Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Tweede verdieping
"Overkomt het ons of moeten we het willen?"
De metropool Amsterdam

De metropool, het grootstedelijke conglomeraat, komt er aan. Of we het willen of niet. We kunnen er zelf meer richting aan geven, meent Zef Hemel, adjunct-directeur van de Dienst Ruimtelijke Ordening. Dan hebben we straks meer profijt van een sterke, internationaal concurrerende stadsregio, waar het prettig wonen is.

Nieuwe woonvisie op komst
Een nieuw college, een nieuwe woonvisie. De nieuwe concept-woonvisie ligt inmiddels bij het college. Als die ermee kan instemmen kan het plan in oktober de inspraak in. Inspreken kan tot 19 november. Daarna is de raad aan de beurt. Zonder beren op de weg wordt de woonvisie vervolgens in februari 2008 vastgesteld.

Adjunctdirecteur Zef Hemel van DRO ontpopte zich het afgelopen half jaar als de onvermijdelijke inleider bij raadscommissies, partijbijeenkomsten en werkconferenties. In dit artikel vindt u een samenvatting van zijn ideeën over de invulling van de toekomstige metropool Amsterdam. “Ideeën om direct te vergeten”, zoals hij zelf zegt. Als de stad maar ambitieus blijft.

“Die Arena Boulevard, met het uitgaanscentrum, loopt nu dood. Dat stamt nog uit de tijd van Pi de Bruijn. Inmiddels groeit de leisure in dit gebied onstuimig. Dus zouden we de boulevard kunnen verlengen door deze om de Arena te klappen en te richten op het Amstelstation,” zegt Zef Hemel halverwege zijn anderhalf uur durende betoog. “Als je de ‘strip’ van Las Vegas hier zou leggen, dan zou je van de Arena tot het Mr. Visserplein komen. Laten wij de helft doen, dus tot het Amstelstation. Alles mooi gesitueerd langs de metro.” Het publiek begint te grinniken. Als een volleerd conferencier voert Hemel de stemming verder op. “En dan is dit ons voorstel: we laten Sjoerd Soeters hier één op één de Wallen nabouwen. Geen Japanner of dronken Engelsman die het merkt.” Nu schatert de zaal het uit.

Het is half juni in een afgeladen en benauwd Desmet. Zef Hemel is uitgenodigd voor een partijbijeenkomst van D66. De adjunct-directeur van de Dienst Ruimtelijke Ordening houdt voor de veertigste, en als het aan hem ligt laatste keer zijn lezing ‘Bestemming AMS 2028’. Over de invulling van de toekomstige metropool Amsterdam. Het publiek hangt aan zijn lippen.

Het omklappen van de Arena Boulevard zou onderdeel kunnen zijn van de ‘programmatische verdichting’ die Hemel voor de stad en de stadsregio voorstelt. Het is een van de meer opmerkelijke en duurdere ideeën die tijdens de lezing in sneltreinvaart passeren. Andere zijn het doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar Schiphol, zodat de luchtreiziger op een comfortabele manier de metropool binnenkomt; het in een tunnelbak leggen van het spoorbaanvak Weesp-Muiden, om het Naardermeer te kunnen uitbreiden en hindernissen voor fietsers weg te nemen; en een dam tussen Edam en Almere. Daarmee is de Flevopolder beter bereikbaar vanuit Noord-Holland, kunnen de Oranjesluizen worden weggehaald en zijn draagvleugelbootverbindingen tussen Amsterdam en Almere mogelijk zijn. Verder noemt Hemel onder meer het verplaatsen van de Passengers Terminal van de Piet Heinkade naar het Westelijk Havengebied, waar nog genoeg groeimogelijkheden zijn voor een ‘cruisehub’. Voor deze varende vakantieflats zou ook de omstreden tweede zeesluis in IJmuiden moeten worden aangelegd.

