Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Ruimte voor talent
Politieke splijtzwam of non-discussie?

De uitgelekte ambtelijke notitie ‘Ruimte voor talent’ zorgde dit voorjaar voor de nodige deining in de hoofdstad. Het college heeft de notitie nu vrijgegeven zonder zelf een inhoudelijk standpunt in te nemen. Op 1 september discussieerde de Raad erover. NUL20 peilde vooraf de meningen. Wat betekent ‘ruimte voor talent’ voor de woningvoorraad?

D’66: van kernvoorraad naar kennisvoorraad

"De woningvoorraad in Amsterdam is scheefgegroeid"

Ivar Manuel (D66)

Als Amsterdam het meer en meer moet hebben van creatieve en innovatieve kenniswerkers, is de vraag waar al dat talent moet wonen. Ivar Manuel maakt van de door hem aangedragen oplossing niet het best bewaarde geheim van het stadhuis. Het is mede op aandringen van D66 dat de nota ‘Ruimte voor talent’ in de raad aan de orde komt. ‘Van kernvoorraad naar kennisvoorraad’ is de leus en veel te raden laat die niet. Manuel: “De woningvoorraad is in Amsterdam scheefgegroeid, starters en gezinnen komen er nauwelijks meer tussen. Die mensen, en dan praat ik met name over kenniswerkers, willen een goede, betaalbare woning in de buurt van het centrum. Dan praat je dus over de negentiende-eeuwse gordel en niet over het verre westen.”
Hij tekent op een velletje papier zo’n typisch pand met vier etages en zolder. “Kijk, van de twee onderste etages maak je een gezinswoning. Die hebben dan meteen een tuin. De verdieping daarboven blijft een sociale huurwoning. Dan kan je de etage daarboven weer samenvoegen met de zolder, waardoor een woning voor een hoogopgeleide starter ontstaat, die daar aan huis kan werken. Of je bouwt de zolder om tot studentenkamers”
Na renovatie ontstaan zo verschillende soorten woningen, huur en koop. Het idee is volgens Manuel zo sterk dat alleen politieke onwil uitvoering nog tegenhoudt. “De linkse partijen houden vast aan de kernvoorraad en aan de 30% sociale huur bij nieuwbouw overal in de stad. Op IJburg werkt dat goed, maar niet bij bestaande bouw. Daar is juist die overmaat aan sociale huurwoningen. De praktijk geeft ons gelijk. Wij stellen bovendien dat jonge kenniswerkers een impuls voor buurten zijn, niet alleen voor de stad als geheel. De leefbaarheid neemt toe. Je krijgt andere winkels, andere scholen.” Het woningbestand, betoogt hij, is een instrument om de bevolkingssamenstelling te sturen. Dat vraagt om openlijke politieke keuzes.

Groenlinks: zorgen voor instroom

"Corporatiebezit is nodig om emancipatiemachine draaiende te houden"

Maarten van Poelgeest (GroenLinks)

Dat kennis een steeds belangrijker productiefactor wordt, daar kan Maarten van Poelgeest zich wel in vinden. We zijn immers bezig met de overgang naar een diensteneconomie, waarin kenniswerkers overigens maar 25% van de arbeidsmarkt vormen. “We zullen straks ook nog zo’n 40% lager opgeleide mensen hebben. Die spelen ook een rol in de diensteneconomie, maar wel tegen steeds flexibeler voorwaarden. Dat kan nog een aardige sociale kwestie worden.”
Ook op de woningmarkt blijft het dringen. Met het voor Amsterdam kenmerkende hoge percentage aan één- en tweepersoonshuishoudens is de druk hoog. Voor gezinnen is welbeschouwd geen plaats. Van Poelgeest zit daar niet echt mee: “Je moet domweg kiezen en je kunt Waterland niet volbouwen. Wij zien de stad als emancipatiemachine. Mensen komen de stad in, ontwikkelen zich hier, beginnen een carrière. Vervolgens zoeken ze een plek buiten de stad omdat hier geen ruimte voor ze is. De gemeentegrens is niet heilig, gebruik de regio.”
Zelf wil Van Poelgeest met zijn driepersoons-huishouden graag in de stad blijven wonen. “Al zie je wel om je heen dat mensen na de geboorte van hun tweede kind vertrekken.”
Toch is ook de toekomst van de kleinere huishoudens allerminst zeker. “Een derde van de sociale voorraad is in particuliere handen. Ik voorzie dat die binnen vijftien jaar overgaat naar de vrije sector. Er is dus helemaal geen sprake van een overmaat van de kernvoorraad. De instroom stokt nu en Amsterdam dreigt een stad van gearriveerden te worden.”
En het corporatiebezit? “Dat bestand heb je nodig om de emancipatiemachine draaiende te houden. Ja, er zitten scheefwoners tussen, maar je gaat als je je eerste baan hebt toch niet meteen verhuizen?”
De zogenaamde middeninkomens komen er evenmin tussen. Een snelle zoektocht op Funda leert Van Poelgeest dat je voor zo’n 130 duizend euro een flatappartement ver buiten het centrum kunt krijgen. Maar lang is het lijstje aanbiedingen niet.

