Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Focusgebieden
Focusgebied nog steeds armste wijk van Amsterdam
Aantrekkelijke ligging biedt perspectief

Hoewel steeds meer ‘nieuwe stedelingen’ de wijk in Amsterdam-Noord weten te vinden, is Volewijck nog altijd een van de armste wijken van Amsterdam. Stadsdeel en corporatie Ymere zetten hoog in op het aantrekkelijker maken van de buurt voor Amsterdammers van over het IJ. Met de ongeveer 12,5 miljoen euro focusgeld voor Noord wordt nieuw beleid ontwikkeld en bestaand beleid intensiever voortgezet.

Acht focusgebieden: zo zit het

De tijd van de grootschalige stedelijke vernieuwing is voorbij. Het geld is op. Amsterdam heeft besloten de resterende gemeentelijke vernieuwingsgelden te concentreren in acht gebieden in plaats van 33. Wethouder Freek Ossel in april 2011 over de nieuwe aanpak: “Wij nemen met de stadsdelen de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor die gebieden. De middelen worden in één portemonnee gestopt. Nu gaat het ons erom met gebiedsgerichte arrangementen het verschil te maken.” Deze ‘focusgebieden’ zouden er op basis van de opgestelde criteria het beroerdste voorstaan.
NUL20 heeft bijna alle focusgebieden bezocht:

De plek waar in de middeleeuwen de ter dood veroordeelden bungelden op het bekende galgenveldje is tegenwoordig hip en trendy. Filmmuseum Eye en de Tolhuistuin – die zich tot een culturele enclave ontwikkelt –  trekken zoveel bezoekers dat al wordt nagedacht over extra veerdiensten. In de Shelltoren komen binnenkort onder meer een nachtclub en een hotel. De nieuwbouw langs de Noordelijke IJ-oever heeft een andere, rijkere, bevolking naar Noord gelokt. De Noord/Zuidlijn zal het stadsdeel straks beter ontsluiten dan ooit. Noord is kortom ‘booming’.
Hoewel, wie de Van der Pekbuurt inslaat vanaf het IJ, betreedt direct een andere wereld. Het is daar vooral wachten op de stedelijke vernieuwing. In het plangebied waar straks gesloopt of vernieuwd wordt – deze slepende discussie wordt op zijn vroegst deze zomer afgerond als de eerste proefwoningen zijn gerenoveerd –  zijn ondertussen al honderden bewoners uitgeplaatst. Zij hebben plaatsgemaakt voor tijdelijke bewoners - studenten en creatieven - die hun stempel drukken op de buurt. Zeer actieve buurtbewoners proberen ondertussen hun karakteristieke en betaalbare woningen te behouden.
Ondertussen blijft de status quo gehandhaafd. Stadsdeel en corporatie Ymere proberen met tijdelijke voorzieningen en activiteiten meer reuring in het gebied te brengen. En twee horeca-ondernemers van naam hebben zich op het Van der Pekplein gevestigd.
De heringerichte Van der Pekstraat moet straks in de visie het stadsdeel de ‘rode loper’ naar het oude Noord worden, maar vooralsnog blijft Volewijck een zorgenkindje voor stadsdeel en corporaties. Omdat bijna 90 procent van de bebouwing bestaat uit (kleine) sociale huurwoningen is de wijk een vanzelfsprekende woonstek voor minimumhuishoudens. Door sloop en vernieuwing elders in de stad is het aandeel kwetsbare bewoners verder toegenomen. Vooral in de Van der Pekbuurt is veel armoede en werkloosheid.

