Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Terugblik op twintig jaar slopen en vernieuwing
De Bijlmer is nog niet af

Precies twintig jaar geleden viel in de gemeenteraad het besluit om de eerste flat in de Bijlmermeer te slopen. In de jaren erna werden duizenden woningen afgebroken, opgeknapt en bijgebouwd. Een prestatie van formaat, vinden projectdirecteuren, bewoners en bestuurders. De wijk is er in sociaal-economisch op vooruitgegaan en veiliger geworden, maar er blijft een kloof met Amsterdam.

Het is moeilijk voor te stellen voor mensen die de ‘wittebroodsjaren’ van de Bijlmer niet hebben gekend. Maar ooit werkte de nieuwbouwwijk met zijn honingraatflats als een magneet op de blanke avant-garde en kosmopolieten van de hoofdstad. Kunstenaars, homo-stellen, studenten en Hare Krishna-volgelingen: allemaal kwamen ze af op de grote en betaalbare woningen waarvoor geen wachtlijsten bestonden. Slimme plattegronden  maakten het gemakkelijk de ruimte (en huur) met anderen te delen, met behoud van privacy. In de collectieve ruimten van de flats werd de ene expositie na het andere concert gehouden. Bewoners runden er cafés, wasserettes en fotoclubs. Hier moest je heen als je mee wilde tellen en niet paste in de burgerlijke samenleving van eind jaren zestig. Voor zijn ontwerpers én bewoners was de wijk één groot experiment.

Surinaamse invloeden

Over het moment dat de Bijlmer zijn aantrekkingskracht begon te verliezen, verschillen de meningen. Grafisch vormgever en bewoner van het eerste uur Henk van de Belt ziet de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 als keerpunt. “Ineens kreeg de Bijlmer veel mensen met een heel andere woon- en leefcultuur. Dat zorgde voor de nodige levendigheid, maar je had de nieuwkomers veel beter moeten begeleiden tijdens hun eerste jaren in zo’n hoogbouwflat.” De strikte scheiding van functies heeft de wijk in zijn ogen ook geen goed gedaan. “Je kon hier nergens een bedrijfje beginnen. Winkels en buurtvoorzieningen werden bovendien veel te laat opgeleverd. De Bijlmer heeft zich daardoor nooit kunnen ontwikkelen tot een volwaardige en  gevarieerde stad.”

Volgens René Grotendorst, voormalig directeur van woningcorporatie Nieuw Amsterdam en huidig bestuurder van Rochdale, zit het probleem dieper. “De Bijlmer was een stedenbouwkundig bedenksel dat niet aansloot bij de woonvoorkeuren van veel  Amsterdammers. Die wilden liever een huis met een tuin en weken uit naar Hoofddorp of Purmerend. Vanaf de oplevering van de eerste flat is er daardoor leegstand geweest. Voor een stad met zoveel woningnood is dat onvoorstelbaar. Het helpt natuurlijk ook niet dat er op het stedenbouwkundig concept werd bezuinigd. Er kwam één lift op iedere honderd woningen in plaats van de beloofde vijftig. Toch heeft die nieuwbouwmachine twaalf jaar lang door kunnen denderen. De komst van de Surinamers vanaf 1975 is eigenlijk de redding geweest van de Bijlmer. Zonder hen was de sloop al veel eerder begonnen.”

 

Woningvoorraad Bijlmermeer

Onbeheersbaar

Het duurde nog tot 1992 voordat de ledenraad van Nieuw Amsterdam en in zijn kielzog het stadsdeel en de gemeenteraad akkoord gingen met de sloop van de eerste flats. De tussenliggende jaren waren de problemen onbeheersbaar geworden. Eén op de vier woningen van Nieuw Amsterdam stond leeg. De schuld van de corporatie was opgelopen tot meer dan 90 miljoen gulden. De gemeente, de belangrijkste schuldeiser, dreigde in de financiële afgrond te worden meegezogen.

De parkeergarages en bergingen onder flats waren schimmige plekken geworden waar junks en louche figuren leefden en hun zaakjes regelden. Berovingen en steekpartijen waren aan de orde van de dag. Eén op de drie bewoners had geen baan en was afhankelijk van een bijstandsuitkering. Sommigen verdienden bij als snorder of maaltijdverkoper in illegale restaurants. Wie het zich kon veroorloven, liep met een grote boog om de nieuwbouwwijk heen.

