Overslaan en naar de inhoud gaan
Serie: de comeback van de wijkaanpak - deel I
De lange geschiedenis van de Wijkaanpak

In een driedelige serie gesprekken in Pakhuis de Zwijger staat de wijkaanpak centraal. In de eerste aflevering werd teruggekeken naar de lange geschiedenis van de wijkaanpak in Nederland en gingen experts in op de vraag of die herleefde aandacht voor kwetsbare wijken een goede zaak is. Een verslag.

Is er sprake van een come back van de wijkaanpak? "Ja, dat herken ik," zegt Reinout Kleinhans, stadsgeograaf en universitair hoofddocent aan de TU Delft. Kleinhans geeft direct ook aan argwanend te staan tegenover die hernieuwde aandacht voor kwetsbare wijken. "De wijkaanpak heeft allerlei verschillende programma's en namen gehad, van achterstandswijk tot aandachtswijk en van probleemwijk tot prachtwijk. Voor mij is dat symptomatisch voor een deel van het probleem: het gaat steeds om kortlopende projecten." 

Aandacht voor wijkaanpak verdwijnt na 2012 

Matthijs Uyterlinde, senior projectleider bij Platform31, kijkt daar iets anders tegenaan. Hij geeft aan dat we vanaf 2012 weliswaar een periode hebben gehad zonder wijkaanpak, maar 'daarvoor hebben we wel een lange geschiedenis gehad waarin preventief geprobeerd is te voorkomen dat kwetsbare wijken afglijden'. Dat zit volgens hem diep geworteld in de Nederlandsse beleidstraditie. Overigens geldt dat ook voor periodes waarin volgens Uyterlinde het Rijk vond dat gemeenten het zelf maar op moesten lossen. "Vanaf de Tweede Wereldoorlog hebben we periodes met grote programma's afgewisseld met periodes waarin het Rijk vond dat steden het zelf moesten regelen."
Overigens is in de aard van die langlopende programma's zoals de stadsvernieuwing of de stedelijke vernieuwing wel een verandering te zien. Uyterlinde: "Eerst lag de nadruk op fysieke ingrepen, later - bijvoorbeeld met het Vogelaarbeleid - kwam de sociale kant veel meer in beeld. Het ondersteunen van initiatieven van bewoners speelde daarin een belangrijke rol."
Dat de wijkaanpak sinds 2012 de facto verdwenen is heeft verschillende redenen, aldus Uyterlinde. Zo bouwde het eerste kabinet Rutte het Vogelaarbeleid dat tien jaar had moeten lopen, in korte tijd af mede vanwege de nasleep van de financiële crisis. Bovendien werd ook de rol van de woningcorporaties herzien. Er was brede consensus dat die moest worden ingeperkt. Terug naar de kerntaak heette dat. De herziening van de Woningwet leidde er niet alleen toe dat corporaties hun rol als commerciële ontwikkelaar moesten opgeven, maar ook dat zij zich meer moesten terugtrekken uit het sociale domein. Investeringen in leefbaarheid werden zelfs aan een maximum gebonden. Gemeenten kregen in die periode door de decentralisatiegolf een groot aantal taken in het sociale domein erbij, waardoor  – ironisch genoeg - de focus op de aandachtswijken verminderde. 

Fysiek ondersteunt sociaal 

De hernieuwde aandacht voor de wijkaanpak is merkbaar aan nieuwe aandacht van het Rijk, dat geneigd is meer middelen ter beschikking te stellen voor kwetsbare wijken, iets waar corporaties en gemeenten al langere tijd om vragen. Maar een belangrijke vraag daarbij is in hoeverre zittende bewoners daarvan kunnen profiteren. Het welbekende beleid van sloop-nieuwbouw en het mengen van inkomensgroepen helpt de huidige bewoners van zwakke wijken immers niet direct uit hun kwetsbare positie. Uyterlinde vindt dat ook maar wil dit ook nuanceren. Op basis van onderzoek van Platform31 naar meerdere wijken in Nederland waar grootschalige transformatie heeft plaatsgevonden, is volgens hem wel echt een positief effect meetbaar op alle indicatoren. Cijfers op het vlak van veiligheid, vertrouwen in de buurt et cetera zijn sterk verbeterd. "Maar het klopt: de maatschappelijke kansen voor mensen groeien niet als alleen de woningen worden aangepakt. Op basis van ons onderzoek komen wij tot de conclusie dat het gaat om de woningen, maar ook om de woonomgeving en om investeren over een lange periode." Belangrijk volgens Uyterlinde is dat de fysieke aanpak de sociale doelstellingen in de wijkaanpak gaat ondersteunen.

Zeven principes

Kleinhans is het daar mee eens. Volgens de onderzoeker zijn veel mensen in wijken die al langere tijd als kwetsbaar te boek staan, zo langzamerhand murw geslagen door steeds weer een nieuw project voor hun wijk waar zijzelf niet of nauwelijks in mogen meedoen. "Zij denken: daar komt dat hele circus weer en wat gaan we hiervan merken? En kunnen we ook meedoen? Bewoners willen en kunnen wel maar het is vaak een trein die voorbijkomt. De insteek is te veel van bovenaf, ondanks alle mooie woorden over participatie en co-creatie. Daarom kijk ik met argusogen naar de come back van de wijkaanpak."
 
