Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Vijfde verdieping
“Reorganiseren hoort er tegenwoordig gewoon bij”
DMB+DW+OGA

Vanaf 1 januari heeft Amsterdam een nieuwe organisatiestructuur op het gebied van bouwen, wonen en stedelijke ontwikkeling. De Dienst Ruimtelijke Ordening blijft wat hij is, maar verder verandert alles. Het huidige Grondbedrijf fuseert met de ‘bouwpoot ‘ van de Stedelijke Woningdienst (SWD); de SWD-onderdelen die te maken hebben met vergunningverlening en inspectie (bouw- en woningtoezicht) worden ondergebracht bij de Milieudienst. Die dienst gaat Dienst Milieu en Bouwen (DMB) heten; de leiding blijft bij Joke Goedhart. Het ‘restant’ van de SWD wordt de Dienst Wonen. Vooral voor de SWD en het Grondbedrijf is deze reorganisatie een forse ingreep. 
 

Edo Arnoldussen, directeur Ontwikkelingsbedrijf (OGA)

Grondbedrijf-directeur Edo Arnoldussen ervaart de reorganisatie als een ingrijpende operatie. "Wij moeten honderd mensen integreren. Het is echt een fusie. Iedere afdeling krijgt iets van beide organisaties, zo hebben we het opgezet."
 

Waarom is de reorganisatie, kosten tien miljoen euro, zijn geld waard?

“Dat is altijd zo'n moeilijke vraag. Het zijn vooral verhuiskosten. Voor ons is het een geruststellende gedachte dat we toch al op zoek waren naar een andere ruimte. We zitten nu in twee panden. Over twee jaar wil ik ergens anders zitten.
Straks zit bij ons woningbouwprogrammering samen met gebiedsprogrammering, en woningbouw samen met kantoorbouw. Hopelijk betekent dat enerzijds een kwaliteitsimpuls voor kantoorlocaties en anderzijds meer kostenbewustzijn bij de woningprogrammering. Ik hoop dat we zo'n vergissing als IJburg niet nog een keer maken. Het kwaliteitsstreven was wat doorgeslagen. Vierkante meters en goede buitenruimte blijven voor de gewone consument toch de belangrijkste kwaliteitscomponent. Als we binnen één organisatie kwaliteit en kosten wat beter kunnen afstemmen, is die tien miljoen al gauw weer binnen. Het voordeel is dat er nu één organisatie is waar die afweging tussen kosten, kwaliteit en tijd wordt gemaakt."

Kunt u de missie van de nieuwe dienst toelichten?
"Wat de nieuwe dienst echt aan nieuwigheid biedt is ten eerste een ongedeelde verantwoordelijkheid voor de woning- en kantoorprogrammering. Voorlopig doet de woningbouwregisseur nog de woningbouwprogrammering. Dat is natuurlijk handig in deze reorganisatieperiode, maar ik verwacht dat we zijn rol over een jaar of twee, tweeënhalf kunnen overnemen. Ten tweede wordt het Ontwikkelingsbedrijf integraal verantwoordelijk voor tijd, kosten en kwaliteit, zowel voor werk- als woongebieden. Ten derde moeten we de dienstverlening aan de stadsdelen verbeteren. Daar was het grondbedrijf niet zo sterk in; de SWD was daar veel beter in en dat brengen ze ook als cultuur mee.
Op de kantoorbouw hebben we minder invloed. We hebben bijna 13 procent leegstand. Dat betekent dat we de komende jaren weinig kantoren zullen uitgeven behalve misschien op de Zuidas.
Rond de erfpacht hebben we ook puur informatieve doelstellingen. Op dit moment speelt de hoogte van de erfpacht nauwelijks een rol in de huizenprijzen. Dat is een marktimperfectie. Daar moeten we veel meer voorlichting over verstrekken.”

Zal de samenwerking met andere diensten en stadsdelen verbeteren?
“De gedachte was oorspronkelijk om een Dienst Wonen en Welzijn te creëren. Nu blijft er een aparte Dienst Wonen bestaan. Spannend wordt het in hoeverre we straks nog op elkaars gebied zitten. Ik hoop dat we nu met de SWD-kennis een apparaat worden wat de stadsdelen echt gaat ondersteunen. Je mag dan hopen dat er een integrale en eensluidender visie tussen centrale stad en stadsdelen ontstaat. Dat het meer is dan dienstverlening richting stadsdelen, maar dat ook een gevoel van 'we doen het samen' wat meer terugkomt. Dat zou een zegen zijn voor het concern Amsterdam."

Hoe lang gaat het duren voordat de nieuwe organisatie optimaal functioneert?
"Ik hoop dat ik er met twee jaar wel zo ongeveer ben. We moeten niet alleen cultuurverschillen overwinnen, maar echt een nieuwe organisatie bouwen. Die tegenstellingen overbruggen we wel, daar maak ik me geen zorgen over. Het werk gaat ondertussen natuurlijk gewoon door.”