Toch waren veel bewoners boos over de sloopplannen. Volgens de eind juni teruggetreden stadsdeelvoorzitter Marcel La Rose - destijds directeur van jongerenorganisatie Kwakoe - kon je de tegenstanders grofweg in drie stromingen indelen. “Er was een groep merendeels autochtone idealisten die het nut van sloop betwistten en beter sociaal en technisch beheer van de flats eisten. Daarnaast was er een groep  Surinamers en Antillianen die de sloop als een verkapte vorm van deportatie zag. Anderen waren bang waren voor het verdwijnen van allerlei informele netwerken waarmee mensen zich staande hielden. Dat laatste argument klopt ook wel. De sloop van complete buurten haalt veel overhoop.“

Geen deportatie

Desondanks zetten de bestuurders door: in 1995 werd Geinwijk als eerste flat van het vernieuwingsprogramma gesloopt. Gerenstein en het verloederde winkelcentrum Ganzenhoef met zijn beruchte parkeergarage volgden een jaar later. Het waren overigens niet de eerste gebouwen die in de Bijlmer tegen de vlakte gingen. Door het ongeluk met het El Al-vliegtuig in oktober 1992 moesten ook delen van Kruitberg en Groeneveen worden afgebroken. Tegelijk met de sloop van Geinwijk startte Nieuw Amsterdam ook met de renovatie van Hoogoord en de laagbouwbuurt Kantershof. In deze laatste wijk konden bewoners na de renovatie hun huurwoning kopen voor bedragen tussen 100.000 en 250.000 gulden. Daar werd massaal gebruik van gemaakt. De koopwoningen van het eerste grote nieuwbouwproject van de vernieuwingsoperatie - Gulden Kruis - waren met prijzen tussen 156.000 en 298.000 gulden een stuk duurder, maar ook deze gingen snel van de hand. Het waren vooral Surinaamse tweeverdieners die op het aanbod ingingen. Driekwart van hen kwam uit Zuidoost.

Hoe verder de sloop-/nieuwbouwoperatie vorderde, hoe meer de protesten van buurtbewoners verstomden. “Bewoners zagen dat ze erop vooruitgingen. Iedereen die dat wilde, kon in de buurt blijven. De angst voor deportatie bleek ongegrond”, vertelt voormalig directeur van het projectbureau Vernieuwing Bijlmermeer Robert Leferink. Tweederde van de bewoners bleef uiteindelijk in de Bijlmer. De rest verspreidde zich over de stad. De felle bewonersprotesten in de beginjaren hebben wel een belangrijke rol gespeeld in de keuze om de Bijlmer stapsgewijs aan te pakken. Omdat niemand ervaring had met zo’n grote vernieuwingsoperatie, moest het projectbureau ook via ‘trial and error’ uitvinden wat wel en niet zou werken. “Eerlijk gezegd zat de politiek ook niet op een nieuwe blauwdruk te wachten. Ik had in mijn bureaulade wel ambitieuze tekeningen van Rem Koolhaas liggen, maar daar hebben we niets mee gedaan.”

Aantal sloopflats verdubbeld

In de eerste vernieuwingsplannen was nog sprake van de sloop van een kwart van de 12.500 hoogbouwflats en renovatie van de overblijvende 9.000 woningen. In 2001 besloten de betrokken partijen het aandeel sloop ruim te verdubbelen. De helft van de flatappartementen moest verdwijnen. Leferink: “Uit evaluaties was duidelijk geworden dat het vervangen van hoogbouw door laagbouw een positief effect op de wijk had. Bovendien kwam het grosso modo overeen met de voorkeur van de bewoners. Bij ieder deelplan werden die door een onafhankelijk bureau ondervraagd. In sommige buurten leidde dat tot minder sloop dan in andere. Zo is in Hakfort/Huigenbos veel meer ingezet op renovatie van de hoogbouwflats.” 