VVD: voorrang voor jong talent

"Huidige woningmarkt is obstakel voor Amsterdamse kenniseconomie"

John Goring (VVD)

Volgens Goring is Amsterdam nog niet klaar voor de kenniseconomie. De woningmarkt bijvoorbeeld vormt een obstakel. Voor middeninkomens is geen ruimte, niet op de huur- en al evenmin op de koopmarkt. “Het splitsingsbeleid mag van ons ruimhartiger, met name voor particulieren. Stadsdelen moeten minder traineren.” Samenvoegen is niet noodzakelijk, zegt hij, maar ook niet ongewenst. “Het gaat om de prijs die eruit voortvloeit. Als die ertoe leidt dat alleen topinkomens profiteren schiet het zijn doel voorbij.”
Maar ook de instroom moet aangepakt. Amsterdam dreigt zijn positie als belangrijkste universiteitsstad te verliezen als studenten hier geen woonruimte kunnen vinden. Goring schreef er een raadsnotitie (‘Woonruimte voor talent’) over. Conclusie: stel een percentage van de woningvoorraad ter beschikking aan studenten. “We moeten niet alleen constateren maar ook handelen. De corporaties willen wel. Ik sprak drie directeuren die zonder uitzondering beweren dat er zat kleine woningen zijn die geschikt zijn voor studenten. Dat is in drie à vier jaar te realiseren.”
Dat betekent wel dat andere woningzoekenden langer mogen wachten.
Goring: “Maar dat zeggen we nu toch tegen studenten? Ik durf het best te zeggen hoor. De middengroepen die naar de polder moeten krijgen toch niet anders te horen dan dat er in Amsterdam geen plek voor ze is?” Goring heeft een oplossing: verlaag die 30% sociale woningbouw naar hooguit 20%. “Ik vind die verhalen over een eenzijdige samenstelling van de bevolking als we niet overal sociale woningen neerzetten gezeur. Niet doorslaan in die differentiatiegedachte. Bewoners van de Apollobuurt zijn niet ongelukkig door het ontbreken van sociale woningbouw daar. Evenmin zijn bewoners van sociale woningen ongelukkig omdat ze niet in de Apollobuurt wonen. Ook de vrees dat méér koopwoningen leidt tot etnische segregatie deelt Goring niet: “Integendeel, ik zie steeds vaker dat allochtonen een woning kopen en daarvoor een kwaliteit krijgen die de huurmarkt nooit kan bieden.”

PvdA: rijken niet subsidiëren

"De nota 'Ruimte voor Talent' is populistische prietpraat"

Bouwe Olij (PvdA)

“Er staat helemaal niets nieuws in dit stuk, het is populistische prietpraat”, zet Bouwe Olij in. “Ik ben niet tegen een creatieve stad, maar wel als dit een verkapte aanval op het woningbouwbeleid is.”
Olij is voorstander van de compacte stad, waar je arm inkomt en waar je als het je beter gaat weer uit vertrekt. De emancipatiegedachte. Later komen je kinderen de stad dan weer in. “Zestig procent van de woningen is hier nu nog betaalbaar, laten we dat zo houden. Splitsen is niet de oplossing, omdat het tot veel duurdere woningen leidt. Bovendien komt de bouwproductie weer op gang. Als je vierduizend woningen per jaar bouwt mag je dat met een factor vier vermenigvuldigen. Dat zijn zestienduizend mutaties.” Nog even geduld dus en de doorstroming komt weer op gang. Ondertussen begint de verstopte woningmarkt voor bepaalde groepen, zoals de veelgeroemde kenniswerkers in spe, de studenten, wel nijpend te worden.
“Maar daar worden toch containerwoningen voor gerealiseerd? Ik zie niets in een percentage woningen voor studenten, want we hebben al zoveel voorrangsindicaties. Een gewone Amsterdammer moet ook een kans op een woning hebben.”
En gezinnen? “Daar kunnen we nooit helemaal aan tegemoetkomen, tenzij het Rijk weer subsidies invoert. Ik persoonlijk betreur het dat de objectsubsidies en de premie A-, B- en C-woningen zijn afgeschaft. Ondertussen mogen huizenbezitters wel mooi hun rente aftrekken.”
Toch is Olij zeker niet tegen differentiatie. Als stadsdeelwethouder begon hij er zelf in de jaren tachtig al mee, tegen de politieke stroom in. Olij: “Dit soort ontwikkelingen heeft een lange looptijd. Toen Genet zijn nota ’Wonen naar wens’ schreef was het tij al aan het keren. Stadig gaat verder met die lijn. Waar ik geen vrede mee heb is dat het CDA en de VVD de rijken willen subsidiëren door aan de grondprijs voor koopwoningen te morrelen.”

Meer informatie