Andere ideeën zijn minder geldverslindend en worden door Hemel gepresenteerd als ‘een koopje’, zoals de herbouw van de Haringpakkerstoren en het voor het publiek openstellen van het atelier van wijlen schilder Carel Willink aan de Ruysdaelkade. Met dat laatste zou de aantrekkingskracht van het Museumplein verder worden versterkt. Dan moet er wel eerst een extra brug over de Boerenwetering worden aangelegd. Maar daarmee wordt de Pijp nog meer bij het centrumgebied betrokken - iets wat nu op zichzelf overigens ook al gebeurt. Het zijn projecten die zichzelf terugverdienen, zeg Hemel. Ze vertalen zich in meer overnachtingen door toeristen.

Veel van de ideeën zijn, zo erkent Hemel, bij wijze van spreken in de kroeg ontstaan. Ze worden vaak met een kwinkslag gebracht. “U moet alles vergeten wat er vanavond is gezegd”, zo drukt Hemel zijn toehoorders op het hart. “Het is alleen om u te inspireren.” Dat het wel degelijk ook een serieuze zaak is blijkt uit de herhaalde constatering dat er aardig wat harde politieke noten moeten worden gekraakt. Bijvoorbeeld over de aanleg van de tweede zeesluis en de verbinding A6-A9.

Metropoolvorming

Borrelpraat, maar wel van professionals
Wat moeten we ermee, met al die ideeën die we direct moeten vergeten? Ze zijn wel weliswaar aan de borreltafel verzonnen, maar wel door professionals. Hemels politieke baas, wethouder Ruimtelijk Ordening Maarten van Poelgeest, wil niet zeggen voor welke van de plannen hij nu zelf warm loopt. “Dat is altijd de verleiding met zo’n verhaal, dat iedereen gaat inschieten op allerlei ideetjes apart, of je er voor of tegen bent. Dat ontkent waar het verhaal over gaat. Daarom was ik er ook tegen om het op papier te zetten, dan maak je het kapot. Het verhaal van Zef is volgens mij vooral een illustratie van de ambitie om een metropool te willen zijn, een dichtbebouwde, kosmopolitische, open stad, maar die wel hele bijzondere kwaliteiten heeft: groen, maar ook sociale huisvesting. Die sterk zijn economie richt op zakelijke dienstverlening en kennis. En die ervoor zorgt dat mensen die het nog niet gemaakt hebben, hier naartoe kunnen komen, om het te gaan maken. Een metropool is geen mystificatie, alleen maar een abstract woord. Het heeft echt betekenis. En het past natuurlijk in de traditie van DRO Amsterdam; dat de stad altijd wel maakbaar is.”
De ontwikkeling tot een metropool heeft volgens Van Poelgeest ook gevolgen voor het wonen: “Je moet scherper omschrijven wat voor type woonmilieu je op welke plek wilt. De regio heeft al een enorm grote woonmilieudifferentiatie. Ook binnen de stad moeten we daar wat scherper voor kiezen. De woonvisie die nu ter tafel ligt, doet dat al.”

Dat de metropool, het stedelijke conglomeraat, er komt, staat voor alle beleidsmakers wel vast Voor Amsterdam zelf wordt tot 2030 nog een groei verwacht met 85.000 inwoners tot bijna 830.000. Binnen de stadsgrenzen moeten er 50.000 woningen worden gebouwd en in de regio nog eens 100.000. Amsterdam en Almere zullen mogelijk met elkaar versmelten als ook de nieuwe stad in het IJmeer gaat bouwen. Die metropoolvorming vindt sowieso plaats, stelt Hemel. “De vraag is: overkomt het ons of moeten we het willen. Ik denk beide.”

En eigenlijk bestaat de metropool al, zegt hij. “Er zijn veel inwoners van Hilversum die niet beseffen dat ze eigenlijk in Amsterdam wonen. Maar er zijn wel steeds meer ondernemers in bijvoorbeeld Wormerveer of Nieuw-Vennep die een postbus openen in Amsterdam. Net zoals mensen in het Californische San José zeggen dat ze in San Francisco wonen.”

