Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Sara Khalloufi onderzocht thuisgevoel van vrouwelijke statushouders
"De gemeenschappelijke ruimten voelen niet altijd veilig"

Een van de ideeën achter gemengde woonprojecten zoals Stek Oost, Startblok Elzenhagen en Spark Village is dat de communityvorming statushouders helpt sneller hun plek te vinden in het nieuwe land. Maar geldt dat ook voor vrouwelijke statushouders? De masterscriptie waarin Sara Khalloufi dat onderzocht, is beloond met de Jeroen van der Veer Scriptieprijs 2022.

Image
Winnaar Sara Khalloufi met de twee andere genomineerden, Jimmy Verheij en Malika van de Weerd.

 

Waarom koos je dit onderwerp?

“Ik woonde eerder zelf in Stek Oost en was al lange tijd bezig met vraagstukken over asielzoekers en integratie. Het begrip thuisgevoel – sense of belonging - is heel belangrijk voor de integratie van nieuwkomers. Maar wat dat precies inhoudt is erg persoonlijk. Het gaat om een dak boven je hoofd, maar ook om sociale relaties, bekendheid en identiteit. Ik kreeg het gevoel dat dit verschillend is bij mannelijke en vrouwelijke statushouders. Dat wou ik onderzoeken.”

Hoe heb je je onderzoek aangepakt?

“Ik heb contact gezocht met het Stedelijk Coördinatieteam Asielzoekers en Vluchtelingen van de gemeente Amsterdam. Ik kon gebruikmaken van hun netwerk om interviewkandidaten te vinden. In totaal heb ik met 19 vrouwen semi-gestructureerde interviews gehouden. Dat maakt de verhalen vergelijkbaar, maar geeft ook voldoende flexibiliteit tijdens het gesprek. De interviews vonden plaats in coronatijd. Soms sprak ik de vrouwen thuis, soms ook in de buurt van hun huis op een bankje.”

Wat zijn je bevindingen over het thuisgevoel?

“Voor de geïnterviewde vrouwelijke statushouders heeft thuisgevoel in Nederland vooral te maken met tolerantie, vrijheid en gelijkheid. Hier kunnen ze die waarden als vrouw vaak beter vormgeven dan in hun land van herkomst. Zelfredzaamheid en de mogelijkheden voor opleidingen en werk zijn ook belangrijk. Dat is anders dan bij veel mannelijke statushouders, die voor hun thuisgevoel juist op zoek gaan naar culturele waarden uit het land van herkomst.”

En hoe zit dat dan in gemengde wooncomplexen?

“De positieve invloed daarvan gaat vooral op voor vrouwen die de Nederlandse taal al goed beheersen. Daarnaast zijn er ook negatieve kanten. Gemengde complexen bieden mogelijkheden om veel jonge statushouders te huisvesten, maar de genderverdeling is niet evenredig omdat Amsterdam veel meer mannelijke statushouders moet huisvesten. Deze mannen zoeken elkaar op en maken gebruik van de gemeenschappelijke ruimten.. Meerdere vrouwelijke statushouders die ik sprak, zien die ruimten niet als een uitnodigende en veilige omgeving. Zij ervaren de aanwezigheid van groepen mannen als intimiderend.”

Wat kunnen gemeente en corporaties doen om dat te veranderen?

“De positieve aspecten van gemengd wonen komen beter tot hun recht in kleinschalige woonprojecten met een gelijkwaardige mix wat betreft afkomst en gender. Dat verkleint de kans op clustervorming onder mannen uit hetzelfde herkomstland en biedt ruimte voor meer diverse contacten onder bewoners. In sommigen woonprojecten gaat de toegang tot de individuele woningen via een gemeenschappelijke ruimte. Juist daar voelen vrouwelijke statushouders zich vaak minder thuis.”

Je bent vorig jaar afgestudeerd. Wat doe je nu?

“Ik ben trainee bij adviesbureau BMC. Afgelopen maanden werkte ik voor de Thuisgevers, een landelijk initiatief dat tijdelijke huisvesting voor statushouders realiseert. Dit bevordert de doorstroming vanuit de AZC’s. We zijn inmiddels op bijna 100 plekken actief.’ ◉

Jeroen van der Veerprijs
De Jeroen van der Veer Scriptieprijs voor de beste masterscriptie op het gebied van volkshuisvesting is een initiatief van de Amsterdamse Federatie voor Woningcorporaties (AFWC). De prijs is genoemd naar onderzoeker en collega Jeroen van der Veer, die eind 2020 op 56-jarige leeftijd overleed. Jeroen werkte ruim 23 jaar bij de AFWC en heeft vele studenten begeleid bij hun scriptie. De prijs is op 24 januari 2023 voor de tweede keer uitgereikt.

 

Christine van Eerd