwerk te leveren en de voorlichting over medehuurderschap te verbeteren. Van de gemeente wordt daarnaast gevraagd de behoeften van deze specifieke groep mantelzorgers mee te nemen in de nieuwe huisvestingsverordening.