Overslaan en naar de inhoud gaan

Bouwers willen alweer af van term flexwoning

Image

Het beeld dat de term 'flexwoning' oproept, doet geen recht aan de kwaliteit en toepassingmogelijkheden van de huidige flexwoonconcepten. Ontwikkelaars van dergelijke woonconcepten willen daarom alweer af van de term nog voordat de bouwstroom echt op gang komt. Dat bleek bij een expertmeeting die de Metropoolregio Amsterdam in samenwerking met Pakhuis de Zwijger organiseerde. Het meest genoemde alternatief: modulaire bouw.

In de Woondeal hebben de gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam afgesproken om 3.000 flexwoningen in 5 jaar te bouwen. In het nieuwe regeerakkoord doet het kabinet daar nog een schepje bovenop en maakt er 3.000 per jaar van.
"De term 'flexwonen' wordt gebruikt voor een tijdelijke woning, een tijdelijke locatie of een tijdelijk huurcontract, en vaak voor alle drie tegelijk," zegt Vincent Kompier, namens INBO als adviseur betrokken bij een 'actieonderzoek' van de MRA. In dat kader onderzocht hij bij acht gemeenten de mogelijkheden om deze woningen te realiseren. 

Kans voor meer duurzame woningbouw

Hij stelde daarbij vast dat de bouw van flexwoningen meer doelen kan dienen dan alleen woonruimte toevoegen. Het biedt kansen voor een meer duurzame manier van bouwen (circulair/met hout), voor meer draagvlak voor extra voorzieningen in een wijk of voor toevoeging van woningtypen voor andere doelgroepen (bijvoorbeeld starters/jongeren). 
Hij merkte ook op dat rond de 'flexwoning' nog het beeld hangt van een inferieure kwaliteit in vergelijking met permanente woning. Dat was precies wat veel ontwikkelaars van deze woningen in hun pitch wilden ontzenuwen. "Wij bouwen permanente woningen op tijdelijke locaties," betoogde bijvoorbeeld Sander Fletterman van Finch Buildings. "De beste woningen bouw je binnen, in de fabriek," stelde eigenaar Jan Hoppen van Homes Factory. 
"Mijn boodschap is dat modulaire bouw sneller, duurzamer en flexibeler is dan traditionele bouw," betoogde commercieel directeur Joziene van de Linden van De Meeuw: "Permanente woningen of kantoren zijn trouwens vaak helemaal niet zo permanent. Je moet anders naar het product gaan kijken: vandaag een woning, morgen misschien een polikliniek."
Ook Arjan Oosterhuis van RABO Smartbuilds neemt het woord flexwoning liever niet in de mond: "Wij noemen het wel permanente woningen op tijdelijke ondergrond. Het geeft wel een uitdaging want dat ga je niet in 15 jaar rondrekenen. Je hebt echt wel twee exploitatietermijnen nodig." RABO wil dit jaar 4 à 5 pilots starten starten, ook in de middeldure huursector. Samen met BPD wordt gestudeerd op een model voor gebiedsontwikkeling waarbij modulaire en permanente bouw wordt gecombineerd.  

Minder stikstof

Stringente eisen rond stikstof en duurzaamheid konden wel eens het breekijzer worden voor de doorbraak van modulaire bouw. Ramon Vissers van Startblock: "Wij bouwen een woning in zes dagen stikstofvrij geheel in de fabriek." De bouwers lijken klaar voor een schaalsprong. Pionier Jan Snel is bijvoorbeeld inmiddels onderdeel van Daiwa House, "de grootste modulaire bouwer ter wereld", aldus Kia Hosseini van het bedrijf.