De plaats waar hét gebeurt is niet de Randstad maar groot-Amsterdam, stelt Hemel. Dat telt, als we de hele Noordvleugel en Utrecht erbij rekenen, zo’n 2,5 miljoen inwoners en is daarmee vergelijkbaar met Europese metropolen als Barcelona en Stockholm. De economie van Amsterdam groeit sinds de jaren negentig sneller dan die in de rest van het land. Dat is daarvoor decennialang niet voorgekomen. De stad is één grote bouwput, ondanks de huidige dip in de woningbouwproductie. Amsterdam heeft de mogelijkheid een florerende creatieve kenniseconomie te krijgen. Het heeft een open samenleving en is goed bereikbaar voor hoog opgeleide buitenlanders. Met Schiphol heeft het de in grootte negende luchthaven ter wereld. Jammer is alleen dat veel van de passagiers op doorreis zijn. Meer bestemmingsverkeer - toeristen, zakenlieden en buitenlanders die hier komen werken - zou meer inkomsten opleveren voor de stad.

Hemel put zich uit in superlatieven om het belang en de mogelijkheden van Amsterdam te onderstrepen. Het heeft het grootste internetknooppunt ter wereld. Het grootste waterfront, dat van de Oranjesluizen doorloopt tot aan de IJmond. De stad heeft een groot historisch, zelfs middeleeuws centrum, waar andere metropolen als Parijs en Londen dat grotendeels zijn kwijtgeraakt. Amsterdam heeft met zijn groene scheggen nog aardig wat natuur en er is nog veel open ruimte.

De door Hemel geopperde ideeën – die we dus direct moeten vergeten – lijken soms ingrijpend en kostbaar. Maar ze zijn het niet, verzekert de DRO-man het publiek aan het eind van zijn betoog. Er wordt slechts 1 procent aan de bestaande en nu al geplande stad toegevoegd. De naar schatting 100 miljard euro aan investeringen moet vooral van private partijen komen. De overheid doet slechts ‘lokinvesteringen’ van 5,5 miljard euro.

Probleemwijken?
Wat voor blik heeft Hemel op wonen in Amsterdam? We vragen het hem enige tijd na de lezing, op het kantoor van DRO. “We hollen van project naar project, maar vragen ons niet af wat dat project met de stad doet. Dat geldt ook voor de woningbouw. Er wordt alleen maar aan huisvesting gedacht, aan contingenten en aan de vraag waar nog plek is. Maar wat dóen die woningen met de stad. Wat betekent het als je een bepaalde categorie woningen bouwt?”
Met name in Nieuw West ziet hij gemiste kansen. De agenda wordt er te veel gedomineerd door volkshuisvesting. “Het wordt gepresenteerd als één complex: Parkstad. Alsof het één groot probleem is. Maar er zitten zoveel verschillende dingen in. Het zuidelijke deel, Slotervaart en Osdorp, zit in de invloedssfeer van Schiphol. Dat kun je in die richting, en georiënteerd op de Zuidas en Amstelveen, ontwikkelen. Dan kleurt het in je hoofd ineens ook heel anders. Herstructurering wordt stadsontwikkeling en je komt uit die beklemmende sfeer van probleemwijken die prachtwijken moeten worden. Dan zeg je: het probleem zit hier en daar in Geuzenveld. Maar ook daar zitten veelbelovende programma’s. Je kunt dat deel neerzetten als sportstad. Er is relatief veel jeugd.”

Op een kladpapier tekent hij een windroos. Voor de historicus Hemel is de stad opgedeeld in vier kwadranten, die al van eeuwen terug hun eigen karakter hebben. Zuid is daarbij van oudsher het welvarendste deel met zijn Gouden Bocht, Concertgebouw, Vondelpark en nu ook de Zuidas. Het westelijke kwadrant is op de zee en de haven georiënteerd, ofschoon het grootste deel van de Amsterdamse haven pas in de vorige eeuw naar het westen van de stad is verplaatst. Het noorden is ook op de haven gericht, en op het IJmeer. Het oosten is ook weer deels haven, maar ook het oude vermaakcentrum van de Plantage en de corridor naar Utrecht. De kwadranten hebben hun eigen regionale en zelfs internationale gerichtheid, met bijvoorbeeld de HSL die vanuit Parijs op Station Zuid binnenloopt. Daar kun je rekening mee houden bij de ontwikkeling.

