Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Huis met tuin lokt allochtone Amsterdammer

In zijn beginjaren trok Almere vooral blanke Amsterdammers, maar inmiddels verhuizen meer Surinamers dan autochtonen vanuit Amsterdam naar de nieuwe stad. Ze worden gelokt door de ruimere, betere en betaalbare woningen, en nemen de karige voorzieningen voor lief.

Almere is eigenlijk Amsterdam, zo menen velen. De polderstad met zijn eigen Jordaanfestival begint ook in bevolkingssamenstelling meer en meer op de hoofdstad te lijken. Waren het vroeger vooral blanke Jordanezen en bewoners van de negentiende-eeuwse wijken die de rust, ruimte en het comfortabele wonen in het nieuwe land zochten, tegenwoordig wordt hun voorbeeld gevolgd door allochtone Amsterdammers. In 2003 verhuisden ruim 3100 Amsterdammers naar Almere; van wie twee op de drie van niet-Nederlandse afkomst. Almere is vooral in trek bij Surinamers, die de helft van de migratiestroom uitmaken. De meesten van hen komen uit Amsterdam Zuidoost. Ook bij Turken en Marokkanen is een groeiende suburbanisatietendens te zien, zo blijkt uit een recent rapport van het ministerie van VROM. Almere is minder in de gratie bij autochtone Amsterdammers. Die trekken nu met name naar de Haarlemmermeer, een duurder woonmilieu dan Almere.
De trek van allochtonen naar Almere zat eraan te komen. Met hun toenemende economische en culturele integratie gaan allochtonen hetzelfde verhuisgedrag vertonen als autochtonen. Hun woonwensen verschillen daarbij nauwelijks van die van veel autochtonen: een ruim huis met voor- en achtertuin in een rustige, veilige en groene omgeving. Toch kun je hier niet zonder meer spreken van een ‘zwarte vlucht’: het vertrek uit de grote stad van een allochtone middenklasse, die zijn maatschappelijke emancipatie ook in een wooncarrière gestalte wil geven. Bij de Surinamers die naar Almere trekken gaat het niet alleen om gezinnen, maar om alleenstaanden en eenoudergezinnen. Met name die laatste huishoudens hebben vaak een lager inkomen en belanden in Almere in sociale woningbouw, zegt onderzoekster Carola de Groot.
Surinamers verhuizen vooral naar Almere omdat hun woonambities daar makkelijker gerealiseerd kunnen worden. Er zijn in Almere betaalbare (koop)woningen van betere kwaliteit. Vaak hebben ze de woningen gewoon nodig wegens gezinsuitbreiding, omdat ze samen of op zichzelf gaan wonen. Het is vooral de woningvoorraad die zorgt voor de toename van Surinamers en andere allochtonen in Almere. Als dezelfde woningen ook in Amsterdam beschikbaar zouden zijn, waren veel Surinamers liever in Amsterdam gebleven. Want over de voorzieningen in Almere zijn de Surinamers minder tevreden. Ze missen met name de etnisch specifieke toko’s en culturele centra. En natuurlijk ook het vertrouwde netwerk van familie, kennissen en werk. Een kwart van de naar Almere verhuisde Surinamers wil vooral daarom weer terug naar Amsterdam.

 

‘Liever een klein beetje van alles’
Danitsja Sariman (23) is anderhalf jaar geleden met haar vriend gaan samenwonen in een nieuwbouwwoning in de Eilandenbuurt. Daarvoor woonde ze in Amsterdam in de Sint Antoniebreestraat in een studentenwoning. “Ik raakte zwanger en had grotere woonruimte nodig; in Almere kon ik die sneller vinden. Met een kind bevalt het hartstikke, want de kindervoorzieningen zijn dichtbij en het is rustig vergeleken met waar ik vandaan kwam. Maar qua activititeiten is er heel weinig; Almere heeft geen uitgaansleven.” Danitsja en haar vriend zijn nog vaak in Amsterdam; hij heeft er zijn werk en Danitsja volgt er een opleiding sociaal-juridische dienstverlening.
Het stel zit nu in een huurwoning van 432 euro in de maand, maar het is bezig aan een bliksemwooncarriere zoals die in Almere nog kan worden gemaakt. In januari hebben ze een woning op tekening gekocht in de nieuwe Stripheldenbuurt.
Danitsja, zelf van Surinaams/Indonesische afkomst, hoort er van op dat Almere zo in trek is bij Surinaamse Amsterdammers. “Dan gaan we verhuizen. Nee hoor, dat is een grapje. Maar ik heb liever een klein beetje van alles, niet dat één bevolkingsgroep overheerst. Het moet geen tweede Bijlmer worden. Gelukkig valt dat in Almere voorlopig nog mee.”
‘Ik investeer in iets’
Brahim Aberghouss (32) verhuisde twee jaar geleden met zijn vrouw en twee kinderen vanuit Osdorp naar de nieuwe Almeerse Eilandenbuurt. “In Osdorp betaalde ik vijfhonderd euro kale huur. Een collega van mij zei: ‘jij kan beter kopen’. Nu betaal ik hetzelfde aan hypotheek, en nog 130 euro voor de levensverzekering. Maar nu investeer ik in iets, en huur ben je toch kwijt. Ik heb een huis met voor- en achtertuin”, aldus de van oorsprong Marokkaanse oud-Amsterdammer. “Mijn vrouw had in het begin wel heimwee. We hebben wel een paar kennissen hier, maar onze familie woont in Amsterdam. Dat is ook lastig als we een oppas nodig hebben. We hebben even overwogen terug te gaan, maar dat doe je niet zo één-twee-drie. Dus houden we het voorlopig zo, want we zijn ook tevreden. Voor de kinderen is het ideaal.” Aberghouss vindt ook de dagelijkse files op de A1 een groot nadeel, want hij werkt nog in Amsterdam, als operator voor een bedrijf in automaten voor koffie, frisdrank, en snoep. Voor zijn baas zou hij ook in Utrecht of zelfs Almere kunnen werken. “Maar ik hou het zo voorlopig. Amsterdam heeft iets. Die drukte. Almere is een beetje rustig. Ja, om te wonen is het heerlijk natuurlijk.”

Johan van der Tol

Het rapport ‘Zwarte Vlucht’. De (sub)urbane locatiekeuze van klassieke allochtonen in Amsterdam, Carola de Groot, dec. 2004, is te downloaden op www.vrom.nl.

Thema