Overslaan en naar de inhoud gaan

Purmerend wint kort geding over tijdelijke woningen Waterlandlaan

Image

Bouwbedrijf De Meeuw mag een opdracht van de gemeente Purmerend voor de bouw van vijftig tijdelijke woningen niet teruggeven. Dat heeft Rechtbank Noord-Holland afgelopen week in kort geding bepaald. De bouwer wilde van het project af vanwege de sterk gestegen bouwkosten. De rechter vindt wel dat het bedrijf gedeeltelijk gecompenseerd moet worden voor de extra kosten.

Het geschil ontstond afgelopen zomer toen de gemeente Purmerend bouwbedrijf De Meeuw op de hoogte stelde van een nieuwe opdracht voor tijdelijke woningbouw aan de Waterlandlaan. De opdracht viel volgens de gemeente onder een raamovereenkomst uit 2018 om 118 tijdelijke woningen te realiseren. Maar de bouw van deze vijftig woningen is vier jaar later veel duurder dan door de gemeente wordt ingeschat, aldus De Meeuw. De bouwer eiste daarom 1 miljoen euro extra. 

Het lukte beide partijen vervolgens niet overeenstemming te bereiken over die extra kosten. Reden voor het bouwbedrijf om de opdracht terug te geven. De rechtbank oordeelt dat De Meeuw zich aan de raamovereenkomst moet houden. De opdracht voor de vijftig woningen valt daar gewoon onder. Ook oordeelt de rechter dat ‘de aantoonbare excessieve kostenstijging’ voor de bouw van de woningen in gelijke delen moet worden verdeeld. Mocht De Meeuw de raamovereenkomst niet nakomen, dan geldt een dwangsom met een maximum van één miljoen euro.
 

Trefwoorden