Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Vier opvallende buurten

 

Dapperbuurt in de de lift

Sterkste stijger:
van 6,5 naar 7,2

Anita Halberstadt woont al zeker 15 jaar in de Dapperbuurt. Eerst in het zuiden rond de Wijtenbachstraat, maar sinds een jaar huurt ze een etage aan de noordkant van de markt. In de afgelopen jaren zag ze haar buurt veranderen. De straten werden schoner en overal begonnen woningcorporaties hun bezit op te knappen. Maar het allerbelangrijkste was dat er ‘beter volk’ in de buurt kwam wonen. “Een jaar of negen geleden werd je voortdurend aangeklampt door junks en asociale types. Die zie ik hier niet meer. Zelfs ’s avonds kan ik weer veilig over straat.”
Het moet stadsdeelvoorzitter Martin Verbeet als muziek in de oren klinken. De afgelopen jaren heeft hij samen met de woningcorporaties en de politie zijn best gedaan om de Dapperbuurt veiliger te maken. “Vooral ’s avonds als de marktkramen weg zijn, kunnen de straten er somber bij liggen. Als er dan in de boxen en portieken van de woningen wordt geklooid, kan ik mij voorstellen dat bewoners de deur niet meer uit durven.” Er kwam daarom fellere straatverlichting en buurtconciërges liepen met toezichthouders extra rondes door de buurt. Verder trokken de woningcorporaties de speels verspringende portieken van de stadsvernieuwingspanden uit de jaren tachtig recht, waardoor veel potentiële hangplekken verdwenen. En er kwam Europees geld voor een betere beveiliging van de winkeliers. Dat een aantal lastige jongeren in de buurt ouder en braver werd en er geen nieuwe onrustzaaiers opstonden, was pure mazzel. Maar het zal er zeker aan hebben bijgedragen dat de bewoners zich veel meer op hun gemak zijn gaan voelen. Hun oordeel over de veiligheid in de avonduren schoot in 2007 omhoog van een schamele 5,8 naar een respectabele 6,6.
Bewoners van de Dapperbuurt zijn naast de veiligheid ook veel tevredener geworden over hun woning. Dat is opvallend want de vernieuwing van de woningen die Ymere en De Key hier bezitten, is nog maar net begonnen. In 2010 moet de buurt een diverse woningvoorraad hebben. Nu bestaat er nog driekwart uit kleine en goedkope huurappartementen waarvan een aanzienlijk deel in de jaren tachtig van de vorige eeuw is gebouwd. De boekwaarde van deze jonge panden is nog te groot om ze te kunnen vervangen door nieuwbouw. En de 19e eeuwse panden die De Key in de jaren tachtig in bezit kreeg en ooit gesloopt zouden worden, worden daarvoor nu te hoog gewaardeerd. Renovatie is daarom het centrale motto in de vernieuwing geworden. Een deel van de woningen wordt samengevoegd en aan bewoners verkocht. Andere appartementen blijven in de sociale verhuur, maar worden ingrijpend opgeknapt en deels geschikt gemaakt voor ouderen. “Daarmee zorgen we ervoor dat bewoners in hun eigen buurt wooncarrière kunnen maken”, legt Monique Hagedorn van De Principaal/De Key uit.
De leefbaarheid mag in de afgelopen twee jaar nergens in Amsterdam zo sterk zijn verbeterd als hier, maar één zaak blijft de bewoners een doorn in het oog: de vervuiling van de straten en pleinen. Als één van de weinige onderdelen binnen de leefbaarheidsmonitor nam de tevredenheid over het schoonhouden van de buurt in 2007 af. Martin Verbeet trekt zich de kritiek aan. “Op de markt wordt elke dag de vuilnis opgehaald, maar in de zijstraten blijft er nog te veel zwerfvuil naast het grof vuil liggen. Als de reiniging dat gaat meepikken, zou het probleem weer kleiner kunnen worden.” Al erkent Verbeet dat de extra ophaalrondes bewoners ook kunnen verleiden om hun grof vuil buiten de vaste ophaaldagen op straat te zetten. “Zonder streng optreden van de milieupolitie red je het niet.”[JB]

