Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
WoningNet gaat frustraties woningzoekenden te lijf met maatwerk
“Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker”

In mei 2001 ging WoningNet de lucht in. Het zogeheten ‘aanbodsysteem’ bracht voor het eerst de woningzoekende aan het roer. Maar het nieuwe totaaloverzicht van vrijkomende huurwoningen leverde behalve dromen vooral veel frustraties op bij woningzoekenden. De scheefgroei tussen vraag en aanbod maakt dat het systeem overkomt als een loterij. Met nieuwe technologie en persoonlijke advisering wil WoningNet dit voorjaar de woningzoekende van zijn ergste frustraties afhelpen. Die kan daardoor weer rustig wachten op een passend aanbod. Bijna net als vroeger, maar dan anders.

WoningNet: de feiten

De NV WoningNet ontwikkelt producten en diensten voor woningcorporaties. De primaire dienst is het gelijknamige corporatie-overstijgende aanbodsysteem van huurwoningen. Eén op de vier huurwoningen wordt in Nederland via WoningNet aangeboden, in totaal zo’n 480 duizend woningen. WoningNet is opgericht in mei 2001 op initiatief van woningcorporaties uit Utrecht en het ROA-gebied (de regio Amsterdam). Inmiddels maken ook corporaties uit Almere, Lelystad, de Gooi- en Vechtstreek, andere delen van de provincie Utrecht, Gouda en Leidsche Rijn (koop nieuwbouw) gebruik van WoningNet. De meeste afnemers zijn ook aandeelhouder.
In het ROA-gebied staan 313 duizend woningzoekenden ingeschreven. Vrijgekomen huurwoningen worden tweewekelijks aangeboden via een krant en de website. De website wordt dagelijks zo’n 20 duizend keer bezocht. Gemiddeld reageren honderd woningzoekenden op een woning; dat kan door een bon in te sturen, via de website of via een inbelnummer. Zo’n 70 procent gebruikt internet. De gemiddelde wachttijd op een woning is, in het ROA-gebied, zeven jaar.

Ga er maar aan staan: elke twee weken het aanbod van zo’n zeshonderd woningen doorpluizen, om dan vergeefs een poging te wagen. Het trieste hoogtepunt werd bereikt toen op één woning in de Rivierenbuurt 1187 kandidaten reageerden. Een loterij. Zo komt WoningNet nu over bij woningzoekenden.

Cas Kruidenberg, directeur van WoningNet, had het ook liever anders: “Wij zijn liever marketeer dan verdeler van een tekort. Dat is voor niemand leuk. Maar ondanks de maatschappelijke onvrede over het woningtekort, zijn er opvallend weinig klachten over het aanbodsysteem zelf. Maar de woningzoekende gaat wel afhaken als we hem niet beter gaan bedienen. Als je vijftig keer reageert en steeds mis schiet, word je natuurlijk moedeloos. We moeten daarom met moderne technieken onze dienstverlening ingrijpend verbeteren. Vergelijk het met de belastingdiskette van de Belastingdienst.”
WoningNet verbetert dit voorjaar zijn klantenservice in drie stappen. Begin februari werd de mogelijkheid van een ‘zoekopdracht’ toegevoegd. De woningzoekende kan nu op de website een zoekopdracht geven met zijn specifieke woonvoorkeuren. Dat zijn gegevens als prijs, ligging, type, woonlaag en oppervlakte, maar volgens Bram de Rooij (manager Marketing & Innovatie) worden in de toekomst ook meer ‘zachte’ variabelen als leefstijl en omgevingskenmerken opgenomen, alsook foto’s en plattegronden van huizen. WoningNet gaat bovendien actuele wijk- en buurtinformatie (scholen, winkels, huisartsen, vervoer e.d.) toevoegen.

Zoekwensen

De Rooij: “Bij een volgend bezoek aan de site kan de klant doorklikken naar het aanbod dat aan dat profiel voldoet. Bovendien is het mogelijk een melding met de geselecteerde woningen te ontvangen via e-mail of SMS. Nog mooier wordt het als je direct bij het opgeven van je zoekwensen al feedback krijgt over je kans op zo’n woning. Die kansprognose verwachten we in mei te kunnen introduceren.”
Tenslotte hoopt WoningNet met een nieuw systeem van ‘optiewoningen’ de woningzoeker meer gemoedsrust te bezorgen. Kruidenberg: “Dat werkt zo. Corporaties wijzen een deel van hun bezit aan als optiewoningen. Dat is een type woning waarvan bekend is dat er periodiek een aantal vrijkomt. Stel dat het er van een bepaald type tien zijn in een half jaar. Als nu tien aangewezen kandidaten zo’n vrijkomende woning willen accepteren, kunnen we er één de woning geven en de overige negen garanderen dat ze binnen een half jaar een vergelijkbare woning krijgen.” De Rooij: “De klant kan dan zijn verhuizing gaan voorbereiden, een nieuwe school zoeken voor zijn kinderen, enzovoort. Dat is een enorm voordeel.”
Het systeem beleeft dit jaar zijn primeur in de regio Heuvelrug. Kruidenberg verwacht veel belangstelling van andere afnemers: “Het optiesysteem biedt corporaties zelf ook voordelen. Die hoeft het hele circus niet op te starten rond het vrijkomen van een huurwoning. Het verhuurproces wordt enorm bekort.” Of dit systeem ook in het ROA wordt ingevoerd en zo ja welk percentage woningen daarin wordt opgenomen, is aan de corporaties. WoningNet gaat ook een rol spelen bij de geplande verkoop van corporatiewoningen. Kruidenberg: “In mei komen we met een aparte startpagina voor koopwoningen in het ROA-gebied. We kunnen corporaties een grote diversiteit aan procedures aanbieden, van verkoop via loting tot voorkeursregelingen voor trouwe huurders. Diversiteit gaat het stalinistische van het oude aanbodsysteem vervangen.”

Woonservice.nl

Om de onderliggende technologie te financieren, blijft WoningNet streven naar schaalvergroting. Kruidenberg: “We willen dit jaar nog wel een aantal regio’s aansluiten. Naar verwachting gaat in het eerste halfjaar van 2003 bovendien Woonservice.nl de lucht in, een initiatief van WoningNet en corporaties in Haaglanden en Rijnmond. Woonservice.nl wordt één landelijke toegangspoort tot het aanbod van vrijkomende Nederlandse corporatiewoningen. We hopen binnen twee jaar 75% van de corporatiemarkt erop te hebben. Het voorbeeld is een beetje Funda.nl van de NVM-makelaars. Bij woonservice.nl kan de woningzoekende zich ook op één centrale plek oriënteren en daarna doorklikken naar de aanbodorganisatie.”
Waarna de woningzoekende het lid op de neus krijgt vanwege plaatselijke vestigingseisen? Kruidenberg: “Er wordt al lang over gesproken om huurders op termijn net zoveel vrijheid te geven om zich te vestigen als kopers nu. De eerste stap, die we met ICT-middelen ondersteunen, is meer inzicht geven in het aanbod. Haaglanden, Rotterdam, Arnhem en Nijmegen hebben al alle vestigingsregels afgeschaft. Het inzicht zou bij politici moeten rijpen dat er veel meer beweging in de markt komt als vrije vestiging mogelijk wordt. Nu blijft iedereen zitten waar ie zit. Uiteindelijk schiet niemand daar mee op.“

 

Fred van der Molen