Overslaan en naar de inhoud gaan

Bijna veertig procent van de particuliere huurwoningen is na 2015 aangekocht

Image

Eenderde van de huurwoningen van de kleinere particuliere beleggers is verworven in de periode van 2016 tot 2020. Veel beleggers stapten toen in vanwege de uitermate aantrekkelijke rendementen, de toenemende vraag naar huurwoningen en de mogelijkheid van tijdelijke huurcontracten. Na 2020 zakt de populariteit van 'buy-to-let' af. Dat is volgens het Kadaster het gevolg van overheidsmaatregelen om dit aankopen-voor-verhuur af te remmen. Denk hierbij  aan de verhoging van de overdrachtsbelasting en de opkoopbescherming. Het aankoopjaar van 6 procent van deze categorie huurwoningen ligt na 2020. 

Het Kadaster publiceerde recent een onderzoek naar bezit en woonplaats van kleine particuliere verhuurders. Die groep verhuurders is veel in het nieuws: door een stapeling van genomen en aangekondigde overheidsmaatregelen zou verhuur dermate onaantrekkelijk zijn geworden, dat zij massaal overgaan tot verkoop. Een andere belangrijke factor is overigens de opgelopen rente. Zeker voor verhuurders die na 2016 met geleend geld dure woningen hebben gekocht is het lastiger geworden het beoogde rendement te halen. Dat zijn er best veel blijkt uit het Kadaster-onderzoek naar de woningvoorraad per 1 juli 2023. Voor eigenaren van één huurwoning, is 33 procent van hun huidige bezit aangekocht in de periode 2016 tot en met 2020. En voor de grotere verhuurders tot en met acht woningen gaat het om 36 procent. Van de overige woningen van kleine verhuurders is ongeveer een kwart al vóór 1995 door de eigenaar gekocht. Deze zijn dus al minimaal 30 jaar in bezit.

Het Kadaster heeft de grens bij acht woningen getrokken omdat dat bij veel hypotheekverstrekkers de grens is voor een particuliere verhuurhypotheek. Verhuurders van meer woningen krijgen te maken met bedrijfshypotheken. Er zijn ruim 137.000 huurwoningen van eigenaren die slechts één woning verhuren. 218.000 huurwoningen behoren toe aan particulieren die twee tot en met acht woningen verhuren. Bij elkaar is dus 4,4 procent (355.000) van de woningvoorraad in handen van kleine particuliere verhuurders.

De meeste woningen van kleine particuliere verhuurders staan in de vier grote steden (G4). Amsterdam steekt er met kop en schouders boven uit steekt. Per 1 juli 2023 staat ruim 10 procent van alle verhuurde woningen van particuliere verhuurders met maximaal acht woningen in Amsterdam. Als we niet kijken naar aantallen maar naar percentages dan krijgen we een ander beeld: Schiermonnikoog, Ameland, Vaals, Zandvoort en Terschelling vormen dan de top 5. Nog een weetje: de meeste verhuurders in de G4 wonen in de eigen stad.

Trefwoorden