 

Vernieuwing Buikslotermeer veroorzaakt méér overlast
Sterkste daler:
7,2 naar 6,7

Buikslotermeer moet een van de paradepaardjes van de vernieuwing in Amsterdam-Noord worden, maar Dora Timár heeft de wijk de laatste tijd alleen maar achteruit zien hollen. Laatst nog heeft de voorzitster van Buurtbeheer samen met een buurman 24 dozen in elkaar gevouwen die zomaar ergens waren achtergelaten. Aan de tachtig vrijwilligers van Buurtbeheer Buikslotermeer ligt het niet. Zij zetten zich volop in om de wijk wat leefbaarder te maken. Veel bewoners negeren de regels voor het weggooien en buiten zetten van vuil, ondanks de informatiepakketten die ze daarover van het stadsdeel krijgen.
Het vuilinzamelingssysteem werkt niet goed, zegt Timár. Voor de ondergrondse vuilcontainers zijn pasjes nodig, maar flink wat bewoners blijken die niet te hebben. Timár vermoedt dat het veelal om illegale bewoners gaat. “Corporaties als de Alliantie zitten daar bovenop, maar het is niet zo makkelijk. En een verkochte sociale huurwoning kan worden verhuurd. Dan zitten er zes man op een HAT-woning.” Ook niet bevorderlijk voor de buurtcohesie is volgens haar de lange leegstand van sommige flatwoningen en het op een kluitje belanden van “moeilijke gezinnen” uit afbraakbuurten elders in Noord of in de stad.
Op veel plekken in Noord wordt gewerkt en dat brengt tijdelijk overlast met zich mee, zegt stadsdeelwethouder Harm-Jan van Schaik. Ook Buikslotermeer staat grotendeels in de steigers. Loenermark, waar mevrouw Timár woont, ligt tussen de bouwplaatsen van de Noord/Zuidlijn en het CAN-gebied, het toekomstige nieuwe stadsdeelcentrum. De Loenermark lag vorig jaar enige tijd open voor een herinrichting en het Plan van Gool wordt gerenoveerd. Van Schaik: “Het zijn verbeteringen die je niet van de ene op de andere dag kunt doorvoeren. We bieden de huidige bewoners een perspectief: een schitterend winkelcentrum en mooie woningen, vooral voor de buurtbewoners zelf. In de tussentijd zetten wij alles op alles om de boel op orde te houden. Er is een Buurtserviceteam, dat zo mogelijk binnen een dag gebreken aan de openbare ruimte verhelpt. Er zijn beheersafspraken met corporaties, die op hun beurt de aannemers er weer op moeten aanspreken dat ze geen afval laten slingeren.”
Vijf procent van de huishoudens heeft nog geen pasje voor het nieuwe containersysteem, zegt Van Schaik. “Maar dat is in heel Noord; ik denk dat het percentage in Buikslotermeer lager ligt. Die mensen zijn we nu aan het benaderen. We zijn een nieuwe campagne gestart over het afvalbeleid.” De containers werken met een pers zodat er meer afval in kan en er minder vervuilende ophaalwagens hoeven te rijden. Om te voorkomen dat kinderen in de bak kunnen vallen is deze alleen te openen met de huisvuilpas.
Het stadsdeel zoekt, naast het Buurtwerk, naar nieuwe manieren om inwoners te activeren. “Bijvoorbeeld met huisbezoeken, waarbij we de bewoners vragen of ze iets voor de buurt zouden willen doen en hoe wij ze daarbij zouden kunnen helpen.” Van het eventueel weren van grote gezinnen of kansarmen uit buurten die onder druk staan, wil de CDA’er niets weten. “Noord is aantrekkelijk voor gezinnen, maar ook voor alleenstaanden. Dat proberen we zo te houden. Iedereen is welkom.”
Buikslotermeer was tussen 2005 en 2007 de sterkste daler wat betreft tevredenheid over de eigen buurt. Het rapportcijfer daalde van 7,2 naar 6,7. Vooral de overlast door vervuiling nam toe. Ook hier was Buikslotermeer de sterkste daler (6,5 naar 5,6). Stadsdeel Amsterdam-Noord kent tal van buurten waar de leefbaarheid tussen 2001 en 2007 is afgenomen. In de rest van de stad zijn er maar twee van die buurten. [Jvdt]

