In het oorspronkelijke uitbreidingsplan was voor Noord een zeer bescheiden plaats ingeruimd, maar na aanleg van de Schellingwouderbrug en de tunnels onder het IJ werd het stadsdeel voldoende bereikbaar geacht en begon men volop te bouwen. In Noord is het gedaan met de laagbouw uit de jaren vijftig en wordt de hoogbouw definitief de standaard. We zien de eerste kenmerken van wat later typerend zou worden voor de Bijlmer: grote flats in een parkachtige omgeving, scheiding van snel en langzaam verkeer en de ongekende grootschaligheid van de systeembouw.