Het Amsterdamse college heeft zich een uitermate ambitieus bouwprogramma ten doel gesteld: 7.500 woningen per jaar tot en met 2024. De nadruk in de nieuwe projecten verschuift naar woningbouw voor mensen met een laag of gemiddeld inkomen. Maar het ferme eisenpakket uit het linkse coalitieakkoord is niet meer in beton gegoten. Ongeveer de helft van de geplande productie zit in het betaalbare segment.

Amsterdam mikt tot 2025 op een historisch hoge bouwproductie met 7.500 woningen per jaar
Planvoorraad versus productie
De Amsterdamse planvoorraad bestaat uit 73.093 woningen in de periode tot 2025. Belangrijke bouwlocaties zijn het Amstelkwartier, de Sluisbuurt, Buiksloterham, Elzenhagen, Riekerhaven, Sloterdijk, Amstel III en Geuzenveld-Slotermeer.
Het college wil vooral betaalbare woningen (sociaal en middelduur) toevoegen. In het coalitieakkoord werden daartoe ferme eisen geformuleerd. In verkiezingstijd circuleerde de 40-40-20 verhouding. Bij de uitwerking van het coalitieakkoord werd gestuurd op aantallen: 2.500 sociale huur per jaar en 1.670 middeldure huur. Die aantallen zien we terug in de planvoorraad, maar als we uitgaan van die 75 procent realisatiekans, dan komen de eindtotalen onder de taakstelling uit het coalitieakkoord uit. En mede vanwege de doorlooptijden van oude projecten bestaan de plannen in totaal voor ongeveer de helft uit betaalbare huur: 33 procent sociale woningbouw en 16 procent middeldure huur. Dat zijn overigens nog altijd veel meer betaalbare woningen dan de afgelopen jaren in aanbouw zijn genomen. Wat opvalt is dat er vanwege het doorlopen van oude projecten nog een fors aandeel koopwoningen in het bouwprogramma zit: 28 procent tot 2025. Daar zit een relatief hoog aandeel harde plannen in (met investeringsbesluit).

Vereveningsfonds
In de startblokken
Lees ook: AFWC: corporaties kunnen onmogelijk 2.500 woningen per jaar bouwen (NUL20 26-11-2018)
- Fred van der Molen