 

‘Het komt goed met Overtoomse Veld’
Laagste rapportcijfer: 5,4

Bij het volgende leefbaarheidonderzoek geven de bewoners Overtoomse Veld een 8-. Dat is in elk geval de optimistische overtuiging van stadsdeelwethouder Ineke Ketelaar. Vooralsnog moet deze buurt in Slotervaart het doen met het laagste rapportcijfer van de stad: een 5.4. Op de voet gevolgd door de Kolenkitbuurt in Bos en Lommer.
Het is de eerste warme dag van het voorjaar en tientallen mensen zitten op bankjes en muurtjes op het August Allebéplein. Behalve bewoners zitten er ook veel werknemers van bedrijven in de buurt te lunchen. Hier en daar dwarrelt wat zwerfvuil, maar op zich ziet het plein er, hoewel mistroostig, redelijk schoon uit. En volgens Hamide Kaynak die in de Mondriaanstraat woont, klopt dat ook. Sinds de veegwagens twee keer per dag door de straten gaan is het beduidend schoner. Ook de portieken, waar het volgens Hamide altijd naar urine stonk, worden regelmatig schoongemaakt.
Atalay, eigenaar van eethuis Burcu, is het ook opgevallen dat het de laatste maanden schoner is op straat. Maar van de overlastgevende jongeren – zijn grootste stresspunt - zijn ze bij het eethuis nog niet af. Atalay: “Vorige week hadden een paar van die jongens de kraan van de wasbak in de wc opengedraaid en de afvoer dicht gepropt. In korte tijd stond de hele zaak vol water. Die jongens staan dan voor de deur te lachen. Als je er iets van zegt word je bedreigd.”
Het is al jaren tobben in het Overtoomse Veld. Maar de komende jaren moet de wijk dankzij talloze maatregelen de weg omhoog vinden. Zo lopen er al een jaar stevig uitziende straatcoaches rond en worden camera’s geplaatst op plekken waar veel auto’s worden gestolen en veel jeugd rondhangt. En natuurlijk is de stedelijke vernieuwing er neergestreken: net als elders in het stadsdeel wordt er fors gesloopt en vernieuwd. Uniek is de aangekondigde maatregel dat rond de twintig overlasthuishoudens na de vernieuwing niet mogen terugkeren in de wijk. Het beruchte August Allebéplein moet met een nieuw winkelcentrum, welzijnsverzamelgebouw en 340 nieuwbouwwoningen het kloppende hart van Overtoomse Veld worden.
Medewerkers van het Sociaal Investeringsprogramma (SIP) merken intussen al dat alle plannenmakerij de bewoners weer hoop geeft voor de toekomst. De bewoners lieten tijdens huisbezoeken weten minder overlast op straat te ervaren omdat politie en bewakingsdiensten meer controleren.
Ook deelraadwethouder van onder meer Stedelijke Vernieuwing, Ineke Ketelaar ziet de toekomst van Overtoomse Veld rooskleurig in. “Er liggen al vijftien jaar plannen klaar voor vernieuwing van het gebied. Die plannen worden nu versneld uitgevoerd. Er komen een communitycenter, een brede school en zorgvoorzieningen. Bij de vernieuwing wordt nauw samengewerkt met Far West, de Alliantie en Eigen Haard. Van de 2800 woningen in het plangebied wordt de helft gesloopt. Maar dat gebeurt niet voor 2010. Eerst moet er voldoende nieuwbouw zijn om bewoners uit te kunnen plaatsen.”
De wijk zal een ander karakter krijgen want van de nieuwbouw wordt slechts dertig procent sociale huur.
Met de nieuwbouw van grote huurwoningen hoopt Ketelaar een deel van de overlast in te dammen. “Er zijn trappenhuizen waar wel veertig kinderen wonen. Ook zijn er veel middelbare scholen waar jongeren uit de hele stad naar toe komen. De buurt is verloederd doordat er te weinig toezicht was. Nu hebben we allemaal programma’s opgezet met straatcoaches en – ook erg belangrijk voor de bewoners – er komt nu twee keer per dag een veegwagen door de buurt.”
Bij de volgende Leefbaarheidsmonitor, over twee jaar, haalt de buurt volgens een optimistische Ketelaar, zeker een 8-. Of ze weet dat dit een absolute recordstijging zou zijn sinds de invoering van de monitor? “Er wordt al volop gebouwd en woningen in het project Uit de Kunst worden vanaf de bouwtekening verkocht. Een flink deel van de 46 woningen zijn verkocht aan zittende bewoners. Dat is een heel goed teken.” [JvV]