Als het aan Hemel ligt, komt er na honderd jaar een einde aan de dominante rol van de volkshuisvesting, waardoor te veel van hetzelfde is gebouwd. “Amsterdam heeft een veel oudere geschiedenis, als je daarbij aansluiting zoekt, begrijp je wat voor soort woningen je moet bouwen.” Goedkoop wonen moet mogelijk blijven, zegt Hemel. “Die menging die je overal in de stad hebt is natuurlijk geweldig. Maar er moet veel meer variatie komen. In plattegronden en maten van huizen, sociaal koop, huur, koop – zelfs extreem duur. Er wordt nu ook veel te krampachtig gedacht: grachtengordel, binnen de ring en buiten de ring, waar dan een grote volkshuisvestingsopgave zou liggen. Maar de grootste nieuwe woningbestanden zitten in het Almeerse. We moeten veel regionaler gaan denken. En het gaat allemaal ongelooflijk duur worden. Die krachten zijn zo groot, daar moet je een politiek antwoord op vinden. Verder moeten we oppassen met hoogbouw. Die Amsterdamse schaal van vijf, zes woonlagen en vijftig tot honderd woningen per hectare, is veel beter.”

Nog meer ideeën om direct te vergeten:
  • Verhoging budget voor ‘citymarketing’ van 1,5 tot 10 miljoen euro per jaar (Berlijn en Barcelona trekken er 20 resp. 30 miljoen voor uit)
  • Enscenering VOC-verleden op Oostelijke Eilanden
  • Aanleg van een ‘rembrandtesque’ metropolitaan park in de Amstelscheg
  • Enscenering ‘Linie van Amsterdam’ in zuidelijk veenweidegebied (deel onder water zetten)
  • Aanleg ‘park way’ richting Vinkeveen en de aanleg van nog eens vier ‘Vinkeveens’ (voor mensen die buiten willen wonen in de metropolitane regio)
  • Creëren van ‘ranche-achtige’ woonmogelijkheden in Flevoland (met de four wheel drive onder meer bereikbaar via een park way over de dijk Edam-Almere)

Hemel vindt Amsterdam te bescheiden, te weinig ambitieus. In ons hoofd, zegt hij, kunnen we het succes van de afgelopen vijftien jaar gewoon niet bijbenen. We realiseren ons nog amper dat Amsterdam een internationale stad wordt, en dat het weer lukt om gezinnen en een middenklasse vast te houden, na de leegloop van de jaren zeventig en tachtig. “Daar gaat dit verhaal over, die mentale conditie van bestuurders en ambtenaren - kan dit wel, mag dit wel, is dit wel te betalen, kunnen we ons dat veroorloven, krijg je geen gentrificatie? Graag wat meer wilskracht en visie, dames en heren! En dat is níet elitair of megalomaan gedacht.”

Terug naar de Wallen en de Arena Boulevard. De Dienst Ruimtelijke Ordening moet plannen maken voor als bedrijven en bedrijfstakken naar elders lijken te vertrekken, legt Hemel uit. “Als je in Zuidoost een uitgaanscentrum maakt, moet je je afvragen of je daar niet delen van de Rosse Buurt kunt vestigen. En dat één op één nabouwen, bedoelde ik ook serieus. In Las Vegas doen ze het, en pas in Macao hebben ze een deel van Venetië nagebouwd. Als we de prostitutie uit de criminaliteit willen halen en er een reguliere bedrijfstak van willen maken, dan zouden we dat daar in nieuwe panden van corporaties kunnen doen. Wie drie jaar geleden had voorgesteld om de bedrijfstak hier weg te halen, zou voor gek worden verklaard. Maar als Wallenmagnaat ‘Dikke’ Charles Geerts weg moet, zijn we al een aardig eind.”

Johan van der Tol

De Amsterdamse inzending ‘Bestemming AMS’ voor de Architectuur Biennale Rotterdam is terug in de Zuiderkerk; tot 18 oktober Zie www.zuiderkerk.amsterdam.nl.