Overslaan en naar de inhoud gaan
PakhuisNUL20: reacties van Duco Stadig, Jos van der Lans en Marien de Langen
Corporaties na de parlementaire enquête

De Enquêtecommissie Woningcorporaties heeft niet diep genoeg gegraven. Zo verklaarde publicist Jos van der Lans afgelopen maandag tijdens het PakhuisNul20-debat. Van der Lans had antwoord willen hebben op de vraag waarom de sector niet in staat is gebleken zichzelf te corrigeren. “Wilden we niet te weinig van elkaar weten?”
Marien de Langen, bestuurder van Stadgenoot, toonde zich in het gesprek met oud-wethouder Duco Stadig (PvdA) en Van der Lans positiever over de uitkomst van de parlementaire enquête. Niet over de verhoren zelf, maar wel over het eindrapport. “De dramatische ontwikkelingen in de sector zijn het gevolg van de aanname dat vastgoed altijd in waarde stijgt. Iedereen rekende daar op.” Hij merkte bovendien fijntjes op dat woningcorporatie Vestia, waar het later zo mis zou gaan, door iedereen op handen werd gedragen. Volgens hem hebben corporaties vanaf midden jaren negentig hun zelfstandige rol heel letterlijk genomen. Zij werden daar bovendien door de overheid toe uitgenodigd. Inmiddels heeft volgens De Langen voldoende correctie en zelfregulering plaatsgevonden.
Minister Blok dwingt de corporaties nog wel met nieuwe wetgeving tot hun kerntaak. De Tweede Kamer praat volgende week over zijn wetsvoorstel (novelle). Dan ook bespreekt de Kamer de aanbevelingen van de enquêtecommissie. Volgens Van der Lans gaan de beperkingen die Blok wil opleggen veel te ver. “Het is dramatisch voor de ontwikkeling van steden, als corporaties zich alleen nog maar met sociale huurwoningen bezig mogen houden.”
De Langen verwacht dat corporaties nog wel wat speelruimte houden. Zij mogen in herstructureringswijken middeldure huur- en sociale koopwoningen realiseren. Elders wordt de taak beperkt tot de bouw van sociale huurwoningen. “Buiten Amsterdam wordt dat een nog veel groter probleem, dan in de stad.”
Volgens Van der Lans is dat een rigide manier om met de ontwikkeling van steden om te gaan. “Als corporaties alleen nog maar sociale huurwoningen mogen bouwen, dan is dat geen prettig vooruitzicht. De voorbeelden van wijken met alleen sociale huur voor de allerarmsten, zijn geen goede voorbeelden.”
Dat vindt Stadig ook. Hij is zeer positief over de conclusies van de enquêtecommissie en vindt dat het hele pakket aan adviezen uitgevoerd moet worden. Met één uitzondering. Corporaties moeten in plinten van woongebouwen commercieel en maatschappelijk vastgoed kunnen ontwikkelen. “Voor de verzelfstandiging van de corporaties was het ook volstrekt normaal dat een corporatie in een nieuw blok de ontwikkeling van een plint voor kantoren of winkelruimte meenam. Dat moet wel mogelijk blijven, daar moet op een slimme manier mee worden omgegaan.”
Van der Lans vindt dat de corporaties samen met de gemeenten de grenzen op moeten zoeken. “Als er legitimiteit is op gemeentelijk en regionaal niveau om meer te doen dan alleen woningbouw, dan vraag ik mij af of het Rijk dan ingrijpt.”
De Langen is wel blij dat na vijftien jaar de wetgeving ten aanzien van woningcorporaties wordt voltooid, ook als daar onderdelen in zitten die lastig zijn. Van der Lans, tenslotte, hoopt dat de gewenste cultuurverandering waarbij corporaties elkaar maatschappelijk de maat nemen door bij elkaar 'in de keuken te kijken' echt gestalte krijgt.