 

Transvaalbuurt een vieze buurt
Meeste overlast van vervuiling: 4,4

De Transvaalbuurt in stadsdeel Oost/Watergraafsmeer ondervindt veel last van zwerfvuil. De buurt behaalt op dat onderdeel slechts een 4,4. Maar het stadsdeel gaat het komend jaar het tij keren, zo verwacht Mario Weij, productmanager schoon. De buurt heeft een ondergronds inzamelsysteem gekregen en de werkwijze van de veegdienst is aangepast.
In het wijkactieplan voor de Transvaalbuurt heeft het stadsdeelbestuur als uitgangspunt geformuleerd dat een voorwaarde voor leefbaarheid en sociale cohesie een mooie en prettige openbare ruimte is. Dat heeft het afgelopen jaar al tot allerlei acties geleid, zo verklaart Weij. “We hebben bij de veegdienst een andere manier van werken geïntroduceerd. Vroeger werkten we volgens een vast rooster: beginnen bij A en eindigen bij B. Zonder rekening te houden met de daadwerkelijke vervuiling. Kwam de veegdienst aan sommige straten niet toe, dan gebeurde er ook niks. Nu werken we aan de hand van de beeldkwaliteit. Er wordt alleen daar geveegd, waar dat nodig is. Daardoor kunnen we met dezelfde mensen een veel groter gebied redelijk goed onderhouden.”
Het stadsdeel heeft zichzelf een cijfer opgelegd. De komende tijd moet minimaal schoonheidsgraad 6 worden bereikt. Het nieuwe vegen vraagt volgens Weij wel om grote veranderingen binnen zijn veegdienst. “Mensen worden speciaal getraind in de andere aanpak. En de organisatie ondergaat een wijziging. Vroeger hadden we zelfsturende teams. Nu komen de veegploegen onder leiding van een voorman te staan. De voorman schouwt zijn wijk en geeft vervolgens aan waar wat nodig is,” aldus Weij. Deze aanpak wordt nu beproefd in de Transvaalbuurt en in de omgeving van het Oosterpark. Volgens Weij zijn de resultaten zodanig, dat de nieuwe aanpak ook elders zal worden ingevoerd.
Bovendien zijn ondergrondse vuilcontainers geplaatst. “Burgers kunnen voortaan op elk moment hun restafval kwijt. Er staan geen vuilniszakken meer op straat. Nadeel is wel dat te pas en te onpas grofvuil bij de containers wordt geplaatst.” In de strijd tegen dergelijke overlast is de hulp van burgers ingeroepen. Meer dan tachtig buurtbewoners hebben 56 van de 71 brenglocaties geadopteerd. Zij houden de directe omgeving van de containers schoon. Ook mogen zij het stadsdeel bellen om grofvuil nog dezelfde dag weg te halen.
Verder investeert Oost/Watergraafsmeer extra in het zogeheten buurtprogramma voor schoon, heel en veilig. “Wij hebben ons stadsdeel opgesplitst in zestien buurten. Elk buurt heeft een eigen werkprogramma. Dat geldt ook voor de Transvaalbuurt. Bewoners kunnen meebeslissen over het wel en wee in hun leefomgeving.”