Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Ymere wil ‘woonafspraken’ maken met huurders van gerenoveerde complexen
Leefregels kunnen voor betere start zorgen

Huurders die na oplevering van nieuwbouw of ingrijpende renovatie een woning van Ymere willen huren, zijn soms verplicht afspraken te maken met de andere huurders in hun woonblok over woon- en leefregels. Werkt dat?

Ymere maakt in de Van der Pekbuurt ‘woonafspraken’ met huurders die in de gerenoveerde woningen komen wonen. Dat is niet voor het eerst. In het wooncomplex Vrankendijke in de Reimerswaalbuurt in Nieuw-West zijn er volgens Kitty Burer, projectleider projectbureau Wonen en Leven van Ymere, goede resultaten mee bereikt. Bewoners en Ymere vonden het bij de oplevering van dat gebouw in 2006 verstandig om preventief wat gedragsregels op te stellen over het gebruik van onder andere de gemeenschappelijke ruimtes. “Dat proces zijn we samen met de bewoners gestart. We hebben bijvoorbeeld afgesproken dat het niet de bedoeling is dat vuilniszakken in de gemeenschappelijke ruimtes staan, dat roken daar niet toegestaan is en hoe laat het ‘s avonds stil moet zijn.” Volgens bewoner Mohamed Ben Ayad werken die afspraken tien jaar later nog steeds. Ymere past de Vrankendijke-aanpak inmiddels vaker toe in nieuwbouw- en renovatieprojecten.

Leefregels

Woonafspraken, hoe werkt dat? Voordat iemand een huurwoning accepteert, wordt de toekomstige huurder gewezen op afspraken die bewoners onderling met elkaar moeten gaan maken of al hebben gemaakt. “In het huurcontract staan ook woonregels, maar in de praktijk blijken mensen daar niet altijd goed op te letten.”
De regels die Ymere zelf hanteert op het gebied van schoon, heel en veilig, zijn het startpunt bij het gesprek dat bewoners onder leiding van een medewerker van Ymere voeren. Aanvullend maken bewoners zelf onderling afspraken over onderwerpen die zij belangrijk vinden. Vervolgens wordt van bewoners gevraagd de afspraken te ondertekenen, waarna die als bijlage bij het huurcontract gevoegd worden. “Daarmee geven we aan dat die afspraken niet vrijblijvend zijn.”
Na een paar maanden bespreken de bewoners onder begeleiding van Ymere of de gemaakte afspraken in de praktijk voldoen. Individuele nieuwe bewoners wordt gevraagd de afgesproken regels te onderschrijven. Burer geeft overigens toe dat de afspraken geen juridische basis bieden om een huurcontract op te zeggen als daar aanleiding toe is.

Kennismaken

Deze bewonersbijeenkomsten hebben mede tot doel dat huurders elkaar alvast leren kennen. Burer: “Het blijkt vaak dat mensen wel nieuwsgierig zijn wie hun nieuwe buren zijn, maar dat kennismaking niet altijd vanzelf tot stand komt. Dat proces versnellen wij hiermee.” Ymere nodigt voor deze avonden ook kopers en huurders in de vrije sector uit als die ook een woning krijgen in het complex. Burer: “Dat leidt ook tot een beter contact tussen kopers en huurders van sociale huurwoningen. Het helpt vooroordelen weg te nemen.” Volgens Ben Ayad heeft het maken van afspraken over de leefbaarheid in en rond Vrankendijke geleid tot meer betrokkenheid van bewoners. “Als ergens troep ligt, dan ruimen we dat gewoon op. We zorgen dat het netjes blijft.”     

Minder kosten

De woonafspraken moeten ertoe leiden dat bewoners meer verantwoordelijkheid nemen voor hun directe leefomgeving. “Voor iedereen is het prettiger als men rekening met elkaar houdt en dat bewoners elkaar durven aanspreken als iets niet volgens de afspraken gebeurt.” Ben Ayad: “Aan bewoners die een fiets op de galerij hebben staan of een vuilniszak in de gang, vragen we dat anders te doen.”
In Vrankendijke is na de eerste bijeenkomsten een bewonerscommissie opgericht die schoonmaakacties in en rond het complex houdt en inmiddels ook de binnentuin onderhoudt. Ben Ayad zegt Ymere zoveel mogelijk buiten de deur te houden.
En dat vindt de Ymere allerminst erg. Dan snijdt het mes namelijk aan twee kanten: prettiger wonen en minder kosten. Burer: “Ik denk dat als we deze aanpak in sommige andere complexen ook hadden gehanteerd, we veel problemen voor bewoners hadden voorkomen en ons veel energie hadden bespaard.”

Joost Zonneveld