Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
"De Zuidas moet normaal deel van Amsterdam worden"
"Sociale huur op de Zuidas is dure/pure ideologie"

De Stelling

Aan de zuidelijke ringweg is de afgelopen vijftien jaar een nieuwe Amsterdamse kantorenwijk ontstaan: de Zuidas. In hypermoderne torens van glas en natuursteen zetelen de bestuurders van toonaangevende (voormalige) Nederlandse bedrijven als ABN Amro, ING en Akzo Nobel. In hun kielzog zijn ook de advocaten, accountants en andere financiële dienstverleners naar het gebied getrokken. Daardoor zijn de vierkantemeterprijzen van dit stukje Amsterdam de hoogste van het land geworden. De ambitie is om er een Amsterdamse stadswijk van te maken met behalve kantoren ook woningen en voorzieningen. Ook moeten de ringweg en de trein- en metrosporen onder de grond verdwijnen om de twee delen van het gebied met elkaar te verbinden en woningbouw binnen de bestaande milieuwetten mogelijk te maken. De kosten van deze dure klus moeten worden terugverdiend met de uitgifte van extra bouwkavels bovenop dit dok.
Op 2 juni beslist de Amsterdamse gemeenteraad hoogstwaarschijnlijk of de stad moet deelnemen aan de publiek-private Zuidasonderneming die de infrastructuuroperatie gaat uitvoeren. De gemeente stapt dan voor twintig procent in de NV. Het college van B en W heeft onlangs voorgesteld om 23 miljoen euro aan potentiële grondopbrengsten op het dok beschikbaar te stellen voor sociale woningbouw. Daarmee zouden globaal 1100 sociale huurwoningen op de ondergrondse infrastructuur kunnen komen. Aan deze woningen worden dezelfde eisen gesteld als aan de sociale appartementen buiten het dok. Dat betekent dat ze niet kleiner mogen worden dan 65 vierkante meter (studentenwoningen uitgezonderd), aan een maximale huurprijs zijn gebonden (voor 2008: € 621) en in de toekomst niet mogen worden verkocht. Alleen dan kan volgens wethouder Maarten van Poelgeest de Zuidas een echte Amsterdamse wijk worden die toegankelijk is voor alle bewoners van de stad.
Drieëntwintig miljoen euro is een groot bedrag om op deze toplocatie het ideaal van de ongedeelde stad in stand te kunnen houden. Moet de gemeenteraad akkoord gaan met dit collegevoorstel of kost de bouw van sociale huurwoningen op de Zuidas Amsterdam simpelweg te veel geld?

VOOR
  TEGEN
“Met dat geld kun je elders veel meer huizen bouwen”

Jeanine van Pinxteren is woordvoerder van de GroenLinks-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad en een groot pleitbezorger van het ideaal van de ongedeelde stad.

Maar waarom is het voor haar zo belangrijk dat de stad 23 miljoen euro uittrekt om op een peperdure locatie als de Zuidas sociale huurwoningen te laten bouwen?
Van Pinxteren: “Amsterdam is een gemengde stad. Dat is een groot goed dat je in stand moet houden, ook op de Zuidas. De wijk die we daar bouwen, moet geen enclave worden voor mensen met een dikke portemonnee. Het moet een normaal deel van de stad worden en voor alle Amsterdammers toegankelijk zijn.”

In andere delen van de stad kun je daar veel meer sociale huurwoningen mee bouwen?
“Dat klopt. Maar als je niet wilt dat bepaalde delen van de stad onbereikbaar worden voor je inwoners, moet je juist op die plekken laten zien waar je voor staat.”

