Foto: Nico Boink
Het verkopen van voormalige huurwoningen (uitponden) houdt ook in het derde kwartaal van 2025 aan. Er staan daardoor steeds meer woningen te koop, met name in de grote steden. In het derde kwartaal nam het aanbod in Amsterdam met 31 procent toe in vergelijking met hetzelfde kwartaal een jaar eerder, aldus de Makelaarsvereniging Amsterdam. Deze iets meer ontspannen markt zorgt voor wat langere verkooptijden, licht dalende vierkantemeterprijzen én meer transacties. De keerzijde van het uitponden is uiteraard een afname van het aantal huurwoningen.
Floris van der Peijl, voorzitter van de MVA, bevestigt dat de stijging van het aanbod grotendeels is toe te schrijven aan de voortdurende uitpondgolf. “Deze woningen zijn vaak kleiner en minder luxe, wat het gemiddelde prijsniveau drukt". De mediane transactieprijs daalde naar 594.000 euro (8.439 euro per m2). De mediane verkoopprijs was een jaar eerder in hetzelfde kwartaal nog 615.000 euro.
Wetgeving die tijdelijke huurcontracten verbiedt is één van de redenen waarom investeerders uitponden. Daarnaast hebben huurregulering, fiscale maatregelen en hogere rente huizenbezit minder aantrekkelijk gemaakt. Dat is voor veel particuliere beleggers reden om uit het vastgoed te stappen. Al sinds 2021 verkopen investeerders meer woningen dan zij kopen, maar dit jaar bereikt de uitpondgolf een hoogtepunt. Makelaars verwachten dat deze verkoopgolf nog tot medio 2026 aanhoudt, totdat de laatste tijdelijke huurcontracten aflopen. Per 1 juli 2024 werd de Wet vaste huurcontracten van kracht.
Het woningaanbod bereikte door het aanzwellen van de uitpondgolf in het derde kwartaal landelijk recordhoogten: er kwamen ruim 46.000 woningen te koop, het hoogste aantal voor een derde kwartaal sinds 2008. Binnen Amsterdam steeg het woningaanbod ten opzichte van een jaar eerder in bijna alle stadsdelen, maar vooral in Zuidoost (+63%), Nieuw-West (+39%), Noord (+38%) en Oost (+35%). In de overige delen van de Metropoolregio Amsterdam stijgt het aantal woningtransacties met gemiddeld zo'n 20 procent. (Zie Dashboard Woningmarkt)
Voor het eerst krimp
Dankzij nieuwbouw bleef de Nederlandse private huursector ook na 2021 per saldo nog groeien. Maar uit recente CBS-cijfers blijkt dat deze sector in 2024 voor het eerst iets is gekrompen: met 3.000 woningen, een afname van 0,3 procent. Per saldo kregen vorig jaar 23.000 Nederlandse huurwoningen weer een eigenaar als bewoner. De meeste van deze omzettingen vinden plaats in de vier grote steden, met name in Utrecht en Amsterdam. Eind 2024 was de particuliere huursector 1,18 miljoen woningen groot.
“Professionele verhuurders investeren vaker in onderhoud en verduurzaming, terwijl veel particuliere huisbazen daar nauwelijks werk van maken”
De Woonbond reageert vrij laconiek op de uitpondingsgolf. De bond wijst er op dat de private huursector in omvang vrijwel stabiel blijft, omdat tegelijkertijd professionele verhuurders en stichtingen juist woningen toevoegen door nieuwbouw en transformaties. “Professionele verhuurders investeren vaker in onderhoud en verduurzaming, terwijl veel particuliere huisbazen daar nauwelijks werk van maken.” De Woonbond roept het volgende kabinet wel op om verhuurders eerlijk te belasten op basis van werkelijk rendement.