Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping

Jeruzalem: innovatieve oplossingen stuiten op praktische bezwaren

Zoektocht naar lokale warmte

De wijk Jeruzalem is door VROM uitverkoren als voorbeeldproject voor klimaatneutraal bouwen. Dat betekent extra geld bij de komende vernieuwing voor de uitwerking van milieuvriendelijke ideeën. Enkele daarvan worden mogelijk al in een vroeg stadium afgeschoten.

 

Versnipperde takken van het naastgelegen park Frankendael en van begraafplaats De Nieuwe Ooster, oppervlaktewater uit de Weespertrekvaart, licht nadampend rioolwater of toch maar restwarmte van de Jaap Edenbaan? In de verkenningsfase leek niets te gek om CO2-neutrale warmte te leveren aan Tuindorp Frankendael, ook wel Jeruzalem genoemd vanwege de karakteristieke witte duplexwoninkjes. Maar het is de vraag of deze oplossingen het adviesrapport zullen ontstijgen. Nog te veel praktische bezwaren.
Allereerst is er de beperkte ruimte in de huizen. “Je kunt in de woningen niet zomaar een grote ketel plaatsen,” zegt André Bolwidt, programma-manager namens stadsdeel Oost. “De installatie in de huizen moet in een normale meterkast passen.” Daarnaast gaat het om technieken die nog niet uitvoerig zijn toegepast.
Een extra complicerende factor is de monumentale status die Jeruzalem sinds kort – als eerste naoorlogse wijk – geniet. Een groot deel van de huisjes wordt in oude luister hersteld, ontdaan van die lelijke kunststof kozijnen uit de jaren tachtig. De monumentstatus zorgt voor forse beperkingen in het plaatsen van isolerende voorzetgevels, windmolens en zonnepanelen. In bepaalde delen komt wel nieuwbouw, maar de bestaande hovenstructuur is heilig. In het door Mien Ruysch ontworpen groen wordt niet gebouwd.

Water en groen

De gemeente Amsterdam wil als groenste jongetje van de klas vanaf 2015 uitsluitend klimaatneutrale nieuwbouw. Het uitverkoren Jeruzalem zou daar een eerste proeve van moeten zijn. Lokale energievoorziening is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Voor het vinden van mogelijke plaatselijke warmtevoorzieningen nam toenmalig stadsdeel Oost-Watergraafsmeer adviesbureau DWA in de arm. Dat liet zich inspireren door de ligging van tuindorp Frankendael: in de polder, in de buurt van water en omringd door groen. Volgens DWA is dichtbij een laagtemperatuur-warmtevoorziening voorhanden: het water in de Weespertrekvaart, dat vanzelf de lager gelegen Watergraafsmeer in zou kunnen stromen. Door middel van opslag in de grond en vloerverwarming zou dit water in een eerste warmtebehoefte kunnen voorzien.
 

Waternet als warmte- en koudeleverancier
Grondwater, oppervlaktewater, drinkwater en rioolwater. Uit al dit water kun je warmte halen, en soms ook koude. Waternet heeft deze grotendeels onontgonnen warmtebron in beheer en staat in de startblokken om een bijdrage te leveren aan het klimaatneutrale bouwen in Amsterdam.
Programmamanager Energie uit water Johan Kerpershoek legt uit: “Warmte-koudeopslag is inmiddels een beproefde techniek. Als nutsbedrijf en grondwaterbeheerder willen we hier ook instappen om woningen en kantoren van warmte en koeling te voorzien. In Plantage De Sniep in Diemen zijn we een haalbaarheidsonderzoek begonnen met warmte uit drinkwater. Met warmte uit afvalwater heeft een zusterbedrijf in Hamburg waarmee we samenwerken ervaring.”
In augustus was Waternet met hulp van adviesbureau DWA nog druk aan het rekenen om te bepalen hoe lonend de verschillende investeringen zijn. Daarmee worden ook de aansluitkosten voor de corporaties en de energieprijzen voor de consument vastgesteld.
Waternet heeft nu nog beperkte ervaring met warmtewinning. “Maar’’, zegt Kerpershoek, “Onze ervaring als nutsbedrijf, inclusief onze klantcontacten en beheer van leidingstelsels, geeft ons voldoende vertrouwen om ook warmte en koude als nutsvoorziening te kunnen aanbieden. ”

Het idee voor verwarming met oppervlaktewater - inmiddels afgevoerd als te duur - leidde tot overleg met regionaal waterbeheerder Waternet, waar weer nieuwe ideeën uit voortkwamen: basisverwarming met rioolwater of gebruik van restwarmte van de Jaap Edenbaan, de kunstijsbaan aan de Kruislaan.
In het oorspronkelijke voorstel van DWA zouden versnipperde takken en bomen uit park Frankendael, begraafplaats De Nieuwe Ooster en het Darwinplantsoen door verbranding in speciale installaties ’s winters voor extra piekwarmte kunnen zorgen. Dat is CO2-neutrale stookmethode: de uitstoot bij verbranding wordt gecompenseerd door de kooldioxide die bomen en struiken opnemen bij de groei.
Deze ingenieuze oplossing stuit op een ander probleem: beperkte ruimte. Waar zet je de gemeenschappelijke stookinstallatie neer en waar sla je de houtsnippers op zolang ze niet worden gebruikt? Zoals gezegd mogen er op de beschermde hoven niet zomaar gebouwtjes bij worden gezet.

