Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Tweede verdieping
Bijna de helft van de ouderen verhuist binnen eigen stadsdeel
Ouderen als sleutel voor de woningmarkt?

De Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting geeft prioriteit aan de huisvesting van ouderen. De gemeente wil hen niet alleen aan een passende woning helpen, maar ook doorstroming op gang brengen, zodat bijvoorbeeld gezinnen daarvan profiteren. Maar wat is de praktijk? Onderzoekers Eric Kurpershoek en Steven Kromhout doken in de verhuisdata.

Image
In veel gemeenten zijn wooncoaches of seniorenmakelaars actief die voorlichting geven over bijvoorbeeld woningaanpassingen of mogelijkheden om te verhuizen naar een meer geschikte woning.

Doorstroming door ouderen

Image
WoningNet Regio Amsterdam
WoningNet Regio Amsterdam

Uit cijfers van WoningNet, die geanalyseerd zijn door Rochdale, blijkt dat de afgelopen jaren (2020-2022) 22 procent van de verhuurde woningen in Amsterdam aan woningzoekenden vanaf 55 jaar is toegewezen. Veruit de meeste van deze ouderen (94 procent) zijn met één of twee personen verhuisd en hebben dus een klein huishouden. Dit past bij het beeld van ouderen in de ‘lege-nestfase’, van wie de kinderen het huis uit zijn gegaan.

Verder valt op dat slechts 8 procent van deze ouderen met een klein huishouden van buiten de regio Amsterdam (voormalige stadsregio) naar Amsterdam is verhuisd. Dat betekent dat een grote meerderheid van de ouderen die via WoningNet verhuist, een woning binnen de regio achterlaat, waar weer een andere woningzoekende van kan profiteren. De meeste woningen worden binnen Amsterdam zelf achtergelaten: 87 procent van de verhuizende ouderen met een klein huishouden komt uit Amsterdam.

Bijna alle corporatiewoningen die ouderen achterlaten, zijn sociale huurwoningen

Van de woningen die ouderen met een klein huishouden hebben achtergelaten, is ongeveer twee derde een corporatiewoning in de regio Amsterdam. De overige woningen kunnen zowel koopwoningen als particuliere huurwoningen zijn. Bijna alle corporatiewoningen die ouderen achterlaten, zijn sociale huurwoningen en kunnen dus weer op WoningNet worden aangeboden, mits er geen plannen zijn voor verkoop of sloop.

In totaal laten de kleine ouderenhuishoudens over de periode 2020-2022 bijna 5.000 corporatiewoningen achter in de regio. De hamvraag is in hoeverre deze vrijkomende woningen interessant zijn voor gezinnen. Het antwoord: de meeste niet. 73 procent heeft minimaal drie kamers en 49 procent heeft een oppervlakte (volgens het WWS-puntenstelsel) van minimaal 60 vierkante meter. In totaal voldoen ruim 1.800 achtergelaten woningen aan beide criteria. Daarmee is 36 procent van de corporatiewoningen die ouderen achterlaten geschikt voor gezinnen.

De ouderen die deze woningen achterlaten, verhuizen zelf meestal (91 procent) naar een woning die ongeschikt is voor gezinnen: ze zijn te klein, onzelfstandig of gelabeld voor ouderen. Dat betekent dat door de toewijzingen aan ouderen per saldo ruim 1.600 woningen in de regio Amsterdam beschikbaar zijn gekomen voor gezinnen.

Verhuizende 55-plussers

  • 64% vrijkomende woningen is niet geschikt voor gezinnen
  • 11% maakt gebruik van doorstroomregeling
  • 87% blijft in Amsterdam en 82% in de eigen regiogemeente
  • 48% verhuist binnen stadsdeel, maar ... 72% verlaat Centrum
Bron: WoningNet & Databank AFWC/bewerking Rochdale

Verhuisketens

Voor het totale doorstroomeffect van toewijzingen aan ouderen is het niet voldoende om te kijken naar woningen die deze ouderen zelf achterlaten. Deze woningen kunnen immers ook weer worden toegewezen aan doorstromers die zelf een woning achterlaten. Zo ontstaat een verhuisketen die pas eindigt als een starter aan de beurt komt.

