Overslaan en naar de inhoud gaan

Nieuwe opzet woningcorporaties naar Tweede Kamer

Image

Het taakgebied van corporaties wordt gericht op het huisvesten van lagere inkomens, het toezicht wordt versterkt en gemeenten en corporaties gaan bindende prestatieafspraken maken over wat lokaal nodig en mogelijk is. Minister Blok heeft vandaag het wetsvoorstel, de zogeheten novelle ingediend bij de Tweede Kamer.
Blok geeft daarmee uitvoering aan het regeerakkoord waarin staat dat corporaties weer terug gaan naar hun kerntaak: het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen en het daaraan verbonden maatschappelijk vastgoed. De duidelijker taakafbakening voorkomt dat corporaties in commerciële projecten stappen waarvan de verliezen ten koste gaan van de huurders. De heldere focus voor corporaties draagt volgens het kabinet bij aan eerlijker concurrentieverhoudingen. Voor marktpartijen wordt het met de wetswijziging aantrekkelijker om te investeren in middeldure huurwoningen waar veel vraag naar is.

Het wetsvoorstel regelt dat corporaties commerciële projecten zoals duurdere huurwoningen en koop moeten splitsen van hun kerntaak waarvoor wel staatsteun beschikbaar is. Corporaties kunnen kiezen voor een juridische of een administratieve splitsing. In het eerste geval worden commerciële activiteiten in een aparte rechtspersoon ondergebracht zodat eventuele risico’s niet op de corporatie drukken. Bij een administratieve scheiding is dat niet het geval en geldt er een zwaarder toezichtsregime. Ook is het palet aan toegestane commerciële activiteiten beperkter. In alle gevallen geldt dat corporaties commerciële activiteiten op termijn tegen marktvoorwaarden moeten (her)financieren.
Bij een administratieve splitsing mogen corporaties onder strikte voorwaarden en waarborgen nog woningen in de vrije sector ontwikkelen, bijvoorbeeld bij herstructurering als onderdeel van stadsvernieuwing. Wel moet de gemeente eerst bekijken of er geen marktpartijen zijn die het project willen uitvoeren. Verder moeten de risico’s beperkt zijn en gelden er rendementseisen.

Het toezicht op en binnen de corporatiesector wordt verder versterkt. Zo worden aan leden van de raad van toezicht wettelijke kwaliteitseisen gesteld en moeten directeuren en bestuurders investeringen vanaf 3 miljoen euro ter goedkeuring voorleggen aan de raad van toezicht. De minister krijgt de bevoegdheid om bij wanprestatie leden van de raad van toezicht te schorsen en vervolgens bij de ondernemingskamer voor te dragen voor ontslag.
Op het gebied van het externe toezicht worden de taken van de financieel toezichthouder Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) als ZBO beëindigd en ondergebracht in een aparte Rijksdienst onder directe ministeriële verantwoordelijkheid. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, dat met het Rijk achtervang is voor de sector, krijgt een grotere rol bij saneringen.

Het door de regering ingediende wetsvoorstel is ingediend als een zogeheten novelle. Daarmee wordt een eerdere wetswijziging die sinds medio 2012 bij de Eerste Kamer ligt, in lijn gebracht met het regeerakkoord en de afspraken die het kabinet met de vereniging van woningcorporaties Aedes maakte. Het kabinet streeft ernaar de stelselherziening per 1 januari 2015 in te laten gaan.