Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Op Stap naar de Eerste Amsterdamse Onroerend Goed Veiling
Afmijnen, plokken, gunnen

Waar malafide onroerend-goedhandelaren ook een poot aan de grond krijgen, níet in Amsterdam. Gecontroleerd bieden op panden die executoriaal worden verkocht, is op de Eerste Amsterdamse Onroerend Goed Veiling zo goed als onmogelijk. “Daarvoor is de sociale controle te groot”, meent directeur Didi van den Elsaker. Een avondje gunnen, plokken en afmijnen.

De Eerste Amsterdamse Onroerend Goed Veiling
Dateert al van midden negentiende eeuw. Bestaat als BV sinds 1992. Ongeveer dertig maal per jaar vindt de veiling plaats in Park Plaza, Rokin 78. De Amsterdamse veiling doorloopt het complete proces van opbod en afslag op één avond. Dat is uniek in Nederland. De veiling is openbaar, particulieren, c.q. niet-makelaars mogen meebieden.
Gemiddeld liggen de opbrengsten van de veiling hoger dan in de onderhandse markt. Opdrachtgevers betalen de veilingkosten volgens een vast, degressief tariefstelsel (0,6 procent in de laagste regionen van de opbrengst, 0,25 procent in de hogere).
Vorig jaar werd voor 90 miljoen euro geveild. Zodra de veilingborden op het te verkopen huis hangen, kunnen belangstellenden iedere dinsdag- en donderdagmiddag tussen 14 en 16 uur de te veilen panden bezichtigen. Daarvoor is vier weken uitgetrokken. Overigens is het bij executoriale veiling niet vanzelfsprekend dat huidige bewoners het pand openstellen.
De regionale beroepsorganisatie MVA (Makelaarsvereniging Amsterdam), waarbij zo’n 450 makelaars zijn aangesloten, is nauw met de veiling verbonden. Directeur is, sinds twaalf jaar, Didi van den Elsaker, tevens directeur van de MVA.

Maandagavond 16 februari, 18.00 uur. Er hangt een geanimeerde stemming in Park Plaza aan het Rokin. Het imponerende interieur van de voormalige schuilkerk vormt vanavond het decor van de Eerste Amsterdamse Onroerend Goed Veiling. Onder de kansel staat nu de bok, waar afslagers, notarissen en directie-makelaars het rumoer van honderden belangstellenden moeten zien te overstemmen. Want ze zijn weer in groten getale opgekomen. De veteranen van de huizenhandel in krijtstreeppak, de jonge makelaars, soms ook in krijtstreep, dames in mantelpak en nog veel meer volk: kopers, verkopers, kijkers, gemeenteambtenaren, corporatiemedewerkers, aanhang. En er wordt gepaft. De rook van tientallen sigaretten en sigaren kringelt eindeloos omhoog naar de nok van de zaal.
Gesprek van de avond is – opvallend genoeg – niet de publicatie in De Volkskrant over een kongsi van geslepen onroerend-goedhandelaren die de markt manipuleert. Wat je wel om je heen hoort zijn termen als: ‘knokploeg’, ‘splitsen’ (vaak in combinatie met ‘stadsdeel’), ‘berging’, ‘vijfsterrenhotel’ of ‘marmeren tegels’. De vraag of bedoelde groep van zo’n vijftig malafide veilingbezoekers wellicht ook in Amsterdam uit is op het voordelig binnenhalen van executiepanden, speelt niet. Want wie zouden dat dan moeten zijn? Die twee forse kale heren? Dat groepje snelle mannen met hun skybox-uitstraling? Die kerel met zijn leren jas, slordig dichtgeknoopte overhemd en gouden ketting? Of die keurige dame met haar heen-en-weer schietende ogen?
Nee, hier wordt gewoon geveild, zoals het hoort. Ons kent ons.

Gemakkelijk verdiend

“Wat mag ik horen”, zet de afslager even na zessen in, als blijkt dat het grote beeldscherm het na vertwijfelde pogingen echt niet wil doen. Het opbieden is begonnen, de eerste ronde van het verkoopproces. Geroutineerd gaan de habitués op jacht naar de plokpenning, die wacht op de provisionele koper. Die premie, gesteld op één procent van de opbrengst, is mooi meegenomen. Het bedrag loopt al gauw in de duizenden euro’s en veel hoef je er niet voor te doen. De kans dat je als voorlopige koper tegen je zin aan een pand blijft hangen is namelijk zeer gering. Maar het is weleens voorgekomen dat iemand die slecht op de hoogte was bleef zitten met een molen waarvan de bestemming kort daarvoor was gewijzigd.
De plokpenning dient nog een ander doel dan het bedanken van opbieders. Het bedrag beoogt een indicatie van de marktprijs te zijn. Dat daar een element van bluf in kan zitten, mag niet verbazen. Kenners laten zich niet van de wijs brengen, maar er zijn natuurlijk mensen die minder goed zijn ingewijd.
Als de formaliteiten na het opbod aan de bok zijn afgehandeld (vaststellen van identiteit en eventueel bankgarantie) begint de tweede ronde: de afslag. De afslager begint nu vanaf een bedrag dat flink hoger is dan het geboden bedrag naar beneden te tellen. De vaste telsystematiek biedt aspirant-kopers met stalen zenuwen alle gelegenheid hun ‘mijn’ uit te stellen tot een bedrag dicht boven het opbod. Zeg trouwens nooit ‘ja’ of ‘hiero’, want evenmin als bij bingo levert je dat op de veiling een prijs op. Particulieren die tegen de ervaren makelaars een kans willen maken, doen er goed aan hun eigen MVA-makelaar mee te nemen. De kans op ongecontroleerd bieden (de zogenaamde ‘veilingpsychose’) wordt zo weggenomen. Als particulier zelf verkopen kan ook. Maar het kost tijd en geld, vanwege de mededelingsplicht die nogal wat onderzoek met zich meebrengt. Wie het aan een directie-makelaar (verkoper in opdracht) overlaat verdient meteen 25% van de veilingkosten terug.
Terug naar Park Plaza. In geen tijd is – terwijl het geroezemoes onafgebroken en ongestoord doorgaat - het wekelijkse veilingboekje doorgenomen en veranderen tien panden van eigenaar. Tonnen gaan over tafel alsof het niets is.

Executie

Ook deze week zaten er executoriale verkopen bij. En het worden er meer. Van den Elsaker: “We hebben dat uit eigen ervaring kunnen vaststellen. Tot 2002 werd 80 procent vrijwillig geveild. Toen kwam de omslag. De verhouding ligt nu op 60-40 procent. Huizenkopers hebben soms hele stevige hypotheken genomen en als er dan iets gebeurt, ziekte, ontslag, een scheiding, kan je in de problemen komen. Dat is triest, maar het maakt voor ons niet uit. We bieden deze mensen namelijk een veilinghuis waar ze de kans krijgen een goede prijs te maken. In Amsterdam is het een stuk beter georganiseerd dan elders.”
Dat brengt ons bij de Volkskrant-publicatie van halverwege februari. Doordat een groep handelaren onderling prijsafspraken zou maken en andere bieders zou intimideren, zijn ze in staat executiepanden voordelig te verwerven. De verkoper blijft daardoor met een grotere restschuld zitten.

“Die hoge prijzen in Amsterdam hebben we aan de PvdA te danken”

“Ik weet nog niet of die afspraken en lijsten met bankrekeningnummers betrekking hebben op de premies of op iets anders. Maar in Amsterdam krijgt bedoelde kongsi geen poot aan de grond omdat de honderden aanwezigen voornamelijk bestaan uit deskundigen op de onroerend goedmarkt. Ook door hun numerieke meerderheid zullen ze zich door niemand onder druk laten zetten”, reageert Van den Elsaker. “Zo komt op de Amsterdamse veiling altijd de reële marktwaarde tot stand. Een situatie zoals de Volkskrant die schetst leidt inderdaad tot een nadeel voor debiteuren. Ik vind het overigens mede een verantwoordelijkheid van de veilende bank om voor een juiste gang van zaken te zorgen.”
De praktijken van de malafide kongsi zouden er al toe hebben geleid dat banken meebieden op de veiling om de prijs op te drijven. Dat kan niet de bedoeling zijn. Wat weet Van den Elsaker van prijsafspraken en intimidatie?
“Het gebeurt. Ik heb het in het Gooi zelf weleens waargenomen. Als de zaal niet vol is, krijgt zo’n groepje de kans om druk te zetten. Je hoort verhalen. In Groningen werd een aspirant-koper fysiek geïntimideerd in de trant van ‘houd je bek’ of ‘we weten je buiten te vinden’. Maar die bieder heeft toen tijdens de veiling de notaris gewaarschuwd en die liet de intimiderende man meteen verwijderen. Dat is de manier. Een van de afslagers van vanavond komt uit Haarlem. Hij vertelde me dat ze daar iemand op de veiling door de zaal laten lopen om intimidatie de kop in te kunnen drukken. Ik had het trouwens wel prettig gevonden als de Volkskrant meteen namen had genoemd.”
Over de huizenprijzen in Amsterdam maakt de MVA zich, bij monde van opnieuw Van den Elsaker, geen zorgen: “Met een landelijk gezien krankzinnig laag percentage eigen-huizenbezit blijven de prijzen vanzelf hoog. Het aanbod van corporaties dat nu op de markt komt is onvoldoende om een prijsdaling te forceren. Die hoge prijzen, en het scheefwonen, in Amsterdam hebben we aan de PvdA te danken.”

 

Bas Donker van Heel

Meer informatie op www.mva-makelaars.nl

Thema