Maar als je nu de grenzen van het Zuid­as-gebied iets oprekt en er ook Buitenveldert in betrekt. Dan heb je die 23 miljoen niet nodig om een wijk met minstens dertig procent sociale huurwoningen te presenteren. Dan hoef je niet boven op het dok goedkope appartementen te laten bouwen.
“Lijkt mij geen goed idee. Natuurlijk is de woningvoorraad gemengder als je het gebied ruimer bekijkt. Maar zonder nieuwe sociale huur op het dok krijg je toch een tweedeling. Begrijp mij goed. Je hoeft niet tot in elk trappenhuis goedkope woningen te bouwen om een gemengde wijk te realiseren. Maar het mag niet zo zijn dat aan de gloednieuwe straten en pleinen alleen bewoners met een goed inkomen kunnen wonen en mensen met een smallere beurs zijn aangewezen op de oudere wijken daaromheen.”

Op de Zuidas moeten ook winkels, restaurants en theaters komen. Door de hoge grondprijs zijn deze voorzieningen wel afhankelijk van voldoende bewoners met koopkracht. Bent u niet bang dat u met de bouw van sociale huurwoningen het draagvlak voor deze bedrijven ondermijnt?
“Nee hoor. Vergeet niet dat we het hebben over hooguit dertig procent sociale huur op het dok. Dan blijven er nog genoeg kapitaalkrachtige bewoners over voor je winkel of restaurant. Bovendien moet je de werknemers niet vergeten die daar gaan lunchen, hun pak naar de stomerij brengen of na hun werk de sportschool bezoeken. In New York betalen de huurders van de bovenste verdiepingen van een kantoortoren mee aan de lage huur van een taco-zaak of lunchroom in de plint. Bedrijven zien in dat zo’n voorziening belangrijk is voor hun werknemers. Dat zou je ook op de Zuidas kunnen doen.”

Jeanine van Pinxteren (GroenLinks)

 

Pauline Buurma is woordvoerder van de VVD-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad en vindt 23 miljoen euro voor sociale huurwoningen op de Zuidas zonde van het geld.

Mevrouw Buurma, waarom bent u tegen het voorstel van B en W om de nieuwe stadswijk voor alle Amsterdammers toegankelijk te maken?
“Ik vind het erg veel geld om aan een principe vast te houden. Ik ben niet tegen het idee van een ongedeelde stad, maar je moet daar wel pragmatisch mee omgaan. De Zuidas is een dure locatie. Dan moet je wel met hele goede argumenten komen als je daar 23 miljoen euro in sociale woningbouw wilt stoppen. Ik kan er nog mee leven als ze gelabeld worden voor studenten- of ouderenhuisvesting. Daar hebben we in de stad nog een tekort aan. Met de VU om de hoek is zoiets ook niet onlogisch. Maar in andere gevallen vind ik het echt veel te veel geld voor zo’n doel.”

Zou u dat bedrag liever op een andere plek investeren in sociale huurwoningen?
“Ik denk wel dat je met 23 miljoen op andere locaties veel meer huizen kunt laten bouwen. We zijn ook niet per se tegen de bouw van nieuwe sociale huurwoningen in de stad. Omdat corporaties de laatste jaren steeds meer bezit hebben verkocht, kom je er niet onderuit om op enige schaal nieuwe goedkope woningen neer te zetten voor een nieuwe generatie van minder draagkrachtige Amsterdammers. Maar je zou met het geld ook de middengroepen kunnen ondersteunen. Die komen op de Zuidas nu bijna niet aan bod.”

In een wijk als Buitenveldert is er toch voldoende aanbod voor mensen met een middeninkomen? Als je de grenzen van het plangebied ruimer trekt, is dat probleem opgelost.
“Buiten het centrum van de Zuidas kunnen mensen met een middeninkomen inderdaad iets beter aan hun trekken komen. Maar ik ben bang dat het hart van de nieuwe stadswijk die hier wordt gebouwd, dadelijk aan de ene kant uit sociale huurwoningen en aan de andere kant uit dure huur- of koopappartementen zal bestaan met daartussen een gapend gat. Voor de doorstroming zou dat natuurlijk erg slecht zijn. Ik vraag mij ook wel eens af: is dat nou die ongedeelde stad die het bestuur zo graag wil?

Pauline Buurma (VVD)