In totaal zijn inmiddels voor 1,5 à 2 miljard euro 7.000 flatwoningen gesloopt, 5.200 opgeknapt en zo’n 5.000 nieuwe (rijtjes)woningen gebouwd. De hooggelegen dreven zijn - ondanks hevig verzet van sommige bewoners - verlaagd en veel scholen, winkelcentra en andere buurtvoorzieningen zijn vernieuwd, evenals de openbare ruimte en een handvol metrostations in de wijk. Daarmee is het sloop- en renovatieprogramma van de Bijlmer zo goed als afgerond, op de aanpak van de flat Kleiburg na.

Volgens Joop de Haan, huidig directeur van het projectbureau Vernieuwing Bijlmermeer, loopt de nieuwbouw van woningen en maatschappelijke voorzieningen nog wél achter op schema. “Er moeten nog zo‘n 3.000 huizen worden gebouwd, voornamelijk in de D-,E- en K-buurt. Onlangs is het aantal te bouwen woningen naar 2.500 bijgesteld, maar ook dat aantal zal voorlopig niet worden gerealiseerd. De corporaties hebben amper nog geld om in nieuwbouw te investeren. Bovendien is de vraag naar nieuwbouwwoningen compleet ingezakt. We vullen daarom voor vijftien jaar een deel van de lege kavels in de D-buurt in met zevenhonderd studentenwoningen. Als voorloper op dat project heeft Rochdale onlangs in de flat Daalwijk al 230 permanente studenteneenheden gerealiseerd.”

Rijker en veiliger, maar kloof blijft

De vernieuwing van de woonomgeving mag bijna zijn afgerond, maar is de Bijlmer er ook in sociaal-economisch opzicht op vooruitgegaan en veiliger geworden? In absolute getallen zeker. Uit de laatst verschenen Bijlmermonitor blijkt dat het gemiddeld netto maandinkomen in het vernieuwingsgebied is toegenomen, tot 1.882 euro in 2010. De werkloosheid is ook fors gedaald van 32 naar 10 procent. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat bewoners zich veiliger zijn gaan voelen en dat de ervaren drugsoverlast vooral sinds 2007 sterk is gedaald, waarschijnlijk door de verbeterde opvang van verslaafden in nieuwe centra. In 2009 gaf nog maar 22 procent van de bewoners aan dat ze veel hinder ondervonden van drugsoverlast. Tien jaar eerder was dat bijna tweemaal zoveel (39%).

 

De rest van de stad is tijdens de vernieuwingsoperatie alleen niet stil blijven staan. Ook buiten de Bijlmer zijn mensen zich veiliger gaan voelen en zijn de inkomens gestegen. De kloof met andere delen van Amsterdam is op veel punten dan ook niet kleiner geworden en zal volgens de opstellers van de Bijlmermonitor voorlopig niet overbrugd worden. Soms is de afstand tot de rest van de stad zelfs groter geworden, zoals bij de gemiddelde Cito-scores in het basisonderwijs. Veel leerlingen in Zuidoost worden vanwege slechte prestaties niet eens in deze scores meegenomen. Het percentage slecht bemiddelbare werklozen is in de Bijlmermeer zelfs toegenomen, waar het in heel Amsterdam gelijk is gebleven. Zuidoost heeft op dit punt dus last van een dubbele achteruitgang. Het bracht de hoogleraren Han Entzinger en Paul Scheffer in hun recente, geruchtmakende integratie-onderzoek tot de verzuchting dat de Bijlmer nog altijd een zorgenkindje is. Zonder extra investeringen zouden dit soort achterstandswijken gemakkelijk af kunnen glijden.

‘Geen no-go area’

Dat de Bijlmer opnieuw een ‘no-go area’ zou kunnen worden, is volgens stadsdeelvoorzitter Marcel La Rose niet aan de orde. Maar tegelijkertijd constateert hij dat de wijk er nog niet is. “Er is  sociaal-economisch en in leefbaarheid veel vooruitgang geboekt, maar de kloof met de rest van Amsterdam blijft groot.” La Rose vindt de afspraak ook erg ambitieus dat de Bijlmer na de vernieuwing op het Amsterdams gemiddelde moet zitten. “De verschillen tussen gebieden binnen en buiten de ring worden almaar groter. Dat zou ook consequenties moeten hebben voor je doelstellingen. Daar mag best wat meer discussie over komen.”

