Overslaan en naar de inhoud gaan
NUL20-dossier: alles over de nieuwbouwproductie
Woningproductie Amsterdam

In dit overzicht de belangrijkste feiten en cijfers over de woningproductie in Amsterdam. Dit overzicht wordt regelmatig geactualiseerd.

Ontwikkeling van de woningvoorraad

In de officiële landelijke statistieken van Kadaster/CBS worden de opgeleverde nieuwbouwwoningen geteld, en ook de overige mutaties zoals sloop. Dit geeft een beeld hoeveel woningen er netto bijkomen. Onderstaande grafiek geeft de ontwikkeling van de woningvoorraad weer. Per staaf staat Elke staaf geeft het saldo van de voorafgaande vier kwartalen.  

 

 

Eind 2019 staan er in Amsterdam 447.340 woningen. 

Er zijn netto 5.850 woningen bijgekomen


Nieuwbouw - start bouw

In Amsterdam wordt de startbouw van woningbouwprojecten gemonitord. Sinds 1994 zijn er bijna 115.000 woningen in aanbouw genomen, dat is gemiddeld 4.419 per jaar. De meeste woningen werden in 2015 (8.376) en 2018 (8.639) in aanbouw genomen. Het dieptepunt in de productie was het jaar 2000 met 1.817 woningen. 

 

De gemiddelde jaarproductie over 26 jaar:
  • 4.419 woningen per jaar
  • Sociale huurwoningen: 33%
  • Middeldure huurwoningen: 10%
  • Dure huurwoningen: 12%
  • Koop: 45%

De Amsterdamse telwijze van 'nieuwbouw' omvat zowel woningen die nieuw zijn gebouwd als woningen die via transformatie zijn toegevoegd. Tijdelijke woningen worden hierbij niet meegeteld. Onzelfstandige woningen tellen voor een half. De startbouwcijfers van 1994 tot 2001 zijn nooit officieel bekendgemaakt. De onderverdeling van 2002 t/m 2006 is gereconstrueerd. 


In Amsterdam worden drie type sociale huurwoningen geturfd: studentenwoningen, jongerenwoningen en de overige 'normale' woningen. De studenten- en jongerenwoningen zijn veelal studio's die in grote aantallen tegelijk worden gebouwd. Daardoor schommelen de jaarlijkse bouwcijfers daarvan flink. Neem 2019. De Amsterdamse woningcorporaties namen toen 1.601 huurwoningen in aanbouw, waarvan 1.077 studentenwoningen. Van de overige 524 reguliere sociale huurwoningen zijn er 152 bestemd voor jongeren/starters. De corporatieproductie in 2019 bestaat dus voornamelijk uit kleine studio’s. Ondanks deze wat magere score voldoen de corporaties aan de prestatieafspraken 2016-2019. Daarbij werd ingezet op een gemiddelde jaarproductie van minimaal 1.200 sociale huurwoningen, waarvan minimaal 800 voor niet-studenten. De corporaties bouwden over vier jaar gemiddeld 1.490 sociale huurwoningen per jaar, waarvan 981 reguliere en 509 voor studenten. Onder de term ‘regulier’ vallen ook de zelfstandige jongerenwoningen. Vanaf 2020 ligt de lat een stuk hoger: de corporaties hebben in de prestatieafspraken ingezet op de bouw van 2.500 sociale huurwoningen per jaar.


Amsterdam heeft sinds 2014 een substantiële productie van (als zodanig gelabelde) middeldure huurwoningen. Vanaf 2015 ligt dat tussen de 1.150 en 1.250 woningen per jaar. Daarbij gaat het om huren tussen de 720 en 1000 euro (prijspeil 2019). Deze woningen worden voornamelijk door commerciële partijen ontwikkeld en veelal door institutionele beleggers afgenomen. Kort geleden sloot Amsterdam een akkoord met deze partijen dat ook de komende jaren een bouwstroom van middeldure huurwoningen moet garanderen. In 2019 werden 1.228 middeldure huurwoningen in aanbouw genomen, vooral in Zuidoost (547) en Oost (352). In 2019 bestond 17 procent uit middeldure huur. Dat is ook het gemiddelde van de laatste vijf jaar.