Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Vierde verdieping
Vrijwillige buurtmiddelaars lossen helft van burenruzies op
Boos op de buren

Vaak begint de ergernis met een bonkende stereo-installatie of spelende kinderen op de trap. Maar al snel lopen burenruzies uit de hand en wordt alleen nog op elkaar gescholden. Hoogste tijd voor de buurtbemiddelaar de partijen om de tafel te krijgen. “Als de emoties tot rust gekomen zijn, willen mensen best nadenken over een oplossing voor hun probleem.” Inmiddels is in Amsterdam al een netwerk van meer dan zeventig buurtbemiddelaars opgebouwd. En het vreemde is: aan vrijwilligers geen gebrek.

Het begon allemaal met een klacht van een vrouw over een vernielde autospiegel. Aan de buurtregisseur maakte ze duidelijk dat ze wel wist wie daar achter zat. Al jaren had ze ruzie met de buren over haar katten. Die slopen namelijk wel eens door hun huis en tuin. Vooral in de zomer leverde dat flinke scheldkanonnades op. Met goedkeuring van de klaagster riep de buurtregisseur de hulp van twee buurtbemiddelaars in. Een week later zaten de twee vrijwilligers al bij de buren op de koffie. Daar hoorden ze dat de buurvrouw allergisch was voor katten. Toen de bemiddelaars die boodschap doorgaven aan de klaagster, was deze verrast. Ze stemde in met een gesprek onder acht ogen. Maar tot twee keer toe zegde de katteneigenaar de bijeenkomst af. Ze stond bol van de zenuwen en durfde de buren niet onder ogen te komen. Daar keken de buren juist weer van op. Ze wisten niet dat het de buurvrouw allemaal zo hoog zat. Uiteindelijk werden er toch afspraken gemaakt en werden er horren gemaakt om de katten buiten te houden. De sfeer was door de bemiddeling zo verbeterd dat er op straat zelfs weer voorzichtig naar elkaar werd gezwaaid.
In dit geval zat het de buurtbemiddelaars mee. Na individuele gesprekken met de twee partijen wilden deze wel met elkaar praten in aanwezigheid van de vrijwilligers. Dat is niet altijd het geval. “Vaak zijn mensen zo overtuigd van hun eigen gelijk, dat ze zich niet in de situatie van een ander kunnen verplaatsen”, vertelt Stijn Hogenhuis. Twee jaar geleden begon de voormalig medewerkster strafrecht van de Erasumus Universiteit samen met een bevriende oud-rechter in Amsterdam met het opleiden van vrijwilligers tot buurtbemiddelaars. Enkele jaren eerder had ze dat ook in Rotterdam gedaan en gezien hoe succesvol deze vorm van ‘mediation’ kon uitpakken. “Als de emoties tot rust gekomen zijn, willen mensen best nadenken over praktische oplossingen voor hun probleem.”
Ook in Amsterdam blijkt in ruim de helft van de aangepakte gevallen de lucht na een bemiddelingspoging op te klaren. Buren durven elkaar weer te groeten en soms ontstaan er zelfs vriendschappen tussen mensen die elkaar eerst niet konden luchten of zien. “Conflicten escaleren vaak door misverstanden en onbegrip. Als buren dan besluiten om in alle openheid over hun problemen te praten, blijkt de werkelijkheid toch vaak anders in elkaar te zitten. Dat is de kracht van bemiddeling”, aldus Hogenhuis. Toch zijn niet alle vormen van overlast met gesprekken op te lossen. “We gaan niet in zee met verslaafden en alcoholisten. En ook geluidsoverlast door huiselijk geweld is geen zaak voor ons.”

Vrijwilligers op de wachtlijst

Inmiddels is in de hoofdstad door de Stichting Bemiddeling Amsterdam (SBA) een netwerk van meer dan zeventig buurtbemiddelaars opgebouwd. In 2004 kwamen zij enkele tientallen keren in actie in Westerpark, Oud-West en Bos en Lommer. Later maakte de stichting ook afspraken met buurtregisseurs en stadsdeelbestuurders om in de Baarsjes, Slotervaart, Osdorp en Zeeburg te gaan bemiddelen. En als het aan Hogenhuis ligt, volgt binnenkort de rest van de stad.
Opvallend is de grote belangstelling van bewoners om zich op deze manier belangeloos voor de buurt in te zetten. Voor de trainingen die nieuwe mensen krijgen, moest de stichting afgelopen jaar zelfs een wachtlijst opstellen. Hogenhuis begrijpt wel waarom het initiatief zoveel mensen aanspreekt. “Het is concreet en je kunt zelf bepalen hoeveel tijd je er aan besteedt. Al vragen we van onze bemiddelaars om zich minimaal een dagdeel per week in te zetten. Natuurlijk is het niet altijd eenvoudig om conflicten op te lossen. Vooral bij slepende kwesties moeten vrijwilligers verschrikkelijk hun best doen om iedereen om de tafel te krijgen. Mensen zijn soms erg gehecht aan hun ruzies. Ze gebruiken de buren om hun eigen frustraties op te projecteren. Maar als het dan toch lukt, is het een enorme kick dat twee mensen een ruzie hebben bijgelegd dankzij jouw hulp.”
Overigens is niet iedereen geschikt voor het bemiddelingswerk. Nieuwe vrijwilligers moeten niet alleen gemakkelijk contact kunnen leggen, maar ook goed naar anderen kunnen luisteren zonder hun eigen mening op te dringen. Vooralsnog zijn het vooral hoogopgeleide autochtone Amsterdammers die zich als bemiddelaar hebben gemeld. En dat vindt SBA jammer. Met meer allochtone vrijwilligers zouden bemiddelaars elkaar immers kunnen helpen in conflicten waar cultuurverschillen voor onbegrip zorgen. De komende tijd wil de stichting dan ook gerichter kandidaten uit andere culturen werven via tussenpersonen. Daarnaast wil Hogenhuis de samenwerking met andere ‘mediators’ in de stad verbeteren. Vergroting van het netwerk staat dan ook hoog op het verlanglijstje. Tot nu toe kwam het daar door tijdgebrek niet erg van.