Wanneer is de volgende reorganisatie?
“Dat hangt bij ons van de economie af. Als ik minder bouwrijpe grond hoef op te leveren, heb ik minder mensen nodig. Maar grote reorganisaties moet je tot een minimum beperken. We worden steeds meer netwerkorganisaties. Er wordt al veel samengewerkt binnen de gemeente Amsterdam. De contacten tussen de directeuren onderling zijn prima. De slag moet nu nog worden gemaakt in het niveau daaronder. De stadsdelen zijn nog weer een verhaal apart natuurlijk."


Maarten Egmond, directeur Dienst Wonen Amsterdam

Wat hem het meest verbaasde toen hij in oktober directeur werd bij de Stedelijke Woningdienst (SWD)? Maarten Egmond: “De hoge motivatiegraad van de medewerkers. Ze zijn allemaal zeer begaan met de volkshuisvesting. Ja, dat ondanks het feit dat er het nodige onbegrip bestond over de noodzaak van deze organisatieverandering. Maar er was aan de andere kant opluchting dat de kogel door de kerk was. Ik merk zeer veel animo om aan de slag te gaan bij de nieuwe Dienst Wonen.”

Waarom is de reorganisatie, kosten tien miljoen euro, zijn geld waard?
“Er gaat al zes miljoen zitten in verhuisbewegingen. Een kleine duizend mensen moeten van plek veranderen. Dat kost het gewoon. Maar net zo min als je efficiency goed kunt meten, kun je de opbrengst van zo’n reorganisatie goed in beeld brengen. Een duidelijke meerwaarde is dat vergunningverlening en handhaving nu bij één dienst zit, de Dienst Milieu en Bouwtoezicht. Dat is veel herkenbaarder voor het publiek.
En we krijgen een herkenbaarder en beter afgestemd apparaat ten aanzien van productie, grond en opstal. De Dienst Wonen wordt een compact bedrijf voor woonbeleid en woondiensten.
Maar rendement is lastig te meten. Het kan om geld gaan, maar ook om politiek of ander rendement.”

Kunt u de missie van de nieuwe dienst toelichten?
“Die ligt heel erg in het verlengde van het verleden. De woningnood is ooit afgevoerd van de agenda, maar nu weer in volle hevigheid terug. Hij heeft wel een andere verschijningsvorm gekregen: niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief. Onze missie heeft ook betrekking op de samenhang tussen bevolkingsgroepen in één stad. Er dreigt een segratie tussen onder- en bovenkant én tussen zwart en wit. Die scheiding valt nog gedeeltelijk samen ook. Daarbij hebben we nog het probleem dat we de middengroepen te weinig kunnen vasthouden. Een wooncarrière valt moeilijk binnen de stad te regelen.
Het is een illusie te denken dat we in Amsterdam ooit het hele scala aan mogelijke woonmilieus zouden kunnen bieden, maar de diversiteit moet wel groter worden dan nu. Om dat te realiseren moet je eerst wel wat ruimte maken.Elk gesprek begint met een hogere woningproductie.”

 

Zal de samenwerking met andere diensten en stadsdelen verbeteren?
“Ik heb vroeger twintig jaar gewerkt bij de gemeente. Wat me nu opvalt, is hoe de samenwerkingsbereidheid tussen diensten is toegenomen. Dat geldt zowel voor de samenwerking tussen diensten onderling als tussen de diensten en stadsdelen. Daar heeft een aanzienlijke klimaatsverbetering plaatsgevonden.
Ja, ik heb begrepen dat de SWD en het Grondbedrijf elkaar wel eens in de haren zaten. Discussies over grondkosten en stichtingskosten zullen niet zo snel meer bij de wethouder aan tafel uitgevochten worden. Het krijgen van verschillende adviezen hoeft trouwens niet slecht te zijn. Als het maar niet gaat in een sfeer van machtsvertoon en vliegen afvangen. Je moet de politiek natuurlijk wel de breedte laten zien van de problematiek.”
Hoe lang gaat het duren voordat de nieuwe organisatie optimaal functioneert?
“Ik denk dat het bij ons mee gaat vallen. We komen uit dezelfde familie. Er is bij ons wel een managmentlaag tussenuit gegaan. Maar met een jaar moet het allemaal zijn plek wel hebben gevonden.”

Wanneer is de volgende reorganisatie?
“Ikzelf heb geen enkele behoefte binnenkort te gaan reorganiseren. Aan de andere kant, reorganiseren hoort er tegenwoordig gewoon bij. Ontwikkelingen in de samenleving gaan snel. Daar moet je als overheid op reageren. Als dat betekent dat je je gemeentelijke organisatie moet aanpassen, moet je dat zeker niet laten. Het vak wonen verbreedt zich steeds verder. Leefbaarheid speelt natuurlijk al wat langer, zorg is sterk in opkomst. Daarmee tekent zich een nieuwe samenwerkingsbehoefte af, niet zozeer de volgende reorganisatie.”

Fred van der Molen