Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Derde verdieping
Hoop gevestigd op ‘Friends-contracten’ en studentenwoningen
Toestroom vluchtelingen noopt tot woningdelen

De grote toestroom van vluchtelingen naar Nederland is een flinke extra belasting voor de toch al ernstig verstopte Amsterdamse woningmarkt. Corporaties en gemeente zoeken naarstig naar oplossingen. Dat valt niet mee, maar de urgentie van het probleem lijkt te leiden tot innovatieve oplossingen. “Net als met de studentenhuisvesting.”

Taakstelling en woningaanbod
Het Rijk maakt halfjaarlijks een schatting van het aantal vluchtelingen dat in de komende tijd een verblijfsvergunning zal krijgen. Iedere gemeente is verplicht een aantal vergunninghouders op te nemen naar rato van de bevolkingsomvang. Vluchtelingen met een verblijfsvergunning mogen een voorkeur aangeven voor een woonplaats in de regio waaraan hun asielzoekerscentrum is verbonden. Amsterdam is met name in trek bij alleenstaande mannen onder de dertig, vertelt Piet Keijzer, van de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven.  “En dat schiet niet op. Deze groep zorgt voor een bezetting van 1,3 personen per woning, terwijl je met gezinnen gelijk vier of vijf mensen huisvest.”  Dit jaar moet de stad 940 vluchtelingen een woning bieden: 740 volgens de taakstelling plus nog tweehonderd van vorig jaar (zie tabel). WZS schat dat de gemeente op 1 januari 2015 nog een achterstand heeft van 530 kandidaten, terwijl voor 2015 een nieuwe taakstelling wacht van 1370 mensen. Het totaal te huisvesten vluchtelingen komt daarmee volgend jaar op 1900. In 2013 werden zo’n 5500 sociale huurwoningen op de reguliere manier door corporaties te huur aangeboden. “Maar daarvan zijn er maar 3800 betaalbaar voor deze groep”, aldus Keijzer. Als het aanbod in 2015 even klein blijft en de toewijzing aan vluchtelingen op de gebruikelijke manier verdergaat, “dan vraag je je af wat er overblijft voor andere woningzoekenden”, aldus Keijzer. “Dat gaat ook niet gebeuren”, bezweert AFWC-directeur Egbert de Vries. Overigens hebben vertegenwoordigers van particuliere verhuurders aan de gemeente laten weten dat komend jaar zeker wel 50 vluchtelingen in 25 particuliere huurwoningen zouden kunnen worden gehuisvest. “En meer als er garanties zijn voor de huurbetaling”, aldus Keijzer. “Maar bij particuliere verhuurders worden goedkopere woningen steeds schaarser.”

“Die 1900 vluchtelingen gaan de corporaties volgend jaar lang niet allemaal huisvesten”, zegt Egbert de Vries. Hoeveel het er dan wel zullen zijn, kan de directeur van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) niet precies zeggen. “We willen ook geen valse verwachtingen wekken.”
Door de vrij plotselinge grote toestroom van vluchtelingen, zien de gemeente Amsterdam en de corporaties zich voor een enorme opgave gesteld. Waar het er jarenlang ruim minder dan vijfhonderd waren, moet de gemeente dit jaar maar liefst 740 vluchtelingen met een verblijfsvergunning huisvesten. Terwijl er nog een achterstand was uit 2013, toen de stad vijfhonderd ‘vergunninghouders’ onderdak moest bieden. En in 2015 zijn het er, inclusief te verwachten achterstand, zelfs 1900.
Dit jaar kunnen de corporaties zo’n driehonderd betaalbare woningen uit de reguliere voorraad vrijmaken voor vluchtelingen, vertelt Jeroen Rous van de AFWC. Volgend jaar kunnen er daar nog honderd bijkomen. Daarnaast hoopt de Federatie er ook “enkele honderden” te huisvesten door drie of meer mensen een woning te laten delen met zogenoemde Friends-contracten, genoemd naar de Amerikaanse tv-serie over vrienden die een appartement delen. Die contracten worden al gebruikt bij vrijesectorwoningen, maar zouden, als de gemeente ermee instemt, ook kunnen worden toegepast in het betaalbare segment.
De mogelijkheid een sociale huurwoning te delen staat dan niet alleen open voor vluchtelingen, maar ook voor ‘gewone’ woningzoekenden. En daarmee zou toch een vergaande vernieuwing worden doorgevoerd in het Amsterdamse woningverdelingssysteem.
Voorwaarde is wel dat de kandidaten daadwerkelijk ‘friends’ zijn en dat ze niet zodanig worden gekort op hun uitkering dat ze de huur niet meer kunnen betalen.
Daarnaast kunnen vluchtelingen die gaan studeren een studentenwoning betrekken. “Het is opmerkelijk dat hun tot nu toe nooit is gevraagd of ze wilden studeren en in een studentenwoning wilden wonen”, aldus Rous.
Met deze oplossing zouden ook “enkele honderden” vluchtelingen kunnen worden geholpen. Maar dan blijven er evengoed honderden over die volgens de AFWC “niet nu in Amsterdam kunnen wonen”.
Daarvoor zou volgens De Vries naar ‘second best-oplossingen’ kunnen worden gekeken als huisvesting in tijdelijke woongebouwen of tijdelijke bewoning van her te bestemmen gebouwen. Realisatie daarvan kost tijd, inspanningen en geld (ook voor de gemeente). Daarbij loert het gevaar van concentratie en dat is, net als veel verhuizen, niet goed voor de integratie. “En we schuiven het probleem voor ons uit”, aldus De Vries.
Hoewel sommige ‘second best’ zijn, vinden alle betrokken partijen het wel goed dat over dergelijke oplossingen wordt gesproken. “Het zorgt voor vernieuwing en nieuwe impulsen”, zeg Rous. “Net als bij de studentenhuisvesting.”

VluchtelingenWerk

Zodra een kandidaat eenmaal een woning toegewezen heeft gekregen, komt Stichting VluchtelingenWerk van Amstel tot Zaan (SVAZ) in beeld. Een medewerker van de stichting informeert en begeleidt bij zaken als de woninginrichting, het wonen zelf, uitkeringen, toeslagen, verzekeringen, onderwijs voor kinderen en volwassen en het zoeken naar werk.
Het worden drukke tijden voor SVAZ, vergelijkbaar met de tijd van het generaal pardon vijf jaar geleden. “Toen zijn in goede samenwerking met gemeente en corporaties in anderhalf tot twee jaar tijd 1200 vergunninghouders geplaatst en begeleid in Amsterdam. Maar nu is het door de achterstand nog betrekkelijk rustig in Amsterdam zelf”, zegt SVAZ-directeur Mária van Veen.
Zij vindt dat er wellicht iets eerder actie ondernomen had kunnen worden. “Sinds begin vorig jaar lopen de taakstellingen op. In augustus 2013 hebben we bij de gemeente en later ook bij de corporaties aan de bel getrokken, maar de urgentie werd toen nog niet gevoeld.”
Als vluchtelingen niet tijdig worden gehuisvest, gaat voor hen kostbare tijd verloren, volgens Van Veen. De inburgering, die in drie jaar voltooid zou moeten zijn, begint immers al zodra de vluchteling een verblijfsvergunning heeft. En inburgeren gaat lastig wachtend in een asielzoekerscentrum (AZC).
Het AFWC zegt op haar beurt dat ze er op tijd bij was: sinds februari dit jaar is ze er intensief mee bezig. Piet Keijzer van de dienst Wonen, Zorg en Samenleven kan zich de reactie van VluchtelingenWerk voorstellen. “Die grote toename kwam voor ons toch onverwacht.” Van Veen benadrukt overigens dat de samenwerking tussen de partijen goed is.
Van Veen ziet het woningdelen als mogelijke oplossing, “mits het op vrijwillige basis is en er niet wordt gekort op uitkeringen”. Tijdelijke huisvesting zou niet al te kort moeten zijn en met vooruitzicht op een permanente woning. Daarbij: vluchtelingen zijn honkvast; ruim driekwart woont na vijf jaar nog op het eerste adres. De vluchtelingen bouwen in ieder geval wel woonduur op met deze uit nood geboren oplossingen. Voorkomen moet worden dat ze op straat belanden.

Stadsregio en andere steden

Overzicht vluchtelingenhuisvesting

Als we de vluchtelingenhuisvesting in de hele Stadsregio Amsterdam bekijken, dan blijkt Amsterdam het gemiddelde resultaat flink omlaag te trekken. Alleen Oostzaan en Haarlemmermeer hebben verhoudingsgewijs op 1 oktober dit jaar minder resultaat geboekt. Oostzaan laat weten dit jaar nog vier vergunninghouders te kunnen huisvesten.
In vergelijking met Utrecht, een stad met een overeenkomstige woningdruk, doet Amsterdam het echter niet zo slecht. Den Haag en Rotterdam boeken betere resultaten, maar daar is de woningmarkt meer ontspannen.
Huisvesting van vergunninghouders is in de eerste plaats een taak voor de gemeente. Wanneer die in gebreke blijft, kan de provincie ingrijpen. Binnen de Stadsregio Amsterdam wordt bepaald welk type huishouden het best in welke gemeente kan worden ondergebracht. “Dat betekent dat eenpersoonshuishoudens het best naar Amsterdam kunnen en gezinnen naar omliggende gemeenten”, aldus Mette Vernooij van de Stadsregio. “De meeste vergunninghouders zijn alleenstaanden en voor gemeenten met veel eengezinswoningen is dit een knelpunt.” Anderzijds kost het huisvesten van alleenstaanden meer woningen dan het huisvesten van gezinnen, terwijl de quotumregeling is gebaseerd op aantallen personen.
Bij het plaatsen van vluchtelingen wordt rekening gehouden met familiebanden. Eerstegraads familieleden komen doorgaans in dezelfde gemeente terecht als hun familie. “Dat bevordert de integratie”, zegt Vernooij.
De Stadsregio verzorgt de informatie-uitwisseling tussen gemeenten, bijvoorbeeld over nieuwe rijksregelingen en alternatieve huisvestingsvormen. Vernooij: “Bij kleine gemeenten vormen vluchtelingen vaak maar een deeltaak van een ambtenaar. Terwijl Amsterdam er meer mensen op kan zetten en vaak voorop loopt in het bedenken van oplossingen.”

Bronnen: ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie, Dienst Wonen, Zorg en Samenleven, Stadsregio Amsterdam

 

"De eenkamerwoning van 400 euro is eigenlijk onbetaalbaar voor me"
Ali Shinwari (19) komt uit Afghanistan en woont nu drie maanden in Amsterdam. Door problemen rond zijn familie - meer kan hij er niet over vertellen - kwam hij in levensgevaar en moest zijn land verlaten. Na een verblijf op Schiphol en in Oisterwijk belandde hij in het AZC in Almere. Daar heeft Ali, nadat hij zijn verblijfsvergunning kreeg, een jaar en zeven maanden moeten wachten op een woning in Amsterdam.
“Bij het COA zeiden ze dat ik beter Almere kon opgeven omdat Amsterdam moeilijk en duur was”, zegt Ali. “Maar ik volg een MBO-studie luchthavenlogistiek in Amsterdam en hier is ook meer werk.”
De eenkamerwoning in Oost is eigenlijk onbetaalbaar voor hem. “De huur is 400 euro, terwijl ik 600 euro krijg. Met gas, water en zorgverzekering erbij, is er weinig geld over voor eten. Vrienden van mij in het AZC wachten al meer dan twee jaar op een woning in Amsterdam.”
Woningdelen kan de doorstroming vergroten. “Maar niet iedereen wil dat. Ik wil liever rust. En als de woning tijdelijk is, verleg je het probleem.”

 

Johan van der Tol
Thema