Demissionair minister Mona Keijzer bezoekt Poppies. Foto: BNA/Chris van Houts
Op uitnodiging van de BNA bezocht demissionair minister Mona Keijzer op 15 september Amsterdam-Noord. De BNA bracht tijdens het werkbezoek twee thema's ter tafel: het woningvraagstuk en de aanbestedingspraktijk. De beroepsvereniging toog met de minister naar twee woningbouwcomplexen die volgens de BNA laten zien dat snel en goed woningen bouwen – met kwaliteit én duurzaam – wel degelijk mogelijk is.
Over dat Nederlandse aanbestedingsklimaat overhandigde BNA-voorzitter Jeroen de Willigen de demissionair Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een brandbrief. Plaats van handeling: de Baanderij op het NDSM-terrein. De Koninklijke Bond van Nederlandse Architecten roept in de brandbrief op tot een aanbestedingsklimaat dat kwaliteit beloont. De huidige werkwijze maakt een eerlijk speelveld onmogelijk, aldus De Willigen en BNA-directeur Anne Schroën: "Er is sprake van willekeur bij uitvragende partijen omdat er geen standaard is. Hierdoor zijn architecten gedwongen om zich op een ongezonde competitieve wijze tot elkaar te verhouden. [...] Er is geen toetsing of toezicht".
Fair play
De BNA roept daarom op tot fair play bij aanbestedingen. Te beginnen bij publieke diensten: "Met oog voor haalbaarheid (denk aan hergebruik, arbeid, waarde), respect voor het metier van de architect en kostenbeheersing aan beide zijden van de tafel." De BNA is over het huidige aanbestedingsklimaat in gesprek met EZ en OCW. In de brandbrief vroeg de BNA ook minster Keijzer om te komen tot gedragen oplossingsrichtingen.
In een reactie stelde demissionair minister Keijzer dat opdrachtgevers moeten stilstaan bij de tijd en energie die het vergt om in te schrijven op een aanbesteding of prijsvraag. Zij zouden hiervoor bijvoorbeeld een vergoeding in de begroting moeten opnemen, aldus Keijzer: "Dat in wetten en regels vatten is een heel ander verhaal. Maar het gaat wel om bewustzijn en een cultuurverandering."
Hub
Minister Keijzer gaf in De Baanderij het officiële startsein voor de verbouwing van het pand tot een hub voor ruimtelijke ontwerpers. In de voormalige kantine van de NDSM-werf zijn straks behalve de BNA ook de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers (BNO) en de Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur (NVTL) gehuisvest, de Bond van Nederlandse Stedenbouwkundigen en Planologen (BNSP), de Beroepsvereniging van Nederlandse Interieurarchitecten (BNI) en de Stichting Fonds Architectenbureaus (SFA). Jeroen de Willigen typeerde de aanstaande hub als een locatie waar de organisaties ‘gezamenlijk werken aan het oplossen van de grote ruimtelijke vraagstukken van vandaag – ook het woningvraagstuk'.
Meer krijgen dan gevraagd
Aan het begin van haar werkbezoek bezocht de minister met de BNA twee recente woningbouwprojecten in Amsterdam-Noord die volgens de beroepsvereniging overtuigend demonstreren dat snel en goed woningen bouwen heel wel mogelijk is: De Louise van De Zwarte Hond in de wijk Overhoeks en houtbouwproject Poppies van Marc Koehler Associates in Buiksloterham.
De Louise is een woonblok met 113 compacte sociale huurwoningen. Jeroen de Willigen, die als stedenbouwkundige/partner aan De Zwarte Hond is verbonden, lichtte toe dat in de opgave is gekeken naar de vraag 'hoe meer te krijgen dan men vraagt'. Door slim te schakelen en gebruik te maken van prefabbeton konden kwaliteiten worden toegevoegd, waaronder een groen centraal atrium waaraan de woningen worden ontsloten en een collectieve buitenruimte op de zesde verdieping. Ook in de compacte woningen werd die extra kwaliteit gezocht, onder meer met riante balkons, veel daglicht en uitzicht.
Community
Architect Marc Koehler gaf in Poppies een toelichting op zijn ontwerp. Poppies werd gerealiseerd door MaMa Pioneers, de duurzame ontwikkelaar die Marc Koehler Associates in het leven riep om de complexiteit van het bouwen – 'Niemand verdient iets, bouwfouten' – te omzeilen en duurzame woongemeenschappen te realiseren. Poppies is opgezet als een community met gedeelde voorzieningen. Het woongebouw heeft onder meer een grote gemeenschappelijke ruimte, plek voor co-working, een wasserette, drie daktuinen, een buitenruimte voor yoga, voorzieningen om te koken en een zonnedeck met buitendouche. Het woongebouw telt 103 houten prefab woningen van 42 tot 53 vierkante meter. Bouwtijd van één module: vijf weken. Koehler: "Door de architect al bij de engineering te betrekken ontstond veel meer woon- en duurzame kwaliteit."