Overslaan en naar de inhoud gaan

Woningcorporaties moeten startmotor worden van energietransitie

Image

We staan aan de vooravond van een grote verbouwing, zo lezen we in het onderdeel van het Klimaatakkoord dat betrekking heeft op de Gebouwde omgeving. Doelstelling is dat gebouwen in 2030 3,4 miljard kilogram minder CO2 uitstoten en in 2050 helemaal niet meer. Om die doelen te bereiken moeten bijna alle gebouwen in Nederland aangepakt worden. Dat betekent ongeveer 50.000 bestaande woningen per jaar verduurzamen in 2021 en in de jaren daarna opschalen naar een ritme van 200.000 per jaar. De woningcorporaties moeten volgens de sectortafel het voortouw nemen om deze enorme operatie wijk voor wijk aan te pakken.

De wijkgerichte aanpak kan volgens de sectortafel onder leiding van Diederik Samsom op zijn vroegst pas vanaf 2021 vorm krijgen. Ondertussen moeten woningcorporaties als 'startmotor' fungeren. Zij gaan bestaande woningen/woonblokken rondom bestaande warmtenetten beschikbaar stellen met een minimale afnamegarantie. Corporaties trekken hierin samen op met gemeenten en passen hun planningen aan om zoveel mogelijk deze wijkgerichte uitrol mogelijk te maken. Voor een ander deel van de corporatiewoningen bieden hybride warmtepompen of (bodem-) warmtepompen een alternatief. Hiermee kunnen in 2019 17.500, in 2020 30.000 en in 2021 55.000 woningen worden getransformeerd naar aardgasvrij.

De woningcorporaties hebben bovenstaande toezegging gedaan onder de voorwaarde dat voor de langere termijn hun investeringsruimte in overeenstemming wordt gebracht met de betaalbaarheidsopgave, de bouwopgave en de verduurzamingsopgave richting energieneutraal in 2050. Over de daarvoor noodzakelijke 'significante verlaging' van de belastingdruk moeten nog afspraken worden gemaakt. Dat is aan het kabinet. Het huidige regeerakkoord biedt daarvoor nauwelijks een handvat. Daarin wordt 50 miljoen euro korting op de verhuurderheffing aangeboden voor verduurzamingsmaatregelen, terwijl de belastingdruk zelf met honderden miljoenen dreigt te stijgen door een optelsom van nieuwe en verhoogde bestaande heffingen.