Overslaan en naar de inhoud gaan

Startende koper moet het ook niet meer hebben van aanbod woningcorporaties

Image

Starters die een koopwoning zoeken vinden die minder snel bij woningcorporaties dan een aantal jaren terug. Woningcorporaties verkopen namelijk veel minder woningen aan particulieren. Dat blijkt uit onderzoek van het Kadaster. Bovendien kunnen starters ook woningen van corporaties steeds minder betalen.

Vooral de alleenwonende starter vindt minder snel een koopwoning bij de woningcorporatie. Van alle woningen die deze singles kochten was in 2014 nog ruim 20 procent van een woningcorporatie, terwijl dat in 2020 nog slechts 7 procent was. Ook bij stellen is een afname zichtbaar van 12 naar 4 procent. Voor deze 'samenstarters' speelde het aanbod van woningcorporaties al een kleinere rol.

Van 2009 tot en met 2020 verkochten woningcorporaties ruim 236.000 woningen. Dit is 12 procent van het totaal aantal verkochte woningen. Het aantal verkopen neemt gestaag af sinds 2013, zeker aan particulieren. Corporaties verkopen wel meer onderling en aan bedrijfsmatige investeerders. De onderlinge overdracht wordt de afgelopen jaren opgestuwd door twee oorzaken. Ten eerste dwingt de nieuwe Woningwet corporaties zich meer te concentreren in één woningmarktregio; ze dragen woningen buiten die thuisregio bij voorkeur over aan collega-corporaties. Daarnaast verkopen corporaties pakketten woningen om hun financiële situatie te verbeteren.

Het armlastige Vestia verkocht bijvoorbeeld eind 2020 ongeveer 5.600 verhuureenheden aan andere corporaties. Op eerdere verkopen van sociaal bezit aan commerciële partijen is veel kritiek gekomen. Met name toen bleek dat deze investeerders de woningen later met forse winsten doorverkochten. Op deze manier zijn tientallen miljoenen euro's aan maatschappelijk vermogen weggelekt uit de sector. Wat dat betreft is het sentiment gekeerd. Terwijl minister Blok enkele jaren terug op beurzen buitenlandse investeerders nog aanmoedigde hun slag te slaan op de Nederlandse corporatiemarkt, keren steeds meer bewoners, politieke partijen en gemeenten zich tegen verkoop van corporatiewoningen. De verkleining van de corporatiesector is een geloofsartikel dat bijna alleen de VVD nog aanhangt, en ook niet meer fanatiek.

Een belangrijke reden voor corporaties en gemeenten om door te gaan met verkoop is om voldoende middelen te genereren voor de broodnodige nieuwbouw. Aan die vicieuze cirkel kan alleen een einde gemaakt als de verhuurderheffing wordt afgeschaft of beperkt.

Hoeveel corporatiewoningen er in Amsterdam in 2020 zijn verkocht is nog niet bekend. Vermoedelijk wijkt dat niet veel af van 2019 toen het er bijna duizend waren. Lang boden corporatiewoningen Amsterdamse starters met een middeninkomen een kans om aan een koopwoning te komen. Maar dat is nauwelijks meer het geval. Terwijl de gemiddelde verkoopprijs in 2012 nog ruim 167.500 euro was, was die zes jaar later in 2018 al gestegen naar 320.600 euro. Daarna zijn de prijzen nog fors doorgestegen.

Trefwoorden