Geen verrassing: de woningmarkt is heel krap. Hoe krap, blijkt maar weer eens uit onderzoek van ING Research, dat de verhuiswens van Nederlanders onderzocht. Of het nu gaat om sociale huur of koop: het aantal woningzoekers overtreft het aantal woningverlaters met honderdduizenden huishoudens. Het grootst is dat verschil bij koopwoningen. In 2024 waren er ongeveer 889.000 huishoudens op zoek naar een koopwoning. Bijna de helft daarvan heeft al een koopwoning. De overige vraag komt van huurders en starters. Ongeveer 477.000 huurders en starters gaven vorig jaar aan een koopwoning te zoeken, terwijl slechts 81.000 huishoudens de omgekeerde weg willen bewandelen. Het zogenoemde zoekerssaldo is dus 396.000.
In de socialehuursector is dat zoekerssaldo lager, namelijk 221.000. Toch is de druk in die relatief hoger, omdat de voorraad sociale huurwoningen (2,5 miljoen huishoudens) veel kleiner is dan het aantal koopwoningen 4,7 miljoen huishoudens). In de midden- en vrijehuursector zijn er ongeveer evenveel huishoudens op zoek naar een midden- en vrije sectorhuurwoning als er willen vertrekken. Veel huurders die in deze sector terechtkwamen, hadden liever gekocht, aldus ING, maar kregen dat om een of andere reden (geen geschikte huis, geen financiering) niet voor elkaar. ING concludeert dan ook dat koopwoningen bouwen, de beste manier is om doorstroming te krijgen op de woningmarkt. Huurders die een huis kunnen kopen laten immers een huurwoning achter. (ND)