Voorlopig legt hij zelf het speerpunt bij onderwijs en veiligheid. Daar moet de komende jaren extra aandacht naar uitgaan. “We hebben net tegen de stroom in uit Den Haag extra geld gekregen om de taalachterstand van kinderen aan te pakken. We investeren ook in ouder-kindcentra en proberen mensen naar werk toe te leiden. Met het stimuleren van zelfstandig ondernemerschap maken we bewoners bovendien minder afhankelijk van de economische conjunctuur. Door al die kortlopende arbeidscontracten verliezen zij nu vaak als eerste hun baan.” 

 

Van Kraaiennest tot Kameleon

Wie op het vernieuwde metrostation Kraaiennest aankomt en al een tijdje niet in de Bijlmer is geweest, staat met zijn ogen te knipperen. Aan de ene kant van het spoor staat het verloederde winkelcentrum met dezelfde naam op sloop te wachten. Aan de andere kant is voor 80 miljoen euro Kameleon verrezen, een stijlvol complex verrezen met 220 drie- en vierkamerappartementen, verdeeld over een woontoren en een lager deel. De woningen liggen boven een gemeenschappelijke binnentuin en een uit de kluiten gewassen winkelcentrum en hebben maandhuren tussen de 740 en 830 euro. Woordvoerder Daan Janssen van woningcorporatie en ontwikkelaar De Key is dik tevreden over de belangstelling tot nu toe. “Van de woningen in de laagbouw is binnen een halfjaar bijna tweederde verhuurd.”

In het winkelcentrum zijn inmiddels naast multiculturele middenstanders, zoals een afrobeautyshop en een islamitische slager, ook winkelketens als Wibra, Zeeman en Bart Smit neergestreken. Voor de dagelijkse boodschappen kunnen bewoners in de Albert Heijn en Aldi terecht. Vooral aan de achterkant staat nog een aantal winkelunits leeg. Toch heeft De Key voor bijna driekwart van de winkelruimten een huurder gevonden. “Voor de tien overige units zijn we nog in onderhandeling.” De corporatie merkt weinig van eventuele terughoudendheid bij ondernemers, doordat verschillende woningbouwprojecten in de buurt zijn uitgesteld. Zuidoost heeft er een bijzonder project bij.

Het winkelcentrum Kraaiennest wordt na de zomer gesloopt. De planvorming over herbebouwing is nog niet definitief. Het stadsdeel is met diverse partijen in gesprek.

 

Van hangplek tot ‘foodcourt’?

De parkeergarages van de Bijlmer waren ooit het symbool van de verloedering van de nieuwbouwwijk. Dealers en junkies hingen er rond, in de plinten zaten onduidelijke winkeltjes en cafés. Je auto parkeren was er een hachelijk avontuur. Met de vernieuwing van de Bijlmermeer is een groot aantal garages gesloopt. De parkeerlagen boven het gesloten winkelcentrum Kraaiennest verdwijnen binnenkort samen met het complex en ook de vier overgebleven garages langs de Karspeldreef maken plaats voor woningbouw zodra de markt weer iets gunstiger is. 

Van de zes resterende garages langs de Daalwijkdreef is voor twee gebouwen de toekomst nog onduidelijk. De gemeentelijke dienst IVV die de parkeerplekken exploiteert, wil er door de lage verdiensten vanaf. Vanwege hun gunstige ligging - aan een drukke verkeersweg tegenover de Diemense kantoorlocatie Bergwijkpark - denkt het stadsdeel na over tijdelijke herontwikkeling. Lingotto heeft al interesse getoond voor de garage Develstein en wil hier een multiculturele warenmarkt en ‘foodcourt’ beginnen: de ‘World of Food’. Bewoners en bezoekers van buiten Zuidoost moeten in de overdekte hal van de culinaire rijkdom van het stadsdeel kunnen genieten. Naast gevestigde ondernemers is er ook plaats voor startende cateraars die nu nog vanuit huis hun maaltijden bereiden en verkopen. Volgens ontwikkelaar Frank Veen van Lingotto beslist het bedrijf deze maand of het plan doorgaat. Vervolgens duurt wijziging van het bestemmingsplan nog zeker een jaar. “Als de plannen doorgaan, hopen we eind 2013 open te kunnen gaan.”

 

Jaco Boer