Kleinhans is niet tegen de wijkaanpak, maar alleen voor een wijkaanpak die liefst zeven principes in acht neemt. 
  1. 1. de lange termijn: je begint en stopt niet. Een aanpak wordt 10, 20 en liefst 30 jaar doorgezet om echt verandering tot stand te brengen.
  2. 2. zorg ervoor dat de aanpak politiek ongevoelig wordt: het is belangrijk een netwerkorganisatie te organiseren die doorgaat ondanks de tijdelijke politieke wind. Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) doet dat en het kan dus.
  3. 3. betere facilitering en financiering van de street level professionals, dat wil zeggen de leraren, welzijnswerkers en politieagenten. "Daar zit het grote probleem van de wijkaanpak: mensen die het feitelijk moeten doen krijgen er dingen bij maar zij moeten juist de ruimte krijgen om te doen wat ze al doen." 
  4. 4. stabiliteit in de uitvoering. Het is van belang ervoor te zorgen niet voortdurend wisseling van mensen in de uitvoering te hebben. Nederland stond lang bekend als een land waar wijkagenten 'goed in de buurt genetwerkt zijn'. Maar nationale problemen als de reoganisatie van de politie en het lerarentekort hebben direct effect op de uitvoering in kwetsbare wijken.
  5. 5. Geef positieve ontwikkelingen de nodige aandacht: het is voor het vertrouwen in de buurt goed om oog te hebben voor dingen die wel goed gaan. In de meeste wijken wonen de meeste mensen het grootste deel van de tijd ook naar tevredenheid. 
  6. 6. de aanpak van ondermijnende criminaliteit: het is voor veel jongeren nog te aantrekkelijk om op deze manier snel geld te verdienen. Een combinatie van een preventieve en repressieve aanpak is essentieel.
  7. 7. veel slimmer gebruik maken van kennis die al aanwezig is. Kleinhans houdt geen pleidooi voor het lezen van stapels onderzoeksrapporten, hij denkt dat handig gebruik gemaakt kan worden van de kennis van mensen die al lang meelopen. "Voorheen werd in de wijkaanpak gebruik gemaakt van visitaties. Dat is een manier om mee te laten meekijken met een lokale aanpak en daar gericht feedback op te krijgen."
Uyterlinde kan zich goed vinden in de aanbevelingen van Kleinhans, maar wijst er wel op dat de omstandigheden van de instituties in de afgelopen jaren veranderd is. "Corporaties mogen minder, gemeentes hebben meer taken en minder geld tot hun beschikking. Bovendien zijn de opgaven veranderd: meer kwetsbare mensen in bepaalde wijken, senioren die langer thuis moeten wonen en nieuwe opgaven als energietransitie. "Het zijn allemaal opgaven die samenkomen in de wijk." 

Lange adem

Hoe wordt er door betrokkenen in de buurten aangekeken tegen de wijkaanpak?
De Indische Buurt in Amsterdam-Oost lijkt het etiket van aandachtswijk verruild te hebben voor hippe stadswijk. Stadmaker Firoez Azarhoosh heeft de veranderingen in de Indische Buurt in de afgelopen 20 jaar van nabij meegemaakt, de huizenprijzen fors zien stijgen en nieuwe stedelingen de buurt binnen zien komen. Maar hij weet ook 'dat de sociale problemen er nog steeds zijn en voor een deel zelfs verergerd zijn'. "Deze wijk is geen achterstandswijk meer omdat de statistieken veranderd zijn, maar de situatie is zeker niet voor iedereen veranderd. De professionals zijn wel vertrokken omdat zij denken dat de klus geklaard is. Ik kan de boosheid begrijpen als mensen zich weggezet voelen." Azarhoosh vindt het betreurenswaardig dat de lijn die met het Vogelaarbeleid was ingezet, juist vanwege de aandacht voor de sociale kant van de wijkaanpak, in korte tijd is afgekapt.
 
Hester van Buren, bestuurdersvoorzitter van woningcorporatie Rochdale, is al langere tijd pleitbezorger van een integrale wijkaanpak met een lange adem. "Voor ons is een belangrijke vraag: wat betekent dit voor de buurt? Wat heeft de buurt nodig en welke kansen liggen er? De combinatie van wonen, werken en welzijn is daarbij essentieel."
Juist op het terrein van wonen is een langetermijnaanpak van belang. "In Zuidoost bijvoorbeeld is veel behoefte aan betaalbare koopwoningen. Dan moet je daar nu op inzetten om over een aantal jaar resultaat te hebben. Hetzelfde geldt voor extra docenten in het onderwijs. Die willen we allemaal, maar zij moeten ook ergens kunnen wonen en daar zorgen wij als corporatie dan voor." Het kost alleen wel tijd om dat voor elkaar te krijgen. Van Buren wijst er daarnaast nog op dat betrokkenheid van bewoners van groot belang is, maar dat bestuurlijk commitment essentieel is voor een effectieve aanpak van een wijk. 
 
Joost Zonneveld
Thema