Woningcorporatie de Alliantie heeft onderzoek gedaan naar de lengte van verhuisketens, op basis van WoningNet-cijfers uit verschillende regio’s binnen haar werkgebied (Stadsregio Amsterdam, Gooi- en Vechtstreek, Almere en regio Amersfoort). Tijdens een bijeenkomst in Pakhuis De Zwijger over het ‘beter benutten van de bestaande bouw’ presenteerde datascientist Thomas Westveer de resultaten. Hieruit blijkt dat de lengte van verhuisketens binnen de sociale huursector verschilt per type woning: grotere woningen leveren gemiddeld langere ketens op. Daarnaast speelt ook de leeftijd van de vertrekkende huurders een rol: 55-plussers die verhuizen, genereren meer doorstroming dan je op basis van het type woning waarin zij wonen zou verwachten.

Doorstroomregelingen

Om ouderen te stimuleren om door te stromen zijn er binnen de sociale huursector verschillende voorrangsregelingen. In Amsterdam zijn er twee. Van Groot naar Beter is bedoeld voor huurders die van grote naar een kleinere sociale huurwoning willen verhuizen. Van Hoog naar Laag biedt de mogelijkheid om naar een sociale huurwoning op de begane grond of de eerste verdieping te verhuizen. Ook in andere gemeenten in de regio bestaan dit soort regelingen.

Van alle ouderen die in de periode 2020-2022 een sociale huurwoning toegewezen hebben gekregen in Amsterdam, heeft 11 procent gebruikgemaakt van een van deze doorstroomregelingen: 5 procent verhuisde Van Groot naar Beter en 6 procent Van Hoog naar Laag. Van de ouderen die binnen Amsterdam een zelfstandige sociale huurwoning hebben achtergelaten (één van de voorwaarden van de regelingen) heeft 17 procent gebruikgemaakt van een doorstroomregeling. Dit percentage ligt het hoogst bij 75-plussers (28 procent), gevolgd door de leeftijdsgroep van 65 tot en met 74 jaar (22 procent). Jongere ouderen (55-64 jaar) maken het minst gebruik van de doorstroomregelingen (5 procent).

Image

Verhuisstromen

Ten slotte is nog gekeken naar verhuisstromen van ouderen tussen gemeenten en stadsdelen binnen de regio Amsterdam. De meerderheid van de ouderen verhuist binnen de eigen gemeente. In de regio verhuist 82 procent binnen de eigen gemeente, in Amsterdam is dat 87 procent. Voor ouderen is het vaak al een grote stap om te verhuizen naar een andere woning, laat staan naar een andere gemeente. Een reden om wel over langere afstand te verhuizen kan zijn om dichter bij familie of vrienden te wonen die mantelzorg kunnen verlenen.

Binnen Amsterdam verhuist 48 procent van de ouderen binnen het eigen stadsdeel, maar hier is een groot verschil tussen de stadsdelen. Voor de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord geldt dat 58 procent binnen het eigen stadsdeel blijft. In de stadsdelen Oost, Zuid en West blijft 43 procent binnen het eigen stadsdeel. Het centrum wordt door ouderen relatief vaak verlaten na verhuizing, slechts 27 procent blijft binnen dit stadsdeel.

Eric Kurpershoek en Steven Kromhout



(Eric Kurpershoek is senior beleidsadviseur volkshuisvesting bij Rochdale; Steven Kromhout is senior onderzoeker en beleidsadviseur bij de AFWC)
Verantwoording
Voor de analyse in dit artikel is gebruikgemaakt van twee datasets: een bestand met alle verhuringen via WoningNet in de regio Amsterdam (waarvan 68 procent in Amsterdam), in de periode 2020-2022; en de Databank corporatiewoningen met woninggegevens van de AFWC. De WoningNet-verhuringen zijn gekoppeld aan de Databank op basis van de adressen van woningen die woningzoekenden hebben achtergelaten. Zo kon worden bepaald welke woningen de woningzoekenden hebben achtergelaten.