Herinrichting Van der Pekstraat

Sinds Volewijck enkele jaren geleden werd aangemerkt als ISV-wijk (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) zitten de buurten wel in de lift. Zo werden en worden ook in de toekomst ondernemers warm gemaakt een zaak te beginnen in de Van der Pekbuurt via de kansenzoneregeling. Herinrichting van Van der Pekstraat en –plein zit in de planning. Op het Mosveld – nu tijdelijk opgeknapt  – start in 2014 zo goed als zeker de bouw van een nieuw winkelcentrum met zestig woningen. De door de crisis flink uitgeklede plannen zijn inmiddels vrijgegeven voor inspraak. De markt op het Mosveld verhuist dan in elk geval tijdelijk en misschien voorgoed naar de Van der Pekstraat.
Verder ondergaat het sterk verouderde Floraparkbad een metamorfose en wordt omgedoopt tot Noorderparkbad. In het Noorderpark zelf wordt een nieuw paviljoen gebouwd voor culturele activiteiten.
Marcia Meerum Terwogt is projectleider ISV Volewijck. Zij noemt Volewijck een “door de aantrekkelijke ligging in potentie goede wijk”. Ze benadrukt wel de verschillen tussen de Bloemenbuurt – uitgezonderd Floradorp dat ook veel probleemgezinnen kent – en de Van der Pekbuurt. “In de Bloemenbuurt worden steeds meer woningen verkocht en dat blijkt gunstig. Kopers besteden meer zorg aan hun woonomgeving en zetten zich ook meer in voor de buurt. Toch zien we ook in de Van der Pekbuurt het aantal bewonersinitiatieven stijgen.”
Als voorbeeld noemt Meerum Terwogt de opkomst tijdens de Kerstmarkt eind vorig jaar. “We hebben zo’n negenhonderd bezoekers geteld en 125 bewoners namen de moeite een kaartje in te vullen met daarop hun wensen voor de buurt. Het aantal vrijwilligers dat meehielp met de organisatie was indrukwekkend. Daaruit mag je concluderen dat de betrokkenheid groot is. Ook in de toekomst gaan we door met bewonersinitiatieven waar mogelijk te stimuleren en te honoreren.”
Een groot probleem blijft het beheer van de openbare ruimte. Hoewel er al flink is geïnvesteerd in  ‘schoon, heel en veilig’, bepaalt zwerf- en grofvuil vaak het straatbeeld. Nieuwe maatregelen staan op het programma. De investering in veiligheid met het Buurtveiligheidsteam is redelijk effectief gebleken.

Akkoord aanpak Van der Pekbuurt
Al ruim acht jaar wordt er gesproken over een grootschalige aanpak van de volkswijk. De grote kwestie: slopen of renoveren. Ymere en de Huurdersvereniging Van der Pekbuurt tekenden eind februari een overeenkomst over de aanpak. Een projectgroep Van der Pekbuurt onderzoekt de voor- en nadelen van verschillende varianten: hoogwaardige renovatie, nieuwbouw, instandhouding en cascoverkoop/kluswoningen. In deze projectgroep zitten Ymere, de Huurdersvereniging, stadsdeel Noord en Bureau Monumentenzorg & Archeologie (BMA). Na het onderzoek stelt de projectgroep een plan van aanpak op dat draagvlak heeft bij de bewoners. Dit plan geldt voor het onderzoeksgebied ten zuiden van de Jasmijnstraat: 367 van de totaal 1500 woningen.  In de rest van de buurt komt een onderhouds- en verbeterbeurt om de woningen op peil te houden totdat de aanpak daar begint. Ook start Ymere dit voorjaar met de renovatie van een voorbeeldblok in de Van der Pekstraat.

Meidenbus

De score van Volewijck op de veiligheidsindex is weliswaar verbeterd, maar ten opzichte van de rest van de stad – Zuidoost uitgezonderd – doet de wijk het slecht op gebied van overlast, geweld en vandalisme door jongeren.
Veel jongeren kampen met sociaal-emotionele problemen, zegt straathoekwerker Karl Kaspers. Hij werkt sinds acht jaar in de buurt en herkent de problemen. “In de Van der Pekbuurt waar voornamelijk allochtone jongeren wonen zie je veel problemen achter de voordeur. Die jongens worden door conflicten met hun ouders de straat op gedreven en meegezogen in de straatcultuur en soms escaleert dat richting criminaliteit. Vaak is die drugsgerelateerd.”
Floradorp is een van de ‘witte enclaves’ in Amsterdam-Noord. Kaspers: “Daar is de sociale controle veel groter; iedereen kent elkaar. Toch glijden daar niet minder jongeren af richting criminaliteit. Dan gaat het vaak om illegale handel, zwart werken enzovoort. Terwijl onder de jongeren in de Van der Pekbuurt voornamelijk softdrugs worden gebruikt, consumeert men in Floradorp veel meer ‘zware’ drank.”
Streetcornerwork maakt deel uit van het Buurtveiligheidsteam. Kaspers ziet ondanks alle inspanningen van de afgelopen jaren niet echt een verbetering: “Er lopen ook veel jongeren rond met een licht verstandelijke beperking. Daar kun je melding van maken maar vervolgens loop je tegen wachtlijsten aan in de hulpverlening. Gelukkig zijn die inmiddels iets korter geworden.”
Als het aan Kaspers ligt, wordt er de komende jaren niet bezuinigd op jeugdhulpverlening. Heel positief vindt hij de aanvraag om een Meidenbus van Streetcornerwork rond te laten rijden. “Meisjes hebben andere problemen dan jongens – denk aan loverboys en andere vormen van misbruik – en in zo’n bus kunnen ze hun problemen kwijt en kunnen ze worden doorverwezen naar hulpinstanties.” Elders in de stad wordt deze bus al ingezet.
In Volewijck wordt de komende jaren extra aandacht besteed aan risicojongeren. Via sportactiviteiten en coaching en het aanbieden van stageplaatsen hoopt het stadsdeel jongeren beter te bereiken. Bovendien opent deze week het Jongeren Informatie Punt (JIP) zijn deuren bij het nieuwe ROC-gebouw op het Buikslotermeerplein. Daar kunnen jongeren met al hun vragen terecht en worden zonodig doorverwezen naar jeugdinstellingen. Ook in de Van der Pekbuurt komt een klein informatiepunt voor jongeren.

 

De staat van Volewijck
Volewijck (bijna 9400 inwoners) bestaat uit de Van der Pek- en de Bloemenbuurt. De wijk ligt aan het IJ, recht tegenover het Centraal Station en loopt vanaf de Tolhuistuin via het Mosplein naar Floradorp. Oostelijk van de Bloemenbuurt ligt het Noorderpark. Het gros van de 4.800 woningen dateert uit de jaren twintig. Het aandeel koopwoningen is de afgelopen jaren gestegen van 1 tot 7 procent, maar het aandeel sociale huurwoningen is met bijna negentig procent nog altijd zeer hoog.   Volewijck is een van de armste wijken van Amsterdam en het aantal minimumhuishoudens neemt nog steeds toe. Het grootste probleemgebied is in alle opzichten de Van der Pekbuurt. Van de bevolking in Volewijck is 51 procent alleenstaand en 13 procent vormt een eenoudergezin. De helft van de  inwoners is autochtoon, net als in de rest van Amsterdam. Bijna de helft van de beroepsbevolking is laag opgeleid en de werkloosheid is hoog. Zeven procent van de inwoners is geregistreerd werkzoekende. In heel Noord is dat 4,9 procent. Het aantal bedrijfsvestigingen in de wijk is ten opzichte van 2000 verdubbeld. Vooral het aantal eenmanszaken is fors gestegen. Toch steeg het aantal werkzame personen nauwelijks. Het aantal meldingen bij meldpunt Zorg en Overlast is bijna twee keer zo hoog als in de rest van Noord. Ook zijn er relatief gezien veel incidenten van huiselijk geweld. Lichtpuntjes zijn het dalende aantal vroegtijdig schoolverlaters en stijgende Cito-scores. De wijk scoort nog steeds hoog op de risicofactorindex wat betreft jeugdcriminaliteit, maar ook daar is lichte verbetering zichtbaar. Er wonen veel jongeren in de wijk: 34 procent is jonger dan 23 jaar. In de rest van Noord is dat 29 procent en in heel Amsterdam precies een kwart. Van die jongeren groeit 41 procent op in een minimumhuishouden. De Cito-score is veel lager dan gemiddeld in Noord (en de rest van de stad). Lichtpuntje is dat het aantal voortijdig schoolverlaters is gedaald naar 16 procent; in 2007 was dat nog 24 procent. Er wonen veel grote gezinnen in de wijk. En veel gezinnen wonen in te kleine huizen. Volgens officiële normen woont 27 procent te krap (in heel Noord is dat al 24%). Door sloop is het aandeel sociale huurwoningen sinds 2004 gedaald van 82 tot 63 procent in 2011. Het aandeel koopwoningen steeg sinds 2000 van 15 tot 28 procent.

 

Janna van Veen