Terugkeer GEB?

Met de keuze voor een systeem doemt een nieuwe vraag op: wie ontwikkelt het en wie gaat het op de lange termijn beheren? Een puur maatschappelijke onderneming als Waternet of toch maar een commercieel energiebedrijf? DWA schetst hiervoor tal van mogelijkheden: van eigen ontwikkeling en exploitatie door gemeente of stadsdeel met - jawel - een Gemeentelijk EnergieBedrijf, of ontwikkeling en exploitatie door een commerciële partij, zoals een regulier energiebedrijf. In het laatste geval hebben de gemeente en de corporaties geen zeggenschap meer over de exploitatie. Als tussenoplossing noemt DWA onder meer een systeem waarbij de warmtelevering om de zoveel jaar met een prestatiecontract wordt gegund aan een bedrijf.
Een andere mogelijkheid is een lokale energiemaatschappij, waar verschillende partijen in deelnemen. Maar de twee corporaties die in Jeruzalem het meeste bezit hebben, Rochdale en De Key, hebben laten weten dat ze er geen aandeel in willen hebben. “Een corporatie als Rochdale is niet ingericht als energieleverancier. Andere partijen zijn daar beter in”, zegt Peter van Leijen van Deltaforte, de ontwikkelaar van Rochdale.
Het stadsdeel zelf wil nauw betrokken blijven bij deze blikvanger op milieutechnisch gebied, maar deinst er ook voor terug in zo’n onderneming te stappen. “Als stadsdeel proberen we een heel slimme mogelijkheid te vinden om zonder al te veel risico’s een vinger in de pap te houden,” aldus Bolwidt.

Isolatie

De plannenmakers zijn er nog niet uit voor welke techniek en welke samenwerkingsverbanden ze kiezen. Van Leijen is sceptisch over het idee van verwarming met rioolwater. Ook dat zou met vloerverwarming moeten gebeuren, maar de houten vloeren in de renovatiewoningen zijn daar niet geschikt voor. En een betonnen vloer kan niet worden gestort, omdat de fundering al maximaal wordt belast.
Daarnaast wordt, zeker in de ruim 450 nieuwbouwwoningen, gestreefd naar een grotere energie-efficiëntie door isolatie. Met wandconstructies van wel vijftig centimeter dik. Ook in de bijna vierhonderd renovatiewoningen valt met isolatie veel te winnen, doordat er aardig wat ruimte zit tussen de betonconstructie en witte gevelplaten die worden vernieuwd. Dit zou ertoe kunnen leiden dat de warmtebehoefte wordt beperkt tot de tegenhanger van enkele honderden kubieke meters gas per jaar bij de niewbouwwoningen en 700 tot 800 m3 bij de renovatiewoningen, zegt Van Leijen (het gemiddelde is 1500 m3 per huishouden). “Dan zou bijvoorbeeld een warmtepomp voldoende zijn. Investeringen in een netwerk voor rioolwaterwarmte zijn dan niet lonend,” aldus de ontwikkelaar.
Op grotere schaal zou volgens Van Leijen wel een proef met rioolwater kunnen worden gedaan, zoals nu gebeurt in Rotterdam bij het Feyenoord-stadion, maar dan wel met een ervaren leverancier van stadswarmte. Er wordt op dit moment nog gepraat met een commerciële energiemaatschappij. “Maar het voordeel van een niet-commerciële partij kan zijn dat die in deze tijd misschien bereid is meer risico te nemen,” aldus Bolwidt.

Complexe materie

Rond het verschijnen van deze NUL20 komen Stadsdeel Oost,/DWA en Waternet met een voorstel voor een klimaatneutrale energievoorziening. Dit najaar moet de stuurgroep, gevormd door het stadsdeel, de corporaties en monumentenzorg, meer duidelijkheid hebben over de te volgen koers. De stuurgroep blijft gespitst op verdere haken en ogen, en mogelijke alternatieven. “Het is zo nieuw en zo’n complexe materie dat je niet maar steeds moet door denderen. Je moet je telkens afvragen of je nog op de goede weg zit,” aldus Bolwidt.
De doelstelling van een klimaatneutrale wijk blijft in ieder geval gehandhaafd, ondanks de crisis. Bolwidt: “Je kunt ook andersom redeneren, dat de crisis juist aanleiding is om hiermee verder te gaan. Nu extra investeren om uiteindelijk te besparen.”

Johan van der Tol