Hulp voor corporatie

Het uitbreiden van de contacten is ook voor de financiën niet onbelangrijk. Op dit moment wordt SBA gefinancierd door enkele stichtingen, de gemeente, stadsdeel de Baarsjes en twee woningcorporaties. Maar met het uitspreiden van de vleugels nemen ook de kosten toe. Hester van Buren, directeur woondiensten bij AWV, besloot het initiatief vooral te steunen om ervaring op te doen met alternatieve vormen van conflictbeheersing. Hoewel een aantal huismeesters vanuit de stichting ook een cursus bemiddeling kreeg, zullen zij het werk van de vrijwilligers niet helemaal gaan overnemen. “Voor het oplossen van slepende burenruzies hebben we simpelweg te weinig personeel en vallen we graag terug op de goed getrainde vrijwilligers van SBA. Als corporatie heb je nu eenmaal baat bij een leefbare buurt.”

De buurtbemiddelaar: Marie-Emmy Diepstraten
Marie-Emmy Diepstraten (55) is nog bezig met haar eerste zaak. “Een klacht over geluidsoverlast tussen een Turkse en een Marokkaanse vrouw. Erg interessant vanwege de twee verschillende culturen, maar ook lastig vanwege de taal.” Ze geeft toe dat het niet de gemakkelijkste klus is om mee te beginnen. Maar gelukkig had ze al veel ervaring in het werk. “Overdag hou ik mij op kantoor ook met klachtenbemiddeling bezig. Bovendien heb ik jaren in de advocatuur gezeten.” Dat ze tijdens de gesprekken geen partij mag trekken en geduld moet hebben, is voor haar dan ook geen grote opgave. Sterker, een vriendin uit Nijmegen vond buurtbemiddeling juist goed bij haar karakter passen. In oktober volgde ze dan ook de training en inmiddels reist ze één middag per twee weken als bemiddelaar af naar Slotervaart. Zelf woont ze in Zuid en vindt het leuk om op deze manier heel andere mensen te leren kennen. “Het blijft ook fascinerend om te zien hoe bewoners uit verschillende culturen met elkaar communiceren. Ik doe ook nog vrijwilligerswerk bij een inloophuis voor Marokkaanse vrouwen en ook daar word je met je neus gedrukt op het feit dat de stad is veranderd. Ik vind het belangrijk om daar als burger iets mee te doen.”
De buurtbemiddelaar: Miep Lenoir
Misschien komt het door haar studie sociale psychologie. Maar Miep Lenoir (29) wil met haar bemiddelingswerk vooral begrijpen hoe conflicten ontstaan. “Ik heb inmiddels wel door dat het vaak niet om de zaken gaat waarover je zit te praten. Soms is er elf jaar geleden iets gebeurd waardoor buren elkaar niet meer vertrouwen. Dan is het toch prachtig als jij die mensen weer met elkaar in gesprek brengt.” In de anderhalf jaar dat ze in Oud-West als buurtbemiddelaar werkt, heeft ze al twaalf burenruzies langs zien komen. “De moeilijkste zaken zijn de conflicten waarin buren niets meer met elkaar te maken willen hebben. Dan loopt je bemiddelingspoging op niets uit.” Gelukkig zijn er ook gevallen waar ze met plezier op terugkijkt. Zoals die keer dat er werd geklaagd over het watergeven van de plantjes op het balkon. Iedere keer viel er water naar beneden op de tuinmeubelen en de schone was van de onderburen. Dankzij haar bemiddeling kwam het tussen die mensen weer helemaal goed. Gemiddeld kost het vrijwilligerswerk Miep een avond per week. “Dat is prima in te passen in mijn werk.” Ze vindt het niet moeilijk om neutraal te blijven tijdens een gesprek. “Al jeuken soms je handen om met een oplossing te komen. Maar de mensen moeten er toch zelf zien uit te komen. Eigenlijk hebben wij wel een luie rol.”
De buurtbemiddelaar: Henk Janssen
Twee jaar geleden las Henk Janssen (68) in de krant dat er buurtbemiddelaars werden gezocht. Het leek hem wel iets. “Ik ben een sociaal type en wil graag mensen helpen. Dat had ik daarvoor als vrijwilliger ook bij de politie in de Warmoesstraat gedaan.” Vijftien bemiddelingszaken verder is het werk hem niet tegengevallen. “Ik vind het prachtig om mensen weer met elkaar te leren praten. Het is mij zelfs een keer overkomen dat een stel elkaar na de bemiddeling huilend in de armen viel. Daar doe je het toch allemaal voor.” Om buren met elkaar om de tafel te krijgen, gebruikt hij wel eens een trucje. “Dan zeg ik bijvoorbeeld dat de buurvrouw zo graag wil praten. Ook al heeft ze dat niet tegen mij gezegd. Als er dan een gesprek op gang is gekomen, biecht ik mijn leugentje om bestwil natuurlijk wel op. Daar wordt dan meestal hartelijk om gelachen. Maar verder blijft alles wat gezegd wordt onder de pet.” Toch is het hem in een paar gevallen zelfs met zijn trucjes niet gelukt om mensen weer met elkaar te laten praten. “Dat is jammer maar ik voel me er niet door gefrustreerd. Ik kan er alleen niet goed tegen als iemand zegt dat hij als vader zelf wel uitmaakt tot hoe laat zijn kind mag rondrennen over het